Fierljeppen, een geschiedenis
‘Grappig woord fierljeppen Fries’, mompel ik terwijl ik een tijdschrift lees.
‘Ja slootje springen’, hoor ik de vriendin waar ik ben reageren. ‘Slootje springen met een stok’, vult ze haar opmerking aan als ik naar haar op kijk. We lachen. ‘Mijn moeder deed het in de oorlog’, vertelt ze, ‘toen ze op een boerderij in Friesland verbleef’.
We lachen nog een keer en ze verlegt haar aandacht weer naar haar tijdschrift en ik naar het mijne.
Fierljeppen, Fries
Fierljeppen. Het is weer typisch zo’n onderwerp waar iedereen van elkaar overschrijft, constateer ik een paar dagen later. Serieuze en niet-serieuze websites, kranten en tijdschriften. Ze schrijven vrijwel allemaal eenzelfde onjuist verhaal of op zijn minst met onjuiste feiten.
Dat begint al met de veel gelezen opmerking dat fierljeppen een Friese uitvinding is. Maar dat het woord uit de Friese taal komt zegt niets over de oorsprong. Dat is hetzelfde als denken dat de Canarische eilanden zo heten vanwege kanaries, terwijl het volgens taalkundigen naar honden verwijst. Bovendien, zo ontdek ik later, is het woord Fierljeppen pas recent in gebruik in het Fries (zie hieronder).
Polsstokspringen
Polsstokver- en hoogspringen deden onze voorouders in de Oudheid al. De oude Grieken gebruikten een stok als ze op pad gingen. Het hielp ze hindernissen te nemen en de stok kon ook dienst doen als wapen.
Britten, Hollanders, Duitsers en Denen in het drassige en natte noorden van Europa hanteerden de stok op dezelfde manier. En in de Middeleeuwen gebruikten ‘ridders’ lange stokken om een burcht binnen te komen. Ze combineerden daarbij technieken die we nu zien bij hoog- en verspringen.
Holland rond 1600
Er zijn berichten (ik heb ze zelf niet gevonden) van kort na het eerste millennium. Die berichten spreken van gebruik van een stok om door Holland, Duitsland en Brittannië te reizen. De kortste weg was niet over wegen maar over weilanden. Daarbij kwam je ook hindernissen tegen en moest je fierljeppen, tenminste als je in Friesland was…, elders mocht je slootje springen.
De verhalen rondom de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) over het gebruik van de polsstok zijn eenvoudiger te vinden. Bijvoorbeeld die over Maarten van der Meij tijdens het Beleg van Alkmaar. Hij ontsnapte uit het bezette Alkmaar en fierljepte met zijn polsstok over sloten dwars door de Spaanse linies. In zijn holle stok had hij brieven die uiteindelijk zorgde voor een einde aan de bezetting.
Bernardino de Mendoza
Uit die tijd zijn veel meer en uitgebreidere berichten over het gebruik van de polsstok. De Spaanse historicus Bernardino de Mendoza beschreef wat hij meemaakte tijdens het begin van die oorlog. Ik heb zijn boek erbij gepakt. De Mendoza schets het verhaal van de mannen die met een wijnstok, die ze springstock noemen, over sloten springen. En ze gebruiken het als wapen, vertelt hij.
Maar op geen enkele wijze benoemt hij letterlijk de Friezen, zoals dat op meerdere websites wordt beweerd. Bovendien zou het bij Mendoza dan niet gaan over Friezen uit Friesland, maar over het Friese volk dat zich uitstrekte van Noordwest Nederland tot aan Denemarken. Maar dat terzijde.
PC Hooft en de verjager
Een andere schrijver die de polsstok noemt is PC Hooft, de Hollandse dichter en historicus. Hij schrijft in het achtste boek van zijn ‘Nederlansche Historieën’ uit 1642: ‘ … een pols of verjager. Dat is een geweer … om over sloten te springen en moerassen te weerstaan’.
Hooft legt het in zijn tekst uit. Een beschrijving van de verjager vond ik ook in de grondwet van 1900. Daar schrijft de overheid ongeveer het volgende: de verrejager is een soort lange spies, die tevens is ingericht om daarmee evenals met een polsstok over sloten te kunnen springen.
Fierljeppen en de weduwe
Maar laat ik me vooral even richten op de geschiedenis van het Fierljeppen. Zoals gezegd wordt er al eeuwen hoog en ver gesprongen met een stok. En toen was er ineens in 1767 de weduwe van Ype Gerbens. Ze plaatste een advertentie in een krant over een wedstrijd verspringen met een stok over een sloot in Baard.
Het krantenbericht is een onweerlegbaar feit. Het handelt om de weduwe van Ype Gerbens. Ze heeft het niet over fierljeppen, maar over verspringen met een pols. Een pols is overduidelijk een stok. En dus niet zoals etymologen ‘vermoeden’ het in beweging brengen van vloeistoffen. Maar dat terzijde.
Sportevenement
Het enige bijzondere aan het bericht is de vermelding van de activiteit in de krant. In latere krantenberichten las ik dat de weduwe Gerbens in een huis met herberg woonde. Herbergen organiseerden in die tijd vaker evenementen, zoals verspringen over een sloot, races met paarden en dergelijke.
De geschiedenis van veel sporten ligt in die tijd. De oorsprong van de activiteit ligt vaak verder terug, maar in die tijd lag de kiem van kaartspelen, schaatsen, atletiek e.d. zoals we dat nu kennen. Toen werd het echter nog niet als sport beschouwd.
Nanne Jetzes
De evenementen van herbergen waren plaatselijke activiteiten. Daarvoor adverteerde je niet in de krant. Nanne Jetzes, die een paar jaar later kastelijn was in Baard, volgde het voorbeeld van de weduwe. Of hij de zaak van haar had overgenomen of een eigen herberg had, heb ik niet kunnen achterhalen.
Wel dat hij diverse activiteiten organiseerde. Kaatsen, paardenraces en fierljeppen. Dat laatste noemde hij geen fierljeppen en hij omschreef het niet als ‘verspringen met een pols’. In zijn advertenties heette het, tenzij ik het cryptogram verkeerd ontcijfer, ‘verleppen’. In dat woord kunnen we met een beetje goede wil al fierljeppen ontdekken.
De sport fierljeppen
Er zullen beslist nog evenementen zijn georganiseerd zoals slootje springen. Maar in de krant wordt er nauwelijks aandacht besteed. Veel later dan andere initiatieven van herbergieren wordt polsstokverspringen een sport.
Volgens bronnen, die zoals ik al schreef vooral overschrijven, was dat in 1956. Het was echter al eerder een ‘sportieve’-activiteit die soms in wedstrijdverband werd uitgevoerd. Bedoeld wordt bij die bronnen een georganiseerd verband.
Vogelwachten
Op zaterdag 10 augustus 1957 organiseerden leden van de afdeling Winsum van de Bond van Friese Vogelwachten een verspringwedstrijd. In die periode werden in Nederland meer oude spellen uit de kast gehaald. De Ljeppen-wedstrijd was een plaatselijk evenement, dat werd uitgevoerd in Winsum.
Zoals je bij bedrijven en verenigingen een feestcommissie hebt, waren er mogelijk bij de BFVW enkele leden in een springcommissie (Ljeppen Kommisje). Het organiseren van het evenement kan echter ook zonder zo’n commissie hebben plaatsgevonden. Maar na de succesvolle happening mocht het duidelijk geen eenmalig evenement zijn.
Bond van verspringers met een stok
De wedstrijd van 1957 krijgt vervolg. Leden van andere afdelingen van de BFVW organiseren meer plaatselijke evenementen. Op zaterdag 9 augustus 1958 mondt dat uit in het eerste officiële Friese kampioenschap polsstokverspringen. Kort daarna treedt de Friese Ljeppen Kommisje als zelfstandige organisatie naar buiten.
Leden van enkele andere afdelingen van de VogelWachters vormen daarop een eigen organisatie. Hun Bond voor Friese Polsstokverspringers organiseert in 1959 ook enkele wedstrijden fierljeppen. Mede doordat beide groepen voortkomen uit dezelfde vereniging ontstaat een conflict. Dat wordt tijdens een vergadering op 23 december dat jaar opgelost. Men besluit gezamenlijk verder te gaan als Friese Ljeppers Bond.
Fierljeppen en de Ljeppers
Wanneer ik archieven doorblader op het woord Fierljeppen vallen twee dingen op. Het zijn vooral bladen buiten Friesland die het woord Fierljeppen gebruiken. In Friesland heeft men het vooral over Ljeppen en Ljeppers. Slechts sporadisch kom ik daarin Fierljeppen of Fier-Ljeppen tegen.
In de Friese taal staat fier voor ver en ljeppen voor springen. Samengevoegd komt het niet voor in het Fries woordeboek uit 1900 van Walling Dijkstra. Als losse woorden wel. Ljeppen wordt geschreven als Ljeappe en staat voor ‘springen met een pols’. Het woord Ljeap bestaat ook, dat betekent ‘sprong met pols over een sloot of gracht’.
Meer informatie:
Het verhaal hierboven had veel uitgebreider kunnen zijn. Onderweg kwam ik leuk informatie tegen.
- Bijvoorbeeld over de Grietmannen, waarbij ik ook las over de historie van de Friese familie Aylva en over Ernst Frans in het bijzonder.
- Of over mijn zoektocht naar Ype Gerbens. Zijn naam komt in Baard alleen voor bij een volkstelling in 1744. Verder kennen ze in het dorp Baard enkele Gerbens die Yppe heten.
- De historie van Baard is op zichzelf ook leuk. Daarin blijkt dat de herberg van Gerbens in 1877 is afgebroken en vervangen door het gebouw waarin nu café Baard is gevestigd. De huidige brug over de Boswarder Vaart is ook van later datum, dus moesten de Baardenaren wel slootje springen als ze aan de andere kant wilden komen.
- De geschiedenis van de polsstokhoog- en verspringen is ook interessant. Hoogspringen met de polsstok werd een Olympische sport, dat gebeurde bij polsstokverspringen niet.
- Polsstok is dubbelop (stok stok). Daarover mijmeren is leuk, vooral wanneer andere talen worden meegenomen.
- Etc.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Powerbank of vriend met gebruiksaanwijzingNieuwer: Onbewerkte voeding: 10 redenen om er meer van te eten! »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.
Het is een leuk stukje, maar je meldt “een volk dat zich uitstrekte van het noordwesten van Nederland tot aan Denemarken.” en legt dan niet de link met de Friezen? Wellicht nog eens een geschiedenisboek er bij pakken. Het Friese territorium was daadwerkelijk van noord-west Nederland tot aan Denemarken. Juist in die tijd toen het nog “Magna Frisia” werd genoemd.