VVE in escalatie

VVE in een escalerend gesprek

‘We hebben een kleine VVE. De man tegenover mij is secretaris’, vertelt Thomas. ‘Hij is op leeftijd en vindt het leuk. Ik ben voorzitter. Dat is logisch’.

‘Hoezo is dat logisch?’, vraag ik belangstellend en onschuldig.

‘Omdat die twee vrouwen oud zijn’, is het antwoord.

‘Twee vrouwen? Wonen zij direct onder jou in het complex met zes appartementen’. Ik weet dat op de benedenverdieping een appartement is verhuurd aan studenten.

‘Nee, ze wonen ook op de benedenverdieping’.

‘Er wonen toch ook mensen op de tussenverdieping?’, stel ik mijn volgende vraag.

‘Ja, maar die huren’.

‘Wie zijn dan de eigenaren van die appartementen?’, vraag ik nog steeds belangstellend, met een vleugje nieuws- en leergierigheid.

VVE is eigenaar

‘De VVE is eigenaar’.

Er valt even een stilte. ‘Dat is papier. Er is toch mensen eigenaar van die appartementen’, zeg ik met een feitelijke toon en vragende intonatie.

‘Van een appartement als die van mij ben je geen eigenaar. De VVE is eigenaar van het appartement. Ik heb een recht gekocht om er te wonen’.

‘Ja, maar die mensen huren toch van iemand, van de eigenaar van zo’n appartement?’.

‘De VVE is eigenaar’.

Irritant

‘Wil je mijn vraag niet beantwoorden of zit je weer irritant belerend te doen. Als die mensen op de tweede verdieping huren, doen ze dat toch van een bedrijf of persoon. Ze doen het niet van een fiscaal-juridisch papiertje dat VVE heet, nota bene Vereniging van Eigenaren in het meervoud’.

‘Wat nou irritant belerend. We zijn geen eigenaar van het appartement. De VVE is eigenaar. Wij hebben enkel een recht gekocht om er te wonen en die mensen onder mij zijn huurders’.

‘Ik zei irritant belerend omdat je mijn vraag ontwijkt met onnodige feitelijkheid. Jij hebt een hypotheek genomen. In de volksmond ben jij eigenaar van dat appartement’.

‘Volksmond’.

‘Ja, algemeen gebruik. Ik reageerde slechts op jouw opmerking dat het logisch is dat jij voorzitter bent. Dat het logisch is, kwam volgens jou omdat er twee oude vrouwen wonen en huurders’.

Investeerder

‘jij, jij’.

‘Ja wat. Ik stel me dan voor dat er bij die twee appartementen met huurders ook minstens een bedrijf, de projectontwikkelaar bijvoorbeeld, eigenaar is. Of een persoon, een investeerder, die wellicht ter zake kundig genoeg is om voorzitter te zijn van de VVE. Als hij of zij dat zou willen’.

‘Maar we zijn helemaal geen eigenaar’.

‘Dat zei je al. De juridische constructie begrijp ik. Een tijdje terug heb ik zelf ook al een keer zo’n appartement gehad. Ik reageerde eenvoudig op wat je vertelde, dat het logisch is dat jij voorzitter bent. Dat vond ik grappig, en wellicht was ik benieuwd, te weten waarom dat logisch is’.

‘Je kunt gewoon niet tegen kritiek’.

‘Kritiek?’.

Defensief

‘Ja, jij wordt altijd direct defensief’.

‘Defensief? Ik voel bij mezelf enkel agressie opkomen. Ik stel een eenvoudige vraag en je draait er omheen. Je geeft een antwoord dat ik niet begrijp of dat nieuwe vragen oproept. We kunnen er ook over ophouden. Het maakt mij niet uit. Voor mijn part is het logisch dat jij voorzitter bent van jullie VVE’.

‘Je kunt niet tegen kritiek. Ik probeer je gewoon iets uit te leggen en je reageert zo’, gaat Thomas verder.

‘Ik…’

‘Ik probeer je iets uit te leggen. Het is niet de eerste keer. Leer er eens van’.

‘Leer er eens van? Ik stel je een eenvoudige vraag en je geeft me een bizar antwoord, die nieuwe vragen oproept of onduidelijk is. En je draait het zo dat ik degene ben die niet tegen kritiek kan, defensief is en er iets van moet leren’.

‘Ja. Kijk er eens naar ‘.

ALTIJD

‘Nou sorry Thomas. Het wordt tijd dat je eens naar jezelf kijkt en leert. Je ontwijkt een vraag en gaat een beetje belerend zitten doen. En dan nog even beweren dat ik ALTIJD defensief ben. Ik ben niets altijd. De ene keer ben ik dit en de andere keer dat. Dit keer ben ik vooral geërgerd. Ik irriteer me aan jouw reactie. Maar over iets dat onbelangrijk is. Laten we erover ophouden’.

‘Zie je. Je legt het weer buiten jezelf. Jij bent niet het probleem, het moet een ander zijn’.

‘Zullen we even teruggaan naar het begin. Jij vertelde dat je overbuurman secretaris is van de VVE en dat jij voorzitter bent. Het was logisch dat jij voorzitter bent, vertelde je. Daarop dacht ik, hoezo logisch. Er zijn nog vier huishoudens in het appartementencomplex. Op mijn vraag naar de logica van jouw voorzitterschap antwoord je dat er twee oude vrouwen beneden je wonen. Ik ga er vanuit dat zij samenwonen, want het andere appartement op die verdieping is verhuurd aan studenten. Dan blijven er er twee huishoudens op de tussenverdieping over’.

‘Ik heb het je al vaker gezegd. Het is duidelijk dat je niet leert van wat ik je aanreik. Je legt altijd het probleem bij de ander’.

‘Thomas, je hebt gelijk. Het is goed. Ik weet niet waarom die huurders geen koper, verhuurder of eigenaar hebben van stenen of woonrecht. Je hebt gelijk. Ander onderwerp’.

‘Kijk’.

‘Wat kijk?’.

‘Defensief gedrag’.

‘Ja klopt. Ik zal er eens naar kijken. En het interesseert me niet of jij ook eens kijkt naar wat jij van deze dialoog kunt leren.’.

‘…’

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 19 maart 2017 door in de categorie 2017, Algemeen

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *