heksen en bezemstelen

Waarom hebben heksen bezemstelen ?

‘Je weet toch waarom heksen bezemstelen hebben?’, vraagt Jan ineens tijdens een gesprek over muziek. Een vreemde, maar wel intrigerende vraag. Dus antwoord ik ontkennend om het antwoord te horen.

‘In de Middeleeuwen maakten heksen meestal brood van rogge. Veel van hen kregen er hallucinaties van. Dat kwam omdat er op rogge een schimmel groeit wanneer het te vochtig wordt bewaard. Die schimmel heet ergot of moederkoorn. Het effect daarvan is een krachtige hallucinatie die lijkt op LSD’.

‘Interessant. Maar waarom hebben heksen bezemstelen?’

‘De heksen begrepen inmiddels waar ze high van werden. Ze gebruikten de vochtige roggekorrel ook zonder er brood van te maken. In Salem, een plaats in Massachussets, liep het eind 17e eeuw uit de hand. Veel mensen zwalkten daar high door de straten. Het gebuik van rogge werd daar verboden’.

‘Klinkt allemaal toch een beetje bizar’, merk ik op.

‘Het wordt nog gekker. Want de vrouwen en mannen gingen op zoek naar alternatieven. Ze ontdekten dat ze de vochtige roggekorrel ook anaal konden inbrengen. Om het diep in te kunnen brengen gebruikten ze daarvoor een bezemsteel. Sinds die tijd hebben heksen bezemstelen’.

Waarom hebben heksen bezemstelen ?

Ik zeg nog een keer ‘interessant’ en breng het onderwerp van het gesprek weer op muziek. Maar thuisgekomen ga ik toch eens kijken naar andere berichten met antwoorden op de vraag waarom heksen bezemstelen hebben.

Dan blijkt dat er ongelooflijk veel is geschreven over heksen, bezemstelen, Salem en aanverwante onderwerpen. Er zijn boeken die alleen over heksen en de heksenjacht in Salem gaan. Websites zijn volgeschreven over dat onderwerp en andere verhalen rond heksen.

De geschiedenis van heksen, met name heksenjachten, blijkt onlosmakelijk verbonden met seks, drugs en religie. Een bezemsteel in de anus, zoals Jan vertelde, klinkt kinky. Maar hoe absurd zijn verklaring ook lijkt, het raakt aan de waarheid.

Giftige, mediciniale planten

Ik kom een prachtig verhaal tegen over Alewives. Vrouwen waren in het verleden degenen die bier maakten. Op diverse oude tekeningen roeren ze in grote potten. In het verlengde daarvan had je vrouwen die met planten bezig waren. Die planten hadden volgens hen geneeskrachtige eigenschappen.

Er zijn in de huidige botanie (plantenkunde) tienduizenden medicinale planten bekend. De bladeren, kruiden of andere onderdelen daarvan worden gebruikt in onze huidige farmaceutische producten. Vrouwen en mannen waren in het verleden al met die planten bezig. Ze wisten natuurlijk nog niets van de stoffen in die planten, maar zagen wel de effecten. Hoewel ze die ook niet konden duiden, in ieder geval niet medisch.

Homeopatische producten

Dat de bedoelde planten, maar ook paddestoelen e.d., worden gebruikt in farmaceutische producten is nauwelijks bekend bij een groot publiek. We kennen de planten die ‘heksen’ gebruikten, als we er een beetje medisch naar kijken, voornamelijk vanuit de homeopathie.

Een beruchte plant in de omgeving van heksen is Bilzekruid. Het heeft halucinerende eigenschappen. Vanwege dat laatste waren ze een vast onderdeel in de pruttelende potten. Veel recenter in de geschiedenis kwam bij de gebruikte planten ook het door Jan genoemde moederkoorn, de roggekorrel.

Genitaliën

Volgens meerdere historici maakten de vrouwen een prutje dat ze inderdaad genitaal gebruikten. Sommigen spreken van een zalf die in de ‘onderste regionen’ werd ingebracht of uitgesmeerd. En daar komt dan de bezemsteel van pas, het steelgedeelte natuurlijk. Het is een bijzonder geschikte applicator, een hulpmiddel voor het in- of aanbrengen van een substantie.

Al lang voor de heksenjacht in Salem voerden vrouwen deze praktijken uit. Of daarbij al een bezemsteel werd gebruikt is niet zeker.

Zalfpijp en Alice Kyteler

Er is bijvoorbeeld het verhaal van de Ierse Alice Kyteler. Ze werd in 1324 beschuldigd van moord. Met tovernarij zou ze haar man hebben omgebracht. Alleen over haar rechtszaak zijn al meerdere boeken geschreven. De oudste verslaglegging komt van Richard de Ledrede, een bisschop die een belangrijke rol speelde in het proces tegen Kyteler.

Tweehonderd jaar later, rond 1570, dook de Engelse historicus Raphael Holinshed in de documenten en bewijsstukken van de rechtszaak. Hij schrijft in zijn ‘Chronicles of Ireland’: ‘In the closet of the ladie, they found a pipe of ointment wherewith she greased her staffe, upon which she ambled and galloped through thick and thin’. (In de kast van de dame vonden ze een zalfpijp waarmee ze haar personeel invette, waarna ze liep en galoppeerde door dik en dun’.

Oksels en genitaliën

Waarom een zalfje? Het gebruik van de planten voor psychoactieve activiteit gaf bij oraal gebruik bijwerkingen. Je ging er van braken, werd misselijk en kon zelfs langdurige uitslag krijgen. Toch wilde men de hallucinerende effecten.

Op zoek naar een oplossing ontdekte men dat het ook werkt wanneer het op de huid wordt gesmeerd. En een nog betere opname kreeg je als je het dus in de oksels of bij de genitaliën aanbracht. Een klein stapje verder was het inbrengen van het tot zalf verwerkte plantextract.

Heksenwerk

In 1470 verschijnt het boek ‘Quaestio di Strigis’ van Giordano da Bergamo. Hij schrijft daarin dat de heksen: op bepaalde dagen een staf zalven en daarop rijden naar de aangewezen plaats of zich zalven onder de armen en op andere harige plaatsen’.

Volgens Charles Zika, een Australische hoogleraar die veel onderzoek deed naar hekserij, zijn bronnen uit die tijd echter onbetrouwbaar. Mensen zijn bevooroordeeld. Hun getuigenis hangt dus sterk af van de gedachten van de persoon over heksenwerk. Hij wijst er op dat veel kennis over heksen voortkomt uit berichten van kerkelijke personen en van beschuldigde heksen. Die laatsten moesten hun getuigenissen vaak onder dwang of marteling afleggen.

Seksueel getinte afbeeldingen

Hoe zit het dan met de ‘kunst’ uit die tijd. Op schilderijen en etsen uit de middeleeuwen en renaissance beelden kunstenaars, vaak naakte, vrouwen uit met een stok tussen de benen. Of vrouwen die op een geit rijden.

Volgens Zika past dat in de cultuur van die tijd. Het is een tijd van religieuze hervormingen, angst voor vrouwen en/of de vrouwelijke seksualiteit en de bevrijding van vrouwen. Vrouwen waren in die tijd nog sterk verbonden met de huiselijke omgeving.

Vandaar de vaak huishoudelijke symbolen in de kunst, zoals kasten, krukken en bestek. Het wegvliegen op een bezemsteel zou volgens Zika heel goed symbolisch kunnen zijn, het wegkomen van het huis.

Meer informatie

  • Linda Caporael, psycholoog en menselijk etholoog, schreef in 1976 een artikel over heksen, de medische planten en de roggekorrel. Ze verhaalt over de gewelddadige spierkrampen, het braken, de lichaamstrillingen en de wanen en hallucinaties. Met andere woorden de giftige effecten van ergotisme en de schimmelbesmetting in Salem. Het artikel PDF - 614,83 KB
  • Spanos and Gottlieb weerleggen in hun artikel ‘Ergotism and the Salem Village Witch Trials’ dat er in Salem sprake was van ergotisme (PDF - 1,20 MB)
  • Een interessant boek is ook ‘The Long Trip: a prehistory of psychedelia’ van Paul Devereux. Het vertelt de geschiedenis van heel veel psychedelia-gebruik, zoals cannabis, paddestoelen en meer. Hij verklaart ook waarom heksen op bezemstelen leken te vliegen en hoe de kerstman met zijn rendieren de lucht in kon.
    • In het boek bespreekt hij ook het experiment van Will-Erich Peuckert met mengsels die heksen gebruikte. Peuckert schrijft daarover: ‘”We hadden wilde dromen. Gezichten dansten voor mijn ogen die eerst verschrikkelijk waren. Toen kreeg ik plotseling het gevoel dat ik kilometers ver door de lucht vloog. Grote valpartijen onderbraken herhaaldelijk hun vlucht. Eindelijk, in de laatste fase, een beeld van een orgiastisch feest met groteske sensuele overdaad. “
  • Charles Zika schreef talrijke rapporten over hekserij. Het bekendst is zijn boek ‘The Appearance of Witchcraft’ over het beeld van de heks in het Europa van de 16e eeuw. Hier hoofdstuk 3 uit het boek ‘Witches Cauldrons and Womens Bodies’ (PDF - 12,87 MB‘)
  • Abbiati, Agnoletto en Lazzati schrijven in 1984 in hun boek ‘La stregoneria’ (de hekserij) het boek ‘Quaestio di Strigis’ toe aan de Inquisiteur Giodano da Bergamo. Dit wordt door velen overgenomen, behalve door Claudio Rendina. Hij schrijft in zijn boek over de inquisitie dat het boek is geschreven door Bartolommeo Spina. Zelf denk ik inmiddels dat de schrijver een andere achternaam heeft, maar evenals Leonardo da Vinci een achternaam kreeg die verwijst naar zijn geboorteplaats of -streek Bergamo
  • Het verslag van Richard de Ledrede over het proces tegen Alice Kyteler, ‘Contemporary Story of Dame Alice Kyteler’ (PDF - 10,62 MB).

Zie ook de berichten ‘Slaapverlamming‘ en ‘plotselinge dood van een volwassene

Bovenstaand bericht is geschreven op 23 september 2019 door in de categorie 2019, Algemeen, Geschiedenis

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *