Decal, een bijzondere sticker
Voor drukwerk gebruiken we veel Engelse woorden, zoals poster, sticker, folder, leaflet. Het woord decal kennen wij in Nederland echter niet. Google translate vertaalt het naar sticker. Toch zijn een sticker en decal twee verschillende zelfklevers.
Hoewel sommigen vanuit de logica zeggen: een decal is een sticker, maar een sticker geen decal. Maar dan ga ze er vanuit dat alle zelfklevende papieren of plastics een sticker zijn. Een beetje zoals het merk Aspirine een algemene naam werd voor alle medicijnen met acetosal.
Sticker en decal
Wat is een sticker? Een sticker is een zelfklevend papier of plastic in een gangbare vorm (vierkant, driehoek etc.) met een algemene afbeelding of tekst aan de voorzijde.
Wat is een decal? Een decal is een bijzonder zelfklevend papier of plastic met een afbeelding of tekst, eventueel in spiegelbeeld bedrukt en in afwijkende vormen. Wij noemen het ook wel transfer. Maar Engelstalige drukkers gebruiken het ook specifiek voor half-voorgesneden zelfklevers.
Décalcomanie
Het woord decal komt van het Franse woord Décalcomanie. De techniek is uitgevonden door Simon F. Ravenet, een Franse graveur die in 1750 naar Engeland emigreerde. Daar bedacht hij deze transfer techniek.
Ravenet noemde de techniek zelf décalquer. Dat betekent zoiets als ‘in lagen brengen’. In Engeland werd de uitvinding Decalcomania genoemd, afgekort decal.
Porselein industrie
Ravenet werkte vanuit Londen onder andere voor John Sadler, die in 1748 in Liverpool een drukkerij was begonnen. Liverpool had in die tijd een bloeiende aardewerkindustrie. Sadler begon te experimenteren met het bedrukken van porselein. Daarmee zou Liverpool de concurrentie kunnen aangaan met Nederlandse aardewerkfabrikanten.
Samen met Sadler, en diens compagnon Guy Green, werkte Ravenet mee aan een oplossing. Vanuit zijn grafische kennis kwam Ravenet uiteindelijk met de transfer. Dat was in 1753. Ravenet werkte inmiddels voor Bow Porcelain, een fabriek in Chelsea, en een emailleerfabriek aan de andere kant van de Thames in Battersea.
Door de techniek konden aardewerk tegels, vazen en kopjes veel sneller en goedkoper worden bedrukt. Sadler en Green waren geen pottenbakkers, maar drukkers. Sadler en Ravenet verschilden van mening over de exploitatie en het eigendom van de techniek. Ravenet was echter vooral graveur en te bescheiden om er verder veel ophef over te maken.
Patent
De Ierse graveur John Brooks vestigde zich in 1747 in Londen. Hij werd in 1753 partner en leidinggevende bij het emailleerbedrijf in Battersea. In 1751 probeerde hij een patent te krijgen voor ‘af- en indrukken en omkeren op glazuur en porselein van gegraveerde en geëtste koperplaten en van snijwerk in hout en metaal’. De patentaanvraag werd afgewezen.
In 1754 vroeg Brooks weer patent aan en in 1755 deed hij een derde aanvraag. Een jaar later ging de emailleerfabriek failliet.
Jacques Louis Brolliet en Ravenet
Ravenet werkte van 1753 tot het faillissement bij de emailleerfabriek. Het was de Zwitsers-Franse chemicus Jacques Louis Brolliet die de techniek van Ravenet in de openbaarheid bracht. Dat was nadat Ravenet hem in 1758 had helpen vluchten naar Frankrijk.
Brolliet was een bedrijfsspion. Bij terugkeer in Frankrijk had hij een debriefing met de chemicus Jean Hellot. Tijdens dat uitgebreide gesprek, dat zich uitstrekte over twee maanden, vertelde hij over de uitvinding van Ravenet.
De decal techniek van Ravenet
Voor zijn overdruk-techniek sneed Ravenet eerst een gravure op een koperplaat die vooraf met een waslaag was ingevet. De koperplaat werd daarna met een zuur behandeld. Hiermee werd het koper verwijderd op de plekken waar de waslaag was weggekrast.
Daarna verwarmde hij de koperplaat en wreef fijne olie met een beetje pigment in de kraslijnen. Het teveel aan olie verwijderde hij. In een handdrukpers drukte hij de koperplaat en een vel vloeipapier tegen elkaar. De gekleurde olie werd daarmee overgebracht van de koperplaat op het vloeipapier. Het papier haalde hij er voorzichtig af.
Hij strooide daarna lichtjes wat pigment in poedervorm op het papier. Het pigment kleefde alleen daar waar olie was. Het papier werd tegen de tegel, vaas of het kopje gehouden en het ontwerp erop gewreven.
Het te bedrukken product was daarvoor al helemaal af; het was al geglazuurd op 1000 graden Celsius. De transfer was dus een zogenaamde over-glazuur afdruk. Na de bedrukking werd de afbeelding gefixeerd in een oven op 750 graden Celsius. De bedrukte laag was daardoor kwetsbaarder dat het glazuur eronder en kon door slijtage beschadigen.
Moderne decal
De huidige decal heeft niet meer de omslachtige werkwijze. Verschillende fabrikanten van stickermateriaal maken ook vellen en rollen gelijkend op de decal-methode. In Nederland hebben deze transfers of overdruk zelfklevers allemaal namen met sticker. Vaak heet het eenvoudig raamsticker.
In Engelstalige landen wordt wel meer onderscheid gemaakt. Daar heten de transfers: opaque decal, perforated decal of static cling.
Cling? Ja, een decal zonder zelfklevende laag. Zelfs daar hebben de Engelstaligen een aparte naam aan gegeven.
Meer informatie:
- In de wijk Battersea in Londen is een straat naar Ravenet genoemd, als dank voor wat hij betekende voor de aardewerkindustrie (google maps).
- Het boek ‘English Ceramics in French Archives’ van Bernard Dragesco uit 1993. Ondertitel: the writings of Jean Helliot, the adventures of Jacques Louis Brolliet and the Identification of the ‘Girl-in-a-Swing’ factory’.
- Gordon Elliott schreef in 2007 Aspects of Ceramic History – A Series of Papers Focusing on the Ceramic Artifact …
- De afbeelding in de header is een van de eerste transfers gemaakt door Simon F. Ravenet in 1754
- Zie ook de berichten Leporello en Andries Jager
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Whatsapp email mentaliteitNieuwer: Horloges en de horlogemaker »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.