Op mij hoef je niet te rekenen

Op mij hoef je niet te rekenen

‘Op mij hoef je niet te rekenen’, zegt de man aan de andere kant van de lijn. ‘Ik heb het zo druk en er speelt van alles. Ingewikkelde dingen, ik zal je er niet over lastig vallen’.

Het gesprek gaat nog even verder, waarbij ik vooral luister. ‘Dus op mij hoef je niet te rekenen hoor’, zegt hij tenslotte en hangt op.

Op mij hoef je niet te rekenen

Als ik zelf mijn telefoon weg leg mompel ik ‘idioot’. Dan zie ik dat twee paar ogen, waarschijnlijk al een tijdje, mijn kant op kijken. Het was een raar gesprek en twee kantoorgenoten zijn benieuwd waar het over ging.

‘Ik organiseer een feestje met twee vrienden’, vertel ik. ‘En nu word ik gebeld door een kennis die zegt “op mij hoef je niet te rekenen”, alsof hij bij de organisatie betrokken is. Hij heeft er echter niets mee te maken. Zijn opmerking slaat nergens op’.

De Surinaamse mop

De kantoorgenoten knikken. Dan vertel ik ze dat ik tijdens het gesprek aan een Surinaamse mop moest denken. Vanzelfsprekend willen ze die horen. Maar ik leid het eerst even in, want het is niet per se Surinaams.

Jaren geleden kreeg ik een audiocassette met mopjes. Ze werden voorgedragen met een Surinaams accent. Mijn jongste broertje en ik hebben dat bandje grijsgedraaid. Ik weet zeker dat ik het nog ergens heb. Maar het zou toevallig zijn als ik het makkelijk vind.

Medereiziger gezocht (mopje)

Er staat een Speurder in de Telegraaf. Het luidt: ‘medereiziger gezocht voor een reis naar Zuid-Frankrijk’. Een vroege lezer (in dit geval een Surinamer) ziet het bericht. De adverteerder woont hier vlak bij, constateert hij. Hij besluit er even langs te gaan. Om vier uur ’s ochtends belt hij aan.

Een man hangt even later op een hoog uit het raam. ‘Welke idioot belt mij om deze tijd uit mijn bed?’, roept hij naar beneden. ‘Bent u die man van de medereiziger gevraagd voor een reis naar Zuid-Frankrijk?’, vraagt de Surinamer. ‘Ja, maar daar hoef je me om vier uur ’s ochtends toch niet voor uit mijn bed te bellen’, reageert de man. ‘Nou’, zegt de Surinamer, ‘ik wilde alleen even melden, op mij hoeft u niet te rekenen’.

Dat moeten we doen

De kantoorgenoten reageren met een vette glimlach. We praten er nog even over door. Daarbij haalt Gerrit een oud voorval naar voren. Het betreft een project van een flink aantal jaren geleden. We werkten samen aan een activiteit rond de distributie van gratis ansichtkaarten. Het zou later als Boomerang bekend worden.

Helemaal in het begin was er een man bij betrokken die regelmatig zei ‘ja dat moeten we doen’. Of iets van gelijke strekking maar anders geformuleerd. Het ‘we’ zat er echter altijd nadrukkelijk in. We merkten al snel dat hij met ‘we’ vooral anderen bedoelde. Wanneer hij zei ‘dat moeten WE doen’, wisten wij dat we het zelf moesten doen. Toen het project echt van start ging deed hij gelukkig niet meer mee.

Reken maar niet op mij

Gerrit en ik hebben het er daarna nog regelmatig over gehad. De ‘dat moeten we doen’, was voor ons synoniem aan ‘op mij hoef je niet te rekenen’. Het viel ons daarna bij andere gelegenheden op dat ‘dat moeten we doen’ bijna een standaard zinnetje is. Een standaard zinnetje van mensen op wie je verder niet hoefde te rekenen.

Ik ervaarde het bij projecten, bij bestuursactiviteiten voor verenigingen en op veel meer plekken. En Gerrit had ook zijn ervaringen met de ‘op mij hoef je niet te rekenen’- figuren.

Allerlei types

Ik heb weleens nagedacht over het fenomeen. Vanuit mijn ervaring kan ik alleen zeggen dat je die ‘op mij hoef je niet te rekenen’-types in allerlei vormen hebt. Ik kwam het vooral veel tegen bij vrijwilligers. Maar ik denk dat het op kantoren ook regelmatig voorkomt.

Vaak zijn het bange mensen, die toch graag bij iets betrokken willen zijn. Meer bijzonder vond ik het echter bij managers. Mensen die in het dagelijks leven leiding geven aan grote groepen. In het bestuur van een vereniging of bij een extern project vertonen ze ‘op mij hoef je niet te rekenen’-gedrag. Ik vergoeilijk het met hun delegeer-mentaliteit, dat zijn ze waarschijnlijk gewend bij hun gewone werk.

In het verleden

Het gezegde, ‘op mij hoef je niet te rekenen’ is al overigens oud. Theo Thijssen schrijft boekbesprekingen, voor hij zijn eerste eigen boek uitbrengt. In 1908, inderdaad het jaar van Barend Bels (zijn eerste boek), behandelt hij het boek Eduard Kerner van de M.C. van Doorn. In dat boekje zou de zin voorkomen. Het is de vroegste keer dat ik het vind.

In Engeland zeggen ze ‘don’t count on me’. Het leuke daarvan is dat ze een variant kennen: count me out. In het Nederlands kan dat wellicht zoiets zijn als ‘reken niet op mij’. Dat gebruiken we toch vaak vriendelijker dan het bijna gebiedende ‘op mij hoef je niet te rekenen’. We zeggen het als een gastvrouw rond gaat om te kijken hoeveel koffie er moet komen bij een verjaardag.

Op mij kun je rekenen

Op mij hoef je niet te rekenen

Op mij hoef je niet te rekenen (samengevoegd van twee pagina’s uit het boek van M.C. van Doorn)

Vanzelfsprekend heb ik het boek van M.C. van Doorn erbij gezocht. Op mij kun je rekenen wat dat betreft.

Inderdaad begint onderaan blz 91 de zin, die wordt vervolgt op blz 92: Op mij hoef je niet te rekenen.

In veel gevallen zou ik nu het boek er ook bij doen in pdf. Maar het is te groot. De scan is ruim 25 mb. En zo bijzonder is het boek, dus dit keer geen pdf.

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 31 januari 2020 door in de categorie 2020, Algemeen

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *