ik geloof weer in God

Ik geloof weer in God

‘Ik geloof weer in God ’, zeg ik. Frank en ik hebben een terrasje opgezocht om nog even te genieten van een van de laatste warme dagen. We moeten een project bespreken en waarom zou je dat op kantoor doen.

Frank is een overlever. Zijn hart is zwak, hij kreeg al drie omleidingsoperaties en twee katheterisaties. Hij had twee herseninfarcten en een TIA. Een ernstige voedselvergiftiging hield hem ooit, meer dood dan levend, drie weken op de intensive care. Hij heeft reumatische aandoeningen en diverse zwakke plekken aan zijn ledematen en gewrichten.

Ik geloof weer in God

‘Ik geloof weer in God ‘, herhaal ik. Frank sprak over zijn medisch verleden. In de verwondering daarover vertelde hij over enkele vrienden van hem. Paul leefde gezond. Hij dronk geen alcohol, sportte regelmatig en lette op zijn eten. Paul kreeg een bultje in zijn nek, ging naar de dokter en was drie weken later dood.

Theo dronk elke avond een glas whisky voor hij naar bed ging. Maar je zou zijn levenshouding in het algemeen gematigd kunnen noemen. Tijdens een bloedonderzoek voor een keuring ontdekte een specialist in het ziekenhuis iets dat hij niet vertrouwde. Theo moest voor nader onderzoek langskomen. Ze vonden vlekjes achter zijn longen die kwaadaardig bleken.

‘Het heeft daarna nog een half jaar geduurd. Ik kon weer een in memoriam schrijven’, zegt Frank gelaten.

‘Ik geloof weer in God ‘, mompel ik dit keer.

Meer doden

‘En neem Kees’, gaat Frank verder. ‘Nooit ziek geweest. Een doorsnee man waarmee je, bij wijze van spreken, kon lachen en huilen. Hij rijdt naar zijn wekelijkse sportafspraak als hij een pijn op zijn borst voelt. Hij belt zijn vrouw en vertelt dat hij voor de zekerheid naar het ziekenhuis rijdt. Daar komt hij nooit aan. Een paar straten verder raakt hij, waarschijnlijk al overleden, van de weg en eindigt in een sloot’.

‘Ik moet nog weleens aan Jan denken’, zeg ik en ik zie dat Frank weet wie ik bedoel. ‘Ik sprak hem kort ervoor nog. Hij had allerlei plannen. Een paar uur later staat hij op de tennisbaan. Een hartstilstand. Ze zeggen dat hij vrijwel direct dood was’.

Leeftijd?

‘Ja en we zitten in de leeftijdsgroep hè’.

‘Wellicht. Maar ik kwam laatst een oud klasgenoot tegen’ reageer ik. ‘Om de een of andere reden heeft hij uitgebreid contact gehouden met veel school- en sportclubgenoten. Als je dan hoort hoeveel er al niet meer zijn. In de loop der jaren zijn er al op jonge leeftijd veel weggevallen, door ziekte, ongelukken en andere doodsoorzaken.

‘Andere doodsoorzaken?’, merkt Frank met een glimlach op en met een vragende blik.

Denken

Ik kijk Frank even aan en reageer, ‘nou, zelfdoding bijvoorbeeld’.

‘Dat telt niet. Iemand die zelfmoord pleegt’.

‘Wellicht niet in de context zoals wij over de dood spreken. Maar wie weet toch wel. Ik denk dat we bij de dood vaak kijken naar gezond leven. We zeggen dat iemand goed leefde. Maar het enige dat we enigszins kunnen beoordelen is het eet- en beweeggedrag. Slapen, de rust- en herstelperiode, is echter net zo belangrijk’.

‘Het wordt inderdaad altijd gezegd bij het overlijden van iemand. Hij leefde zo gezond en dan een opsomming’.

‘Ja, een opsomming van eten, drinken en sporten. Maar niet van zijn of haar denken’, zeg ik, ‘we weten niet hoe iemand echt denkt’.

Gezond denken

‘Iemand geeft zijn mening over dingen, bestelt producten en vertelt wellicht over zijn problemen. Maar dat zijn de resultaten van denken, dat is niet het denken zelf. Hoe iemand tot iets komt weet niemand. Psychologen al helemaal niet. En ik denk dat het denken ernstig wordt onderschat. Het is volgens mij belangrijker dan eten, drinken en slapen’.

‘Heel veel gaat onbewust’, merkt Frank op.

‘Ja, maar ook dan is onderdeel van het denkproces. Het gaat te ver om mijn ideeën hier te vertellen. Het is uitgebreid en complex. Laten we het luchtig houden en weer over de doden spreken’. Met een glimlach sla ik Frank bij die laatste opmerking vriendschappelijk op zijn schouder.

Levensmysterie

‘Daar zijn meestal ook geen antwoorden op te krijgen. Waarom de een rookt, drinkt en te vet eet en honderd wordt en de ander zich van alles onthoudt en ineens weg is. De medische wereld heeft het antwoord ook niet. Soms denk ik dat zij levens alleen maar kunnen rekken en draaglijker maken’.

‘Nee, de dood blijft het onverwachte, onbegrijpelijke mysterie. Daarom zeg ik “ik geloof weer in God”. Een grap natuurlijk, maar we hebben eenvoudig te weinig antwoorden. Dus leg ik de doodsbeschikking gelaten in handen van een man of vrouw op een wolk’.

Ik hoef er geen knipoog bij te geven.

Zie ook: God bestaat

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 9 oktober 2016 door in de categorie 2016, Algemeen

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *