Hemingway en de FBI
Behorend bij Hemingway en FOIA
HEMINGWAY’S LAATSTE GETUIGENIS
Op 2 juli 1961 werd Mary Hemingway wakker door wat ze beschreef als het dichtrammen van een ladekast. Haar echtgenoot, Ernest, was altijd vroeg op. Er werd beweerd dat hij elke zonopkomst in zijn leven had gezien. Maar de laatste tijd interesseerde het hem niet veel meer. Ze rende naar beneden.
Ernest Hemingway, de wereldberoemde schrijver, had de loop van een geweer in zijn mond gedaan en de trekker overgehaald.
Mary was niet verrast door de zelfmoord van haar man.
Volgens de politierapporten liep Mevrouw Hemingway rustig naar de telefoon en belde een oude vriend van de familie. Ze vertelde Leonard Lyons wat er was gebeurd en vroeg hem een persconferentie te organiseren om mee te delen dat Ernest tijdens het schoonmaken van een geweer per ongeluk was gedood.
Mensen die Hemingway kenden wisten echter wel beter. In een van de vele boeken die na de dood van Hemingway verschenen vertelt een oude visvriend, Vernon Klimo, dat hij direct na het horen van het nieuws wist dat het geen ongeluk was geweest.
“Moed is Hemingway’s centrale thema” was de uitleg van de Zweedse Academie bij de uitreiking van de Nobelprijs aan Ernest in 1954. Zijn boeken waren een neerslag van zijn leven. Hij was opstandig, brak regels en wetten, hij was een held en de wereld was verrast door zijn plotselinge dood.
GEHEUGENVERLIES
“Een schrijver moet natuurlijk verhalen bedenken… maar hij bedenkt ze uit wat hij weet,” schreef Hemingway zijn uitgever in 1949.
Het is tragisch dat zijn vermogen om te herinneren en te schrijven was vernietigd door een aantal elektroshocks die hij, onder behandeling bij psychiater Howard Rome, had ondergaan in de Mayo Clinic in Rochester, Minnesota.
Dr. James Catell 1) uit New York had, in overleg met Mary Hemingway en een vriend van de Hemingway’s, de schrijver A.E. Hotchner, deze gewelddadige techniek aanbevolen.
Hotchner bezocht Hemingway begin juni 1961 in de Mayo kliniek. Later vertelde hij dat Hemingway keer op keer klaagde dat de psychiatrische behandeling zijn geheugen vernietigde en daarmee zijn vermogen om te schrijven. “Wat denk je dat er met een man gebeurt,” vroeg Hemingway,”wanneer hij zich realiseert dat hij nooit meer de boeken en verhalen kan schrijven die hij zichzelf beloofd heeft te schrijven?”
Na zijn ontslag uit de kliniek, 26 Juni, reed Hemingway met zijn vrouw naar hun huis in Ketchum, Idaho, waar ze op de avond van de 30ste aankwamen. 36 uur later was Hemingway dood.
Het wordt al geruime tijd onderkent dat Elektroshocks tot geheugenverlies leiden en dat mensen die dit soort behandelingen ondergaan lusteloze kasplantjes worden. Het was Hotchner opgevallen, tijdens zijn bezoek begin juni, dat Hemingway anders was. Hotchner schrijft daarover in zijn boek, ‘Ernest is niet meer dan een beeld geworden van wat eens een groot schrijver was.’
THE MAYO CLINIC
Hemingway was voor het eerst opgenomen in de Mayo kliniek op 30 november 1960. In zijn boek,” PAPA HEMINGWAY”, verhaalt Hotchner gebeurtenissen van voor de opname in de kliniek, waarbij Hemingway zich zaken verkeerd herinnert en waarin Ernst’s gedrag grillig is. Het lijkt een poging om de opname van Hemingway te verklaren en aan te geven dat niet de psychiatrische behandeling de oorzaak was van de zelfmoord.
Een bijzondere omstandigheid kan Hotchner’s verklaring van een in gebreke blijvend geheugen weerleggen. Vlak voor de opname in de Mayo kliniek werkte Hemingway aan een boek met Parijse verhalen over zijn tijd in Parijs. Na zijn dood reisde Mary Hemingway naar Parijs om Ernests verhalen over het Parijs van de twintiger jaren te verifiëren. Niet alleen bleken de locaties exact beschreven, ook de situering en volgorde van straten was correct. De slechte speller, Hemingway, had slechts twee franse straatnamen verkeerd gespeld. (De verhalen verschenen in het boek “A movable feast”.)
Hotchner’s beschrijving van Hemingway’s gedrag is grotendeels gebaseerd op gebeurtenissen waarbij Hemingway’s aandacht was afgeleid en waarbij hij beweerde dat “de FBI” hem volgde.
Aangenomen werd natuurlijk dat dit eenvoudig paranoia was van Hemingway, dat hij zich dingen inbeeldde. Er zijn echter bewijzen dat Hemingway gelijk had als hij beweerde door regeringsagenten in de gaten te worden gehouden. Hemingway’s aandacht voor de FBI begon omstreeks Juli 1960.
Tijdens zijn leven woonde Hemingway op veel verschillende plaatsen, Parijs, Venetië, Idaho, Key West en Cuba. Een van zijn favoriete huizen was een kleine boerderij even buiten Havana, Cuba, die hij in 1940 had gekocht.
In Januari 1959 marcheerde de troepen van Fidel Castro Havana binnen, ze brachten de dictatuur van Fulgencio Batista ten val en vormden een nieuwe regering.
Uit verschillende rapporten blijkt dat Castro de vriendschappelijke relaties met het machtige Amerika wilde behouden. Volgens Hotchner vond Hemingway dat Castro naar de Russen werd gedreven door de Amerikaanse koersen op, uit Cuba geïmporteerd, suiker.
In Maart 1959 werd de tweede belangrijke man van Batista’s geheime dienst, Jose Quevedo, gevangen genomen. Deze Quevedo, die was opgeleid door de FBI, was contactman voor de CIA in Cuba. Pogingen van de CIA om Quevedo vrij te krijgen mislukte. Hij werd gedood door Che Cuevara’s leger. Dit incident zette volgens rapporten, de Cubaanse CIA op tegen Castro’s regering.
Begin 1960 verbleef Hemingway in Cuba om er te werken aan artikelen over stierenvechten voor het Amerikaase tijdschrift Life en het hierboven genoemde boek met Parijse verhalen. Castro had, in het begin, Hemingway verzocht om in Cuba te blijven, hoe het politieke klimaat ook was; Hemingway was de meest beroemde Amerikaan op Cuba.
Een keer stond er een Russische delegatie bij Hemingway op de stoep, geleid door Anastas Mikoyan. Later, in het voorjaar van 1960, organiseerde Hemingway een viswedstrijd die werd gewonnen door Fidel Castro 2). Deze gebeurtenissen trokken, natuurlijk, de aandacht van de FBI en de CIA.
Tegen juli 1960 was het politieke klimaat “Cuba si, Yanqui no”. Vriendschappen waren verbroken en de Hemingway’s besloten het eiland te verlaten. Terug in Key West, eind Juli, begon Hemingway zich druk te maken over “the Feds” die hem volgden.
Hemingway reisde in augustus van dat jaar naar Spanje om er verder te werken aan de artikelen voor LIFE. In brieven aan Mary in Idaho, klaagde hij erover dat het werk hem teveel werd. Het stierenvechten leek een gemeen karikatuur van zijn vroegere kunstenaarschap en hij begon te walgen van dat stierengevecht en alles er omheen. Mensen om hem heen merkten zijn vermoeidheid op en zijn bezorgdheid over de FBI.
In september schreef hij aan Mary dat hij wilde stoppen en teruggaan naar het gezondere leven in Idaho. Bij terugkomst in oktober bleef Hemingway erover klagen dat hij in de gaten werd gehouden door wat hij noemde “the feds”, die hij identificeerde als agenten van de FBI of de IRS. Ook in November maakte Hemingway opmerkingen over “the feds”, zijn aandacht werd er sterk door afgeleid. Hotchner stelde Mary daarom voor om psychiatrische hulp voor Ernest te overwegen.
Op 30 November ging Ernest Hemingway naar de Mayo kliniek waar het afglijden naar zelfmoord begon.
FBI VOLGT HEMINGWAY
De documenten die we hebben vrij gekregen door gebruik te maken van een Amerikaanse wet 3) die vrijheid van informatie voorschrijft, tonen aan dat de FBI vanaf 1943 een sterke belangstelling had voor Hemingway en dat ze hem inderdaad volgden.
Volgens dossiers van de FBI was Hemingway in 1942 benaderd door de Amerikaanse Ambassade. Hem werd gevraagd mee te werken in de geheime dienst om de symphatieën en bronnen van de Spaanse Falange op Cuba uit te roeien. De Falange was een fascistische organisatie die de officiële leidende partij werd in Spanje na 1939.
Hemingway, die toen twee jaar in Cuba woonde, had veel vrienden gemaakt en werd bijzonder gerespecteerd. Instemmend met het verzoek van de Amerikaanse Ambassade zette hij een inlichtingendienst op en rapporteerde aan de ambassadeur in Cuba, Spruille Braden. Uit de dossiers blijkt dat Braden en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken bijzonder ingenomen waren met de rapporten uit Hemingway’s organisatie. Tezelfdertijd, zo blijkt uit de documenten, ging Hemingway mee met onderzeeboot verkenningsmissies die, als onderdeel van een marineactiviteit, hielp Nazi-onderzeeërs in de Caribische wateren uit de weg te ruimen.
Er was klaarblijkelijk een breuk tussen de ambassade en het FBI kantoor in Cuba. Ondanks de enthousiaste rapporten over Hemingway’s acties van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, beoordeelde de FBI de activiteiten van Hemingway in een heel ander licht.
Uit de FBI documenten komt naar voren dat de plaatselijke rechtskundig FBI diplomaat R.G. Leddy een groot aantal memo’s schreef aan J. Edgar Hoover waarin hij beweert dat de FBI onvriendelijk behandeld werd door de ambassade. Hemingway daarentegen kon zich verheugen in een goed contact met ambassadepersoneel en een vriendschappelijke omgang met de ambassadeur.
The FBI was bijzonder gevoelig voor deze en andere politieke bindingen van Hemingway. Volgens de dossiers was hij een goede bekende van Eleanor Roosevelt, vrouw van president Franklin D. Roosevelt, en van Henry Morganthau, op dat moment minister van financiën. Morganthau was zelfs een regelmatige gast bij Hemingway op Cuba.
Hemingway’s houding tegenover de FBI was nooit prettig, soms zelfs openlijk vijandig en minachtend. Leddy beschrijft gebeurtenissen die dit moeten illustreren. Zo tekende Hemingway in 1940 een petitie die de behandeling van de FBI kritiseert van bepaalde personen. Deze personen hadden mensen aangemoedigd dienst te nemen in het Spaanse Republikeinse Leger. Daarbij had Hemingway Leddy eens geïntroduceerd als een lid van de Amerikaanse Gestapo.
FBI SMERIGE TRUCS
Andere rapporteringen in de dossiers geven andere redenen aan waarom de FBI een hekel had aan de beroemde auteur.
Op 17 December 1942 schrijft D.M. Ladd in een notitie aan J.Edgar Hoover dat ambassadeur Braden een idee-fixe had over corruptie in de Cubaanse regering en dat Hemingway onderzoek deed naar het hoofd van de Nationale Politie van Cuba, een organisatie die een nauwe band met de FBI onderhield. Als Hemingway’s onderzoek zou doorgaan, voorspelde Ladd, dan zou dat het bureau (de FBI) wel eens in grote verlegenheid kunnen brengen. Ladd stelde daarop voor dat er iets moest gebeuren om Hemingway te stoppen.
Eind December verschenen de eerste memoranda waarin Hemingway werd beschuldigd van communistische sympathieën.
Er werd onderzocht of er werkelijk gevaar was bij de problemen die Hemingway kon veroorzaken met zijn onderzoek. Toen dit risico inderdaad aanwezig bleek gaf J.Edgar Hoover een van zijn mannen 4) opdracht om in een “diplomatiek” gesprek met ambassadeur Braden de mogelijkheid van ontbinding van Hemingway’s organisatie te bekijken.
Hoover maakt zijn ondergeschikten ook duidelijk dat hij niet wilde dat Hemingway deel nam aan geheime dienst acties. Hij schreef dat Hemingway de laatste man was die mocht worden gebruikt voor zo’n taak. Hij beweerde dat Hemingway’s inzichten niet zo best waren en dat het zeer de vraag was of Hemingway zaken wel nuchter kon beoordelen.
Verder schreef Hoover dat geen openlijke stappen tegen Hemingway mochten worden ondernomen, omdat Hemingway niet bepaald een vriend was van de FBI”. Als Hemingway zou vermoeden dat de FBI zijn organisatie wilde ontbinden, dan zou hij ongetwijfeld een smaadcampagne opzetten, volgens Hoover.
Details over hoe het in zijn werk ging zijn niet terug te vinden in de vrijgegeven documenten, maar op 1 April 1943 werd Hemingway’s inlichtingendienst ontbonden.
Toen Hemingway met zijn organisatie begon, adviseerde hij ambassadeur Braden om Gustavo Duran in de ambassadestaf op te nemen. Duran kon dan helpen de Hemingway organisatie te leiden. Duran bleef na de ontbinding van de organisatie in de ambassadestaf en begon direct met het herstellen van deze dienst. Hij bracht, net als Hemingway, verslag uit aan de ambassadeur. Duran werd in eerste instantie beter ontvangen door de FBI, omdat hij vriendelijker was en meer verwant met FBI agenten in Cuba.
Hoewel de FBI documenten beweren geen onderzoek naar Hemingway te hebben gedaan, bestaat er een lijvig rapport uit april 1943. Het rapport bevat voornamelijk beweringen over Hemingway’s communistische sympathieën; Hemingway’s verklaringen dat hij geen communist is staan ook stipt genoteerd.
Sommige FBI mensen wilden een confrontatie met Hemingway voorkomen. Maar tenminste één FBI autoriteit was het daarmee niet eens. Edward A. Tamm wilde een directe en meedogenloze confrontatie om, zoals hij het zei:” de wereld te tonen wat voor flauwekultype Hemingway wel is”. De stemming in de FBI burelen was slecht, ogenschijnlijk omdat de Hemingway organisatie activiteiten had gerapporteerd die de FBI niet kon bevestigen.
GEHEIM AGENTEN
Een FBI geheim agent met codenaam “357” ontdekte in augustus 1943 dat Hemingway bezig was met het opzetten van een boek over zijn inlichtingendienst en FBI activiteiten. Geschrokken, waarschijnlijk, door het beeld van een daardoor verslechterend image, werd het toezicht op Hemingway verhoogd.
Gustavo Duran’s achtergrond werd onderzocht om hem en zijn vriend, Hemingway, zwart te kunnen maken. Hoover schreef aan agent “396” in Cuba dat hij regelmatiger informatie wilde over de plaatsen die Hemingway bezocht.
Ondanks Hemingway’s aanhoudende ontkenning van banden met communisten staat er vanaf augustus 1943 in de FBI dossiers dat de activiteiten van Ernest Hemingway in Communistische Mantelorganisaties overbekend zijn.
Later dat jaar heeft een FBI agent, in de documenten staat hij als “213”, een lunch georganiseerd met Hemingway. Hij deed zich voor als een vriend en rapporteerde aan het FBIªhoofdkantoor. De informatieuitwisseling tussen het hoofdkantoor in Washington en het kantoor in Cuba ging nog tot eind 1943 door.
VERDERGAANDE BEMOEIING
De interesse van de FBI voor Hemingway bleef, volgens de dossiers, ook de daaropvolgende jaren. In 1947, bijvoorbeeld, vermeldt een FBI rapport dat een van de belangrijkste bronnen van gevaar in Cuba rond Hemingway is gecentreerd. Omstreeks dezelfde tijd bracht Hemingway een aantal FBI agenten in verlegenheid, wat zonder twijfel bijdroeg aan de vijandigheid. Volgens Hotchner had Hemingway in een bar enkele FBI agenten opgemerkt die hem mogelijk volgden. Tegen middernacht liet Hemingway een optredende band “Happy Birthday” zingen in het Engels. De daardoor verwarde mannen verlieten, volgens Hotchner, gehaast de bar.
Tot 1954 is er een leegte; documenten tot die tijd zijn niet achterhaald, wat overigens niet wil zeggen dat de FBI activiteiten met betrekking tot Hemingway niet gewoon doorgingen. In 1954 blijkt een grote hoeveelheid notities over Hemingway te zijn geschreven. De informatie is echter grotendeels gewist; de papieren, waarop de naam Hemingway trouwens niet wordt genoemd, bevatten grote zwarte blokken.
WE KRIJGEN ALTIJD WAT WE WILLEN
Er staan geen opmerkingen over de dood van Hemingway in de FBI documenten. Het allerlaatste bericht in het FBI dossier is een krantenknipsel van enkele weken na de dood van Hemingway. Het knipsel is een artikel van een literatuurcriticus die Hemingway’s kunst hoont. Het is alsof het bureau niet kon weerstaan te zeggen:”we allways get our man.”
Hemingway was een beroemde Amerikaan die verbleef in Cuba in een periode dat Amerika veel interesse had in dat land, tijdens en na de overname door Castro. Castro en de russen verzochten hem, in 1960, in Cuba te blijven, ondanks de groeiende druk tussen de verschillende landen.
Het was echter Hemingway’s constante bezorgdheid en aandacht met betrekking tot achtervolging door “the feds” dat zijn vrouw en vriend aanspoorde hem te laten opnemen in de Mayo kliniek eind November 1960.
Volgens A.E. Hotchner schreef Ernest altijd korte gedichten om tot rust te komen als hij plotseling door iets uit zijn normale doen was. De gedenkwaardigste was een lofdicht dat Hemingway schreef toen een van zijn katten, “Crazy Christian”, dood ging. In het gedicht beweert Hemingway dat de andere katers samenzweerden om Crazy Christian te vermoorden. Hotchner zegt dat het gedicht beweerde dat de katers jaloers waren op Crazy Christian omdat hij jong was…jong, mooi en bekend met de geheimen van het leven. Crazy Christian was de lievelingskat van Hemingway.
Noten:
1. A.E. Hotchner verwijst naar dokter Catell als “Dr. Welbekend” in zijn boek, “PAPA HEMINGWAY”. Mary Hemingway onthulde in haar boek “HOW IT WAS”, dat zijn ware naam Dr. James Cottell was. Deze naam is echter niet te vinden in de boeken van de APA (American Psychiatric Association), wel was er in die tijd een James Cattell werkzaam in New York.
2. Hemingway noemde de viswedstrijd The Big Game Fishing Tournament. Mary Hemingway beschrijft de viswedstrijd, waarbij ze nadrukkelijk verhaalt over de moeite die Hemingway nam om de wedstrijd eerlijk te laten verlopen.
3. The Freedom of Information Act. De op deze manier verkregen documenten zijn doorgaans eerst onderzocht en gecensureerd. Toch komt er regelmatig ongecensureerd materiaal uit. Veel documenten uit het FBI-dossier zijn niet vrijgegeven om reden van “buitenlandse politiek” en “nationale veiligheid”.
4. De naam van de man is in alle verkregen documenten onleesbaar gemaakt.
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.