Processierups, niet alleen van eiken
De eiken processierups was voor mij altijd een beestje in Limburg. Als er op de radio werd gewaarschuwd was het voor mensen in het zuidoosten van ons land. Twee jaar geleden pas zag ik ineens dichter bij huis roodwitte linten aan bomen. “Pas op. Processierups” stond erop. Toen ik de volgende dag dezelfde weg reed waren ze weer weg, de linten. Wellicht de eiken processierups ook.
Gezien had ik ze nog nooit tot een paar dagen geleden. Ik had afgesproken met Cor. Vanwege wegwerkzaamheden zette ik mijn auto op een centrale parkeerplaats in de buurt. Ik liep naar zijn kantoor en kwam langs allemaal bomen met waarschuwingslinten over de processierups.
Geen lint
Maar er was iets gek. Dus bij Cor aangekomen zeg ik, ‘heb je die linten gezien, aan die bomen. De enige boom waar geen lint aan zit heeft een hele grote bol met van die beestjes, de processierups neem ik aan’.
‘Ik heb zo’n beestje eigenlijk nooit gezien’, reageert Cor, ‘zullen we even kijken’.
Ik had bovenstaande foto al gemaakt, maar nog niet laten zien. Dat heb ik zo gelaten. Ik kon me voorstellen dat je die rupsen met eigen ogen wilt zien. We liepen naar buiten. Aan de meeste bomen hingen wel grijze draden. Maar alleen aan de boom zonder lint hing een bol met misschien wel een paar honderd rupsjes.
Gezien
Op korte afstand van de bol spraken we even over de processierups, de haren, de jeuk en ademhalingsproblemen. We gingen weer naar binnen. Cor vroeg zijn medewerkers of ze weleens een eiken processierups in het echt hadden gezien.
Van de vijftien had er eentje zo’n beestje echt gezien, drie kenden het van een foto en de rest had er alleen van gehoord. Het werd voor de meesten een vrijbrief om even naar de overkant van de straat te lopen.
Eiken processierups
Internet staat boordevol informatie over de eiken processierups. Waarschijnlijk heeft de robot van google inmiddels een standaard resultatenpagina gemaakt van dit scrabble woord (30 punten zonder letter- of woordwaarde).
Enkele van de meest interessante links met algemene informatie:
- Informatie over de Eiken processierups op de website van het RIVM en de toolkit op diezelfde website
- Het groenkennisnet met informatie over de eiken processierups
- En natuurlijk de wiki over de eikenprocessierups
Réaumur en Peterselie
Het vervelende van de plaag is dat de haartjes, die de jeuk veroorzaken, ook door de lucht dwarrelen. Op elke site met informatie lees je dezelfde remedies, oftewel hoe te handelen als je bent geraakt door zo’n haartje. Eentje kom ik daarbij echter niet tegen.
Het is de remedie die de Franse natuuronderzoeker René de Réaumur al in 1734 beschreef. Hij schreef vele boeken. Maar in zijn ‘Mémoires pour servir à l’histoire des insectes’ (herinneringen om de geschiedenis van insecten te dienen) vertelde hij over zijn contact met processierupsen.
Hij wreef met een peterselieblad over de geraakte plek. Het voelde direct verzachtend. Blad van een andere plant zouden volgens hem ook kunnen helpen. Maar daar schrijft hij verder niet over.
Jean-Henri Fabre
De Franse schrijver en entomoloog Jean-Henri Fabre onderzoekt het wel. In het verhaal ‘la vie des chenille’ (het leven van de rups), dat is samengesteld uit meerdere van zijn verhandelingen, schrijft hij erover. Hij merkt op dat peterselie verzacht, maar niet direct de irritatie wegneemt. Postelein doet dat wel als hij blad op de wond drukt, waardoor er ook sap uit het vlezige blad vrijkomt.
Fabre schreef de serie ‘souvenirs entomologiques’ (entomologische herinneringen). Tien boeken van tezamen vierduizend pagina’s over allerlei insekten. In het verhaal over de rupsen vertelt hij eerst iets over de veel vervelender beschermingstrucjes van andere beestjes. Daarbij vergeleken is de processierups volgens hem onschuldig. Hij schrijft:
Veel rupsen, allemaal ongevaarlijk, hebben een laag borstelharen. Onder de microscoop tonen die haartjes zich als speren met weerhaken, vrij onschadelijk ondanks hun bedreigende aspect.
Vroeg in de lente zien we, over de paden kruipend, een levendig bewegende rups die afkeer oproept met zijn woeste harigheid, die als rijp graan golft. De oude naturalisten, met hun ongekunstelde en pittoreske naamgeving, noemde hem de Egel.
Barend Lempke
De Amsterdamse onderwijzer Barend Lempke begon in 1936 een serie over grote vlinders in Nederland. Het verscheen in het Tijdschrift voor Entomologie onder de titel”Catalogus der Nederlandse Macrolepidoptera’.
In een van zijn verhalen meldt hij dat de processierups van de eiken processievlinder tussen 1820 en 1900 al in zuid Nederland voorkwam. Daarna verdwijnt de rups weer lange tijd uit Nederland. Sinds 1990 wordt hij weer bijna jaarlijks gezien, vooral in het zuiden. Geleidelijk verspreidt het zich, waarschijnlijk door het veranderende klimaat, over geheel Nederland.
Dennen processierups
Wij kennen de eiken processierups. Maar er is nog een processierups, de dennenprocessierups. Jean-Henri Fabre had vooral belangstelling voor deze rups, die overigens in veel eigenschappen overeenkomt met de eiken processierups. Een van de weinige verschillen is dat het de rups in een andere boom zit.
Hij ontdektde dat de dennen rupsen tijdens het lopen een zijden draad achterlaten. Wanneer een andere rups hierop komt, gaat het deze draad volgen. Op die manier lopen ze uiteindelijk allemaal achter elkaar. Het wordt gestopt wanneer een van de rupsen wegvalt of door een mens wordt verwijderd uit de reeks.
Het is Fabre gelukt, beschrijft hij in zijn verhaal, op die manier processierupsen zeven dagen achter elkaar te laten lopen over de rand van een bloempot. De wandeling werd enkel door kleine slaappauzes onderbroken. Daarna stopte het doordat een van de rupsen per ongeluk wegviel.
De Wapendrager
De wapendrager tenslotte is ook een rups die in processie loopt. Het behoort wel tot de tandvlinders, maar wordt niet gerekend tot de onderfamilie processievlinders. De wapendrager is ingedeeld bij de onderfamilie Notodontinae. En om het nog ingewikkelder te maken wordt de onderfamilie van de processierups soms in zijn geheel weer ondergebracht in die som onderfamilie Notodontinae.
De rups is in ieder geval bijna twee keer zo lang als de eiken- en dennen processierups. Het komt voor in Midden- en West Europa. En zijn Nederlandse naam kreeg hij door zijn kop, die lijkt op een ouderwets wapenschild. In het Engels heet het Buff-tip, wat verwijst naar zijn bruingele kop.
Meer informatie:
- Onderzoek uit 2012 naar gezondheidsrisico’s van klimaatverandering, met name door de eiken processierups
- Artikel over de eiken processierups in het tijdschrift Vlinder van 1997
- Folder van de overheid over de eiken processierups
- Zie ook het bericht ‘Insect‘ of ‘VN wil insecten eten‘
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Volendamse ziekte – elk huisje heeft zijn kruisjeNieuwer: Visitekaartje via handel naar business »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.