Het is een kraai. Ik weet het zeker.
‘ Het is een kraai. Ik weet het zeker’, zegt mijn schoonzus resoluut. Tijdens een familiebezoek aan mijn moeder zit er een zwarte vogel in de tuin.
‘Ja, maar wat is dan het verschil tussen een raaf, kraai, roek, kauw en ekster?’, vraagt ik.
‘Het heeft met de grootte te maken in dit geval en uiterlijke kenmerken. Qua grootte ligt hier de keuze tussen kraai en kauw. Een kauw heeft een witte of grijze nek. Dat hebben deze niet, dus het is een kraai. Voor een raaf is deze vogel te klein’.
‘Ok. Ik neem het van je aan’.
Het is een kraai
Maar mijn acceptatie was diplomatiek. Het is een kraai. Ja, ze kan me nog meer vertellen. Thuis gekomen wilde ik het voor eens en altijd weten. Want ook onderweg zie ik regelmatig samenscholingen van zwarte vogels. Daarvan weet ik inmiddels dat het geen kauwtjes zjin, want die hebben dus een grijs achterhoofd.
Maar ze lijken ook niet op de kraaien die ik vorig jaar in Canadag zag. De intelligente zwarte vogels die in Vancouver steeds vaker opduiken en zich daar overdag over de stad verspreiden.
Kraaiachtigen
De raaf, kraai, roek, kauw en ekster behoren tot de kraaiachtigen. Laat ik de Vlaamse Gaai ook direct maar noemen. Die kraaiachtige komt immers ook in Nederland voor. Zonder paspoort steekt ook deze kraaiachtige de grens met België over. Samen heten de kraaiachtigen met een Latijnse naam Corvidae.
De familie van de kraaiachtigen behoort met andere vogelfamilies tot de zangvogels en tot de hoofdfamilie Corvoidea. Ik zal nog eens een bericht schrijven over classificatie en taxonomie. Want sinds meerdere wetenschappers zich met dat onderwerp bezighielden is het niet echt duidelijker geworden.
De familie kraaiachtigen bestaat uit ruim twintig geslachten. Grofweg kun je de Nederlandse kraaiachtigen indelen in vier geslachten: Pica, Garrulus, Coloeus en Corvus
Ekster, kauw, gaai en allemaal kraaien
Weer grof over de duim kun je zeggen dat onze ekster in Pica hoort, de vlaamse gaai in Garrulus en de kauw bij de Coloeus. Er zijn veel meer ekster- en gaaisoorten, maar die vallen onder andere geslachten. Bij de kauw zijn er twee soorten, de gewone kauw die bij ons rondvliegt en de Daurische kauw.
Het herkennen van de kauw met zijn witgrijze nek heb ik hierboven al beschreven. Beide andere ‘kraaien’ zijn ook eenvoudig te herkennen.
Ik wilde het niet van mijn schoonzus aannemen, toen ze zei: het is een kraai. Inmiddels weten we dat ze een beetje gelijk heeft. Want ze horen allemaal tot de kraaiachtigen en, verwijzend naar de familie, kun je ze allemaal kraai noemen.
Ekster en gaai
De ekster is zwart met opvallend grote witte delen. In het zwart hebben ze een groenblauwe olieachtige glans. En ze hebben een langere staart dan andere ‘kraaien’.
De Vlaamse gaai, ook wel gewoon gaai genoemd, is lichtbruin. Hij heeft blauwe vleugels met een grijze tot zwarte gloed.
Raaf, kraai en roek
Alle overige hierboven genoemde vogels behoren tot het geslacht Corvus. Dit geslacht is voor ons het meest interessant. Want hieronder vallen de raven, kraaien en de roek. En bij die groep vogels is het onderscheid voor ons het moeilijkst.
In Nederland kennen we de raaf, twee soorten kraaien en een roek. Maar in de rest van de wereld zijn er veel meer van elk. Er zijn 11 soorten raven, waaron die van ons. De in de Benelux voorkomende raaf, de Corvus Corax, is ook direct de grootste kraaiachtige vogel.
In het geslacht Corvus worden 33 soorten vogels met de naam kraai onderscheiden, waaronder de bonte en zwarte kraai die in ons land voorkomen. Tenslotte zijn er nog twee soorten roek: de Kaapse roek die in Afrika leeft en onze roek, de Crovus Frugilegus.
Herkennen
Onze raaf is dus de grootste soort in zijn familie. Hij is helemaal zwart. Zijn zwavel is in verhouding tot zijn lichaam wat groter dan bij andere ‘kraaien’. Bovendien is de snavel van de raaf licht gekromd. In hun vlucht zjin ze te herkennen aan de ruitvormige staart.
De roek is iets kleiner dan de raaf. Hij is ook volledig zwart, maar met een blauwe gloed over zijn vacht. Het bovendeel van hun poten is bedekt met veren; je zou het ‘de broek van de roek’ kunnen noemen. Onder de snavel zijn ze vaak kaal. Oudere roeken zijn eenvoudiger te onderscheiden van andere kraaien, doordat de snavel van roeken geleidelijk grijzig wordt.
De zwarte kraai is ongeveer evengroot als de roek. Zijn verenvacht is ook geheel zwart, maar met een groene gloed. Een zwarte kraai kun je in zijn eentje tegenkomen. Dit in tegenstelling tot andere kraaien. Die leven meer in groepen. De zwarte kraai kan witte en grijze plekken hebben. Dit kan door voeding komen of door vermenging met de bonte kraai.
De bonte kraai lijkt veel op de zwarte kraai. Het heeft doorgaans meer witte en grijze plekken en kan zelfs een bruinige borst hebben. De zwarte en bonte kraai zijn in de loop van de tijd vermengd. Nakomelingen hebben daardoor beide genen. Vooralsnog worden ze als aparte soort onderscheiden.
DNA en indeling
Bij herkennen gaat het vanzelfsprekend om uiterlijke (her)kenmerken. Zo is ook de indeling in het classificatiesysteem ontstaan. De afgelopen dertig jaar is veel onderzoek gedaan naar de DNA van vogels.
Door dat onderzoek en de werkwijze komt de classificatie er anders uit te zien. De vogelwereld ziet er op DNA-niveau heel anders uit. Vogels die familie lijken, blijken dat in werkelijkheid niet te zijn. Voorlopig wordt een nieuwe indeling op basis van DNA nog niet algemeen geaccepteerd.
Zie het Vogeldagboek van Adri de Groot, boordevol foto’s, geluidsfragmenten en informatie over vogels. De foto van de zwarte kraai in de header is geplaatst met toestemming – ©www.vogeldagboek.nl.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: In 5 stappen 10 jaar jongerNieuwer: Fotokunst van Alberto Pizzoli met Ronaldo »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.