vals geld

Vals geld, nepgeld en de wet

Ik kreeg vals geld van Charles. Het kan ook nepgeld zijn geweest. Wat is immers het verschil tussen vals geld en nepgeld. Het ging alsvolgt.

‘Direct afrekenen’, zet Charles, terwijl hij me een briefje van vijftig overhandigt. Na de onverwachte opmerking kijk ik hem verbaasd aan, maar neem het biljet van hem aan. Nog enigszins verward kijk ik naar de vijftig euro. Want het geldbiljet voelt vreemd. Bij gebrek aan vergelijkend maateriaal kan ik echter niet direct duiden wat het is.

Dan zie ik dat het zilveren laagje ontbreekt, waar een hologram hoort te zitten. Ik houd het biljet tegen het licht en constateer dat het geen watermerk heeft. ‘Deze mag je houden’, vertel ik Charles, terwijl ik hem het biljet teruggeef, ‘dit is vals geld, dat hoef ik niet’.

Vals geld of nepgeld

Charles lacht en vertelt overenthousiast, ‘je bent echt de eerste die het direct door heeft’. Hij is duidelijk nogal ingenomen met zijn grap want de geestdriftige lach verdwijnt niet van zijn gezicht.

‘Natuurlijk houd je hem niet, maar hij is wel leuk toch’, merkt hij op. ‘Ik heb het in China gekocht, vijftig van die briefjes voor een euro’.

‘De koop is wellicht legaal, maar het uitgeven en zelfs het bezit zijn strafbaar. Je hebt je grap gehad, ik zou ze nu maar verbranden’.

Strafbaar

‘Hoezo strafbaar. Logisch dat het echt uitgeven strafbaar is, maar bezit voor een grapje onder vrienden …’

‘… dat is ook strafbaar’, onderbreek ik hem. ‘Heus. Juridisch ligt het allemaal wat lastig, maar het is strafbaar’.

Charles is duidelijk al minder blij. Waarschijnlijk omdat het enthousiasme over zijn grap door mijn opmerking over het valse geld naar een onverwacht andere richting buigt. ‘En hoe weet jij dat zó goed’, merkt hij bits op.

Printers

‘Ik weet dat niet zó goed’, reageer ik. ‘Maar een aantal jaren geleden kocht een bevriende drukker een printstraat. Toevallig was ik aanwezig toen dat ding werd geplaatst. Een van de monteurs maakte de opmerking “geen vals geld printen hè”. Dat vond hij net zo grappig als jij jouw nepgeld’.

Ik kijk Charles aan. Hij lijkt nog steeds een beetje bozig en zou zomaar alsnog tegendraads kunnen reageren.

‘De man legde uit dat de printer een beveiliging heeft, waardoor een minieme code wordt meegestuurd. Bij het ontdekken van vals geld door de politie kan daaruit de herkomst worden afgeleid. Van welke printer het komt dus’.

Ik hoor een bijna gefluisterde ‘oh’.

‘Het was duidelijk dat de bevriende drukker het al wist. Dus de kennisoverdracht was bedoeld als leuk feitje voor mij. Later kreeg ik er een gesprek over met de drukker en hebben we uit nieuwsgierigheid ook de juridische kant van vals geld bekeken. Precies weet ik het niet meer, maar het is strafbaar. Bezit ook’.

Reclame

Ik had Charles nog twee voorvallen kunnen vertellen waarbij het gesprek kwam op vals geld. Eigenlijk ging het daarbij over de regelgeving rondom afbeeldingen van geld. In beide gevallen ging het om promotionele acties van klanten. Zij wilden afbeeldingen van geld op de reclame rondom hun acties.

Het afbeelden van geld is echter aan regels gebonden. Het moet ruim groter of kleiner zijn dan een echt biljet. Of het moet op materiaal zijn afgebeeld dat duidelijk afwijkt van het papier van een bankbiljet.

Vals geld en nepgeld

Het verschil tussen vals geld en nepgeld kan ik zelf bedenken. Nepgeld is wat je bij Monopoly gebruikt of krijgt bij sommige kinderkassa’s. Bij vals geld gaat het over valsemunterij, het namaken van bestaand geld. Al dan niet met de bedoeling het als echt geld uit te geven.

Die bedoeling hebben de Chinezen waarvan Charles zijn biljetten kocht niet. Toch kun je bij hun biljetten niet spreken van nepgeld, denk ik. Een echte valse munter zou zich waarschijnlijk schamen voor de kwaliteit, maar het is vals geld. De opmerking van Charles dat ik de eerste was die zijn grap direct door had, zegt genoeg.

Juridisch

Zoals ik bij Charles opmerkte, ligt het uitgeven en bezit van vals geld wat lastig. Tenminste dat dacht ik. Want thuis duik ik toch maar even in de regels. Dan blijkt het opzettelijk uitgeven van vals geld strafbaar in Nederland. Het bezit is echter alleen strafbaar als het doel is het als echt en onvervalst uit te geven.

Hoe bewijs je dan de intentie van iemand die vals geld bezit, vraag ik me af. Ik ken Charles lang genoeg om te weten dat het hem enkel om de grap ging. Maar wat als hij zijn grap uithaalt met iemand die er serieus op ingaat en zich als een boyscout opstelt. Een houding die ik ook enigszins aan nam, realiseer ik me plots.

Bezit en uitgeven

Bij bezit blijkt de hoeveelheid valse biljetten een rol te spelen. Het maakt ook uit of je al een strafblad hebt en bijvoorbeeld bekend staat als valse munter. Bij het uitgeven zal een rechter kijken naar de manier waarop dat is gebeurd. Met andere woorden, ben je een kluns of een professioneel. De schade die je aanricht met je valse biljetten zal een rechter ook meewegen.

Het mag duidelijk zijn dat het verhoor door de politie en een eventueel vooronderzoek door de recherche een belangrijke rol speelt. Met hun verslag bepaalt de Officier van Justitie immers of het een rechtszaak moet worden. En dan geeft het verslag ook het verhaal waarmee een rechter zijn eerste indruk krijgt.

Charles en de straffen

Moet ik mijn informatie nog even terugkoppelen naar Charles, vraag ik me af. Hij loopt met zijn biljetten niet zo veel risico. Maar hij kan ook te ver gaan met zijn grap. En ik lees dat op het uitgeven van vals geld zware straffen staan.

Kijk maar eens op internet. Daar staan talrijke, ook recente, voorbeelden. Enkele maanden geleden vonden ze bij iemand nog vals geld met een ‘nepwaarde’ van enkele miljoenen. Een andere man had vals geld in een enveloppe in zijn auto. De politie doorzocht zijn auto op inbraakspullen, dus het was al niet zo’n lekkere vent. Hij kreeg vier maanden; alleen omdat niet duidelijk was wat hij met het valse geld van plan was.

Meer informatie:

  • Informatie van de Europese bank over afbeelden van eurobankbiljetten in reclame e.d.
  • Wij hanteerden vroeger de volgende regel bij afbeelden van bankbiljetten:
    • Eenzijdige bedrukking – het minstens 75% kleiner of 125% groter dan het echte biljet
    • Tweezijdige bedrukking – het minstens 50% kleiner of 200 % groter dan het echte biljet
    • Eigen ontwerponderdelen op het biljetten die overduidelijk afwijken van het origineel (bijv. Trump op Eurobankbiljet)
    • Met opvallende letters KOPIE, SPECIMEN o.i.d. over de gehele diagonaal
    • Op sterk afwijkende drager bedrukt, bijvoorbeeld karton, glas of hout
    • Slechts klein deel van originele bankbiljet afgebeeld
  • Officiële informatie over regelgeving rond afbeeldingen is niet of nauwelijks te vinden. Wel informatie zoals hierboven over bijv. 200% groter. Het bijzondere daaraan is dan dat niet altijd duidelijk is wat met bijv. die 200% wordt bedoeld.
    1. Sommigen houden het op 2x de lengte en 2 x de breedte. Het originele 50 eurobiljet is 140 x 77 mm. Die van Charles zou dan dus 280 x 154 mm moeten zijn. Eigenlijk spreek je in dat geval van een 400% vergroting
    2. Maar je kunt het ook als oppervlakte beschouwen. En 200% van de oppervlakte van het originele biljet (140  x 77 = 10.780 mm2) is 21.560 mm2. Dat betekent een afmeting van circa 198 mm x 108 mm; factor 1,4142 van het origineel (1,4142 * 140 = 197,988 mm)
  • Zie o.a. de berichten over geldrealisme, de eerste, tweede en derde
Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 14 november 2019 door in de categorie 2019, Algemeen

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *