
Henry Potter van de dropjes
Ik dook in de wereld van Henry Potter. Zoals eerder gemeld vond ik het leuk eens in de geschiedenis van het bekende dropje te duiken: Potter’s Original, ook wel Potter’s Linia genoemd.
Het was niet eenvoudig. Henry Potter is een veel voorkomende naam, zoiets als Jan Jansen. Bovendien is het een personage in de populaire Harry Potter boeken van Joanne Rawling (het is de overgrootvader van Harry) en was het een bekend kunstenaar in dezelfde tijd als de oprichting van het oorspronkelijke bedrijf.
Na een leuke zoektocht heb ik veel informatie, waarvan ik in enkele berichten een schets zal geven. Hieronder eerst de personen in het familiebedrijf.
Henry Potter
In 1912 kwam Henry Potter (1883-1851) vanuit Hebden Bridge, Yorkshire, naar London. Hij had al ruime ervaring opgedaan met kruiden. In Farringdon Street begon hij een drogisterij, toentertijd nog vooral een kruidenzaak, de eerste in Engeland.
Boven zijn winkel hing hij een bord. Daarop stond ‘bloedzuiger importeur, kruiden- en zadenspecialist’. Bloedzuigers werden in die tijd gezien als wondermiddel tegen menselijke kwalen. Er was veel vraag. Henry Potter liet de bloedzuigers uit midden Europa komen.
Toen de aanvoer stokte, Napoleon was in 1812 de zesde coalitieoorlog begonnen, ging hij zelf bloedzuigers kweken. Eerst gebruikte hij daarvoor de vijver voor zijn huis in Brixton Hill. Al snel vond hij andere oplossingen. In de buurt van zijn huis bewaarde hij ze in openbare vijvers, wat in het begin tot protesten leidde bij omwonenden.
Rijk
Met name de bloedzuigers legden Potter geen windeieren. Maar ook zijn andere producten liepen goed. Later zou hij opmerken dat hij veel te danken had aan het kruidenboek van Nicolas Culpeper. Het succes van Henry Potter kwam volgens hem door goede en eerlijke informatie in een tijd dat er nogal wat kwakzalvers op de markt waren.
Op 63-jarige leeftijd was Henry Potter een rijk man. Hij wilde van zijn oude dag gaan genieten en verder werken aan zijn eigen kruidenboek. Daar was hij jaren daarvoor aan begonnen. Henry Potter I had zelf geen kinderen. Zijn neef Henry werkte al een tijdje in de zaak. In 1846 verkocht hij zijn bedrijf aan deze Henry Potter II (1799-1880) en George Hailey. De laatste was jaren hulp geweest in het toen nog tweemansbedrijf.
Potter & Hailey
De partners veranderde de naam van het bedrijf in Potter & Hailey. De al wat oudere Hailey ging in 1854 met pensioen. De winkel was inmiddels verhuisd naar een ander nummer in Farringdon Street en er waren panden bijgekomen voor opslag en productie. De partners hadden de werkzaamheden in tweeën gesplitst. Op 66 Farringdan Strees was de drogisterij met import van bloedzuigers, Turkse sponzen en andere producten. Op nummer 65 werden bloemen en zaden verkocht.
In 1862 kwam Henry Potter III (1848-1928) op 14-jarige leeftijd in de zaak, zoon van Henry II. Op dat moment werkten er vier mensen. Kort voor de 22ste verjaardag van Henry III werd de naam van het bedrijf verandert in Potter & Son.
In 1873 vond de volgende verandering plaats. Schoonzoon Charles Goddard Clarke (1849-1908) kwam in de zaak. Hij was in dat jaar getrouwd met Rebecca (1850- ), de enige dochter van Henry Potter II. Het bedrijf ging verder als Potter, Son & Clarke.
Potter & Clarke
In 1880 overleed Henry Potter II. De overgebleven partners veranderen de naam in Potter & Clarke. Onder leiding van Henry Potter III en Charles Clarke groeide het bedrijf. De winkel bleef op zijn oorspronkelijke plek, maar er kwamen talrijke locaties bij in meerdere straten. Het personeelsbestand steeg van 5 in 1862 naar 250 medewerkers in 1912. Naast het bedrijf waren beide partners ook sociaal en maatschappelijk actief.
Charles Clarke
Charles Clarke was onder andere wethouder en burgemeester van Camberwell, een wijk in Londen, en volksvertegenwoordiger voor Peckham in het Britse Lagerhuis. Hij was tevens bestuurslid bij diverse scholen en kerkgenootschappen. Hij was Baptist en vrijmetselaar.
Hij reisde veel. Het bedrijf had inmiddels overal in Engeland eigen kruidenplantages en productiebedrijven. In 1905 werd hij ziek. Zijn gezondheid schommelde daarna. Hij overleed op 58-jarige leeftijd op 7 maart 1908 aan een longontsteking. Een paar maanden daarvoor was het bedrijf omgezet in een Ltd (een Britse niet beursgenoteerde naamloze vennootschap).
Henry Potter III
De derde Potter had ook een druk sociaal leven. Hij was meerdere keren wethouder en werd drie keer burgemeester van de Londense wijk Stepney. Verder was hij bestuurslid van Londens Watermanagement, de Statistical Society, diverse maatschappelijke organisaties en kerkgenootschappen.
Hij was ook degene die het kruidenboek oppakte en bewerkte. Het boek werd nog steeds alleen intern gebruikt.
Henry Potter III was evenals Clarke een vrijmetselaar. Als lid van de Londen Mayors Loge richtte hij meerdere loges op, waaronder in 1912 de Sir Francis Drake Lodge.
Aan het eind van zijn leven woonde hij met zijn vrouw Agnes Harriet in Westcliff-on-Sea in Essex. Na het overlijden van zijn vrouw op 30 december 1927 ging het snel slechter met Potter III. Hij overleed kort na haar op 28 juli 1928.
Henry Potter IV
Ruim 30 jaar daarvoor was de zoon van Henry Potter III in de zaak gekomen. Deze Henry Arthur Potter (1874-1949) had farmacie gestudeerd aan de School of Pharmacy en werd na zijn afstuderen in 1896 direct partner. Tezamen met Richard Cranfield Wren.
Richard C. Wren
Richard C. Wren was als 15-jarige bij het bedrijf gekomen. Hij had zich opgewerkt tot directeur. Zijn grootste interesse lag bij planten met geneeskrachtige functies.
Hij was degene die het kruidenboek van Henry Potter bewerkte en in 1907 openbaar maakte. De Potter’s Cyclopaedia of Botanical Drugs werd een succes en wordt nog altijd geactualiseerd herdrukt.
Familiebedrijf
Het bedrijf bleef lange tijd een familiebedrijf, maar er wordt gebroken met de voornaam Henry. In 1930 was het personeelsbestand gegroeid tot 500.
Potter IV had toen nog steeds de leiding. Richard C. Wren was met pensioen. William en Cecil Potter waren in de zaak gekomen, evenals Richard William Wren, de zoon van Richard C.
De productiebedrijven en kantoren strekten zich uit over meerdere straten in London. In 1910 waren de diverse gebouwen gerenoveerd en aangepast. De totale vloeroppervlakte was ruim 70.000 m2. De verschillende aandachtspunten (zaden, kruiden, pillenproductie e.d.) waren op logische wijze over de gebouwen verdeeld.
Naast de gebouwen in London, waren er inmiddels ook kantoren, productiegebouwen en plantages op meerdere andere plekken in Engeland.
Extra
Een kijkje in de fabriek ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Potter & Clarke Ltd. Het was in 1912 een bijzonder moderne fabriek, met doordachte productiemethoden. Het tijdschrift The Chemist and Druggist schreef er een verhaal over. Ik scande het en bewerkte het tot een leesbare PDF - 3,27 MB.
De eerste druk van Potter’s Cyclopaedia of Botanical Drugs PDF - 9,05 MB. En de tweede, door Richard C Wren bewerkte druk uit 1915 PDF - 9,05 MB.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Olympische Spelen 100 jaar geledenNieuwer: De lustrum man noemden we hem »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.