Ernesto Picchioni – Het monster van Nerola
Een paar weken terug noemde ik Ernesto Picchioni in het bericht over de vrouwen kijker. Hij was de vader van een vrouw in een verhaal over een vrouwenverzamelaar. Maar wie was dat monster van Nerola en heeft hij echt bestaan.
Nerola
Nerola is een stadje ongeveer 50 km boven Rome, met iets minder dan 2000 inwoners. Het is vooral bekend vanwege het kasteel, dat tegenwoordig een hotel is, van de Orsini’s, een van de meest invloedrijke adellijke families in de Middeleeuwen.
Nerola was een van de dorpen waar vluchtelingen en ontheemden uit grote steden naar toe vluchten tijdens oorlogen. Je kon er gemakkelijk overleven door een verlaten boerderij op te knappen en het land te bewerken.
Ernesto Picchioni
Een van de gezinnen die er neerstrijkt in 1944 is de familie Picchioni uit Ascrea. Vader Ernesto Picchioni en zijn vrouw Filomena Lucarelli hebben vier kinderen. Het zijn de enige zoon Angelo, de dochter Valeria en de in het eerdere bericht genoemde dochters Carolina en Gabriella. Ze wonen buiten de stad, in een boerderij aan de Via Salaria.
Ernesto is een twistzieke en gewelddadige man. Vooral als hij heeft gedronken. Dat doet hij in de herberg op de Piazza San Sebastiano. Als hij daar weer eens wordt opgepakt vertelt hij dat hij slakkenverkoper is. Maar in werkelijkheid leeft hij van diefstal.
Misdrijven
Hij staat in Nerola al snel bekend als schietgraag omdat hij bij een woordenwisseling met wapens zwaait. En hij krijgt als bijnaam ‘brutta faccia’ (lelijk gezicht). Hij wordt door de politie beschouwt als gevaarlijker dan veel anderen, maar niet als een bedreiging.
Het is voor iedereen een moeilijke tijd en er zijn veel misdrijven. Met de komst van de familie Picchioni is het aantal diefstallen van vee, werktuigen en vervoermiddelen (met name fietsen) echter sterk toegenomen. Evaristo Acquistucci, hoofd van de plaatselijke politie, is de eerste die dat constateert. Er wordt echter geen actie ondernomen.
Achter tralies
Na enige tijd keert de eigenaar van de boerderij terug naar zijn woning. Hij ontdekt dat deze door de familie Picchioni is bezet en dat veel eigendommen zijn verdwenen. Wanneer hij de familie wil uitzetten wordt hij door Ernesto met een steen op zijn hoofd geslagen. Commandant Acquistucci grijpt nu wel in en Ernesto verdwijnt voor enkele maanden achter de tralies.
Ernesto is lid van de Communistische Partij. Hij wordt, waarschijnlijk op voorspraak van enkele partijgenoten, vervroegd vrijgelaten. Bij terugkeer naar de boerderij blijkt zijn gezin er nog te wonen, de eigenaar is vertrokken.
Vermissing
Kort na de vrijlating van Ernesto krijgt het hoofd van de politie, Acquistucci, een rapport van vermissing. Alessandro Daddi is op 3 mei 1947 vanuit Rome vertrokken op zijn ‘Cucciolo’ (puppy), een populaire kleine bromfiets in die tijd. Hij gaat naar zijn moeder in Contigliano, maar komt daar nooit aan.
De politie start een onderzoek. Ze reconstrueren de route van Dadi. Ze constateren dat het spoort eindigt in de buurt van Nerola. Een boer meldt een paar dagen later dat hij Ernesto Picchioni op een Cucciolo heeft zien rijden. Bij navraag vertelt Ernesto dat hij de bromfiets van een partijgenoot heeft gekregen. De commandant vertrouwt het niet, maar bij gebrek aan bewijs laat hij het voorlopig gaan.
Eerste opening
Op 23 oktober 1947 wordt commandant Acquistucci benadert door een inwoner van Nerola. Hij vertelt dat Filomena Lucarelli, de vrouw van Ernesto, hem heeft gestuurd. Zij vraagt Acquistucci haar man te arresteren voor ernstige misdrijven. Na zijn arrestatie zal de vrouw haar verhaal doen.
De man vertelt dat de commandant heel voorzichtig moet zijn. Want de vrouw en kinderen zijn in gevaar en Picchioni zal niet aarzelen zijn geweer tegen hen, de politie en het leger te gebruiken.
List
Om het gevaar voor iedereen te verkleinen bedenkt Acquistucci een list. Hij lokt Ernesto naar het politiebureau onder het voorwendsel dat hij recht heeft op vergoeding van oorlogsschade. Ernesto komt echter de 24e en 25e niet.
Daarom verschuilen politiemannen zich in de buurt van de boerderij langs de Via Salaria. Ernesto is naar de bruiloft van een neef, een kilometer verderop in een herberg aan dezelfde weg.
Arrestatie
Op de middag van de volgende dag rijdt Picchioni terug op een scooter. Vlak voor zijn huis versperren politiemannen met mitrailleurs zijn weg. Hij geeft zich over en wordt in een bestelwagen meegenomen naar het bureau.
Direct na de arrestatie snelt Acquistucci het huis van Ernesto binnen om te horen wat zijn Filomena te vertellen heeft. Ze is nog steeds bang, maar zij en haar kinderen geven informatie. Het is genoeg voor een formele verklaring.
Verklaring
In plaats van informatie over de verdwijning van Daddi, mei 1947, vertelt Filomena over de jaren daarvoor; vanaf 1944 toen de familie in Nerola kwam. Picchioni was boos en gewelddadig, vertelt ze, de diefstallen en alcohol waren hem niet genoeg.
Hij begon klinknagels te strooien in de buurt van zijn huis. Dat dwong ongelukkige voorbijgangers met lekke banden, hulp te zoeken bij het dichtstbijzijnde huis, zijn huis. Wanneer mensen om hulp vroegen was hij eerst vriendelijk, maar al snel beroofde hij ze.
Voorbeeld
In juli 1944 bijvoorbeeld was de fietsband van een man doorboord, vertelt Filomena. Ernesto sloeg de man met een voorhamer tegen zijn kaak. Daarna schoot hij de man twee keer van dichtbij met een geweer in het lichaam, dat hij begroef in de achtertuin.
Hij zou minstens drie andere mensen hebben vermoord in die periode. Er waren mensen vermist, maar er werd nooit onderzoek gedaan. Het was oorlogstijd. Er stierven veel mensen en om allerlei redenen.
Alessandro Daddi
Uiteindelijk komt Filomena in haar verhaal bij mei 1947. Alessandro Daddi kwam bij de boerderij voor hulp. Hij werd door Ernesto gastvrij onthaald met een drankje. Op een bepaald moment sloeg hij de man met een geweer op het hoofd en stak hem herhaaldelijk met een keukenmes. Tenslotte sneed hij de keel van Daddi door.
Hij haalde de weinige bezittingen van het lichaam en begroef Daddi in de tuin. Filomena en haar kinderen beseften pas de volgende ochtend wat er was gebeurd. De vloer was een groot bloedspoor. Ernesto dreigde dat hij elk familielid zou vermoorden die ook maar iets over de moord zou zeggen.
Bevestiging en berechting
Ernesto zelf blijft elk wangedrag ontkennen. De verhalen van de moeder worden echter door de kinderen bevestigd. Evaristo Acquistucci is overtuigd. Om te voorkomen dat de menigte tot snelrecht zal overgaan, besluit hij Ernesto op 27 oktober te verplaatsen naar de gevangenis van Palombara Sabina.
Op 30 oktober staat Ernesto voor de rechter. Hij verkondigt onschuldig te zijn en slechts beschuldigt te worden omdat hij communist is. De rechter stuurt hem naar de gevangenis in Regina Coeli. Filomena wordt ook gearresteerd. Zij wordt beschuldigt van medeplichtigheid en het niet eerder openbaren van wat zij wist.
Vrij en bekentenis
Een paar dagen later komt Ernesto alweer vrij, na het betalen van de proceskosten. Het onderzoek op basis van de verklaringen van Filomena gaat verder. In de tuin vinden forensisch rechercheurs lichamen. Dat van Daddi wordt geïdentificeerd door zijn broer. Een ander lichaam wordt herkend als dat van de advocaat Pietro Monni.
Ernesto Picchioni besluit te bekennen. Hij heeft de twee gevonden personen vermoord om mee te kunnen doen aan acties van de communistische partij. Hij bekent ook de moord op twee Duitse officieren. Het is iedereen duidelijk dat hij de aandacht wil verleggen naar partijpolitieke motieven.
De jury gelooft hem niet. Ernesto wordt aangeklaagd voor moord. Een paar dagen later worden de resten van de onbekend gebleven mannen opgegraven in de buurt van de boerderij.
Proces
Pas op 10 maart 1949 vindt het proces plaats. De rechter en politie willen eerst de positie van Filomena vaststellen: is ze medeplichtig of een slachtoffer. De vrouw wordt uiteindelijk als slachtoffer van een gewelddadige man beschouwd; ze heeft gezwegen uit angst te worden gedood.
De politieke argumenten worden verworpen. Ernesto probeert zichzelf nog als krankzinnig te presenteren, maar dat wordt genegeerd. Ruim een week later komt de uitspraak: tweemaal levenslang en zesentwintig jaar voor de moord op Daddi, Monni en twee onbekende personen.
Gevangenschap
Zijn gevangenschap begint in de psychiatrische gevangenis van Reggio Emilia. Later wordt hij overgebracht naar de gevangenis in Civitavecchia en vervolgens naar Porto Azzurro, op het eiland Elba.
In 1954 krijgt Picchioni, nog steeds in gevangenschap, nogmaals levenslang voor de moord op Mario Lucchesi. Deze vrachtwagenschauffeur is door Ernesto vermoord in oktober 1945.
Hij reed met zijn goederen van Rome naar Rieti en werd gevolgd door de truck van een vriend, Costantino Fidanza. Ernesto kreeg een lift naar huis van Lucchesi. De truck verdween uit het zicht van Fidanza en is nooit gevonden. Evenmin als het lichaam van Lucchesi.
Laatste krantenberichten
Het monster van Nerola zoals hij wordt genoemd in kranten komt nog twee keer in het nieuws. De eerste keer als hij Paus Johannes XXIII aanvalt tijdens diens bezoek aan de gevangenis.
De tweede en laatste keer na zijn fatale hartaanval op 9 september 1967.
Reportage van Luce
Het Instituut Cinema Luce is een van de rijkste historische filmarchieven in de wereld. Ze is in 2011 opgericht ter stimulering en behoud van de Italiaanse film. Ze beheert het erfgoed zoals in Nederland de stichting Beeld en Geluid en bracht o.a. een verslag over het monster van Nerola.
In de samenvatting zijn Filomena en de kinderen te zien, de werkzaamheden van de politie en de zoektocht naar lichamen. Een uitgebreide documentaire is te zien op Youtube
Een uitgebreidere documentaire is te zien op Youtube
Bovenstaand bericht is een verkorte en vrije vertaling van een artikel van Ferdinando Angeletti (pdf)
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Vlieg met een hartje op zijn rug (fvdw-14)Nieuwer: Vergruizer op ons pad tijdens lunchwandeling »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.