Axel Zwingenberger, de boogiewoogie speler
Zoals ik eerder schreef vond ik bij mijn corona-reünie diverse herinneringen aan het verleden. In een doos met audiocassettes lag er eentje van Axel Zwingenberger. Het was een kopie die een neef jaren geleden voor me maakte. ‘Boogiewoogie – Axel Zwingenberger’ stond er met balpen op geschreven.
Die cassette geloofde ik verder wel. Ik pakte mijn telefoon en opende de spotify-app. Van Axel Zwingenberger kent de Zweedse muziekdienst een album met classics. Ik startte het en ging verder met het opruimen van de schuur.
Onbekende platenverzameling
De periode rond het kopiëren van de cassette kan ik me nog goed herinneren. De neef is iets ouder dan ik. Daardoor zag zijn platenverzameling er iets anders uit. We draaiden veel muziek. Hij was een groot fan van The Rolling Stones. Naast gewone LP’s had hij, evenals ik, talrijke zogenaamde witte LP’s van hen, de illegale opnames van optredens.
Daarnaast had hij veel muziek van, voor mij, onbekende artiesten. Een daarvan was Memphis Slim. Die vond ik fantastisch; het was in een tijd dat ik zelf nog pianoles had. ‘Wat vind je dan van deze?’, vroeg mijn neef en hij zette een boogiewoogie op met opvallende baspartij.
‘Goed hè, die bas. Hengsten op dat klavier. Dat is Axel Zwingenberger’, voegde hij eraan toe.
Axel Zwingenberger
Minstens dertig jaar ga ik naar mijn woonkamer, na het bereiken van mijn niet zo heel hoog gelegde doel voor die dag in de schuur. Op mijn iPad zoek ik Axel Zwingenberger op. Die moet toch minstens 80 zijn of inmiddels overleden, denk ik terwijl Google ongetwijfeld in weggestopte archieven aan het zoeken is.
Dan blijkt er een wiki te zijn over Axel Zwingenberger en is hij slechts 67 jaar oud. Het was een broekie geweest die lang geleden op de piano ramde met zijn boogiewoogies, constateer ik terwijl ik Cow Cow Blues nog een keer start op Spotify.
Boogiewoogie
Boogiewoogie is een opwindende, ritmische blues ontstaan aan het eind van de 19e eeuw lees ik op Wikipedia. Het is een improviserende pianostijl met herhalende figuren in de linkerhand en contrasterende ritmes in de melodieën van de rechterhand.
Het heeft inderdaad iets opwindend. En die Cow Cow Blues vind ik ook vrolijk. Het past goed in deze thuiszit- en crisistijd. Ik laat het nummer over die koeien aan verschillende mensen horen. Regelmatig laten ze het woord ‘vrolijk’ daarbij vallen. Niet alle nummers op de spotify speellijst van Alex Zwingenberger hebben overigens die vrolijkheid. Sommige zijn gewoon bluesie.
Snel verveeld
Achter elkaar boogiewoogie luisteren lukt me niet. Na drie of vier nummers verveelt het als teveel van hetzelfde. Dus geef ik “hé google” de opdracht iets anders te spelen. Ik vraag me af of Axel Zwingenberger inmiddels zelf ook, uit verveling, is afgestapt van boogiewoogie.
Dat blijkt niet zo te zijn. Hij vertelt in een interview dat de populariteit van boogie woogie altijd in een golfbeweging zat. Maar hij kon altijd wel ergens spelen. En hij bleef met diverse bekende artiesten samenwerken. Zoals nu nog steeds met Charlie Watts, de drummer van The Rolling Stones, in de band “ABC & D of Boogie Woogie”.
Lionel Hampton
Nu Axel Zwingenberger jonger blijkt dan ik dacht, kijk ik ook maar even hoe of waarom hij boogie woogiespeler werd. Het album ‘Hamp’s Boogie-Woogie #2’ blijkt de inspiratie voor de 18-jarige Axel, die vanaf zijn zesde piano speelt.
Ok, ook nog een ander album. Eentje van Pete Johnson met de nummers Swanee River Boogie en de St. Louis Boogie. Op dat album stond ook Boogie-Woogie Prayer met Pete Johson, Albert Ammons en Meade Lux Lewis.
Maar Lionel Hampton vind ik natuurlijk vooral leuk omdat ik ook een fan was. Ik had in die tijd meerdere LP’s van Hampton en ik was bij het optreden van hem in het Muziekcentrum.
Hein van der Gaag
In een interview vertelt Zwingenberger over festivals waar ook boogiewoogie wordt gespeeld. En werd gespeeld in de tijd dat hij enthousiast werd voor boogiewoogie. Hij noemt uit die tijd eerst Mephis Slim en Meade Lux Lewis. Maar daarna de Nederlandse pianospeler Hein van der Gaag. Die was er dus eerder dan de voor mij bekendere boogiewoogie spelers Rob Hoeke en Jaap Dekker.
Als ik dan aan die tijd terugdenk ben ik het met Axel Zwingenberger eens, dat boogiewoogie vooral een tijdelijke populariteit kent. Er ligt een behoorlijke niet boogiewoogie-tijd achter ons. Misschien moet die nu weer eens terugkomen.
Meer informatie
- Waarom wordt het in Nederland als één woord geschreven, boogiewoogie in plaats van boogie woogie ? Ik vind dat onnatuurlijk overkomen.
- Pete Johson, Albert Ammons en Meade Lux Lewis traden op 23 december 1938 op in Carnegie Hall in New York tijdens het programma ‘from Spiritual to Swing’ van Jack Hammond. Ze speelden boogiewoogie. Hun optreden was de start van de populaire boogiewoogie-jaren veertig. Veel muziekhistorici beschouwen hun optreden als belangrijk voor de ontwikkeling van R&B en Rock & Roll. De dag erop was het zogenaamde ‘8 to the bar’ (8 tellen in een maat in plaats van 4) populair, theaterbezoekers wilden boogiewoogie en orkesten (big bands) namen het op in hun reportoire.
- Een andere invloed in de begintijd van Axel Zwingenberger was de film The Sting. Het ragtime nummer The Entertainer werd toen razend populair en iedere pianospeler wilde dat kunnen spelen.
- Van Pia Beck draaiden mijn jonge broer en ik het nummer Bumble Boogie grijs. Pia Beck speelde wel boogies, maar was toch vooral een jazz muzikant.
- Samples van nummers van de ABC & D of Boogie Woogie: Axel Zwingenberger, Ben Waters, Charlie Watts & Dave Green. Zie ook youtube-filmpje
- Eind 1987 had ik een ticket voor een optreden van Memphis Slim in zijn eigen jazz café in Parijs. De dag ervoor werd het uitgesteld wegens ziekte. Het optreden werd enkele maanden verschoven. Weer ging het kort voor mijn vertrek naar Parijs niet door. Afgelast dit keer, vanwege zijn overlijden.
- Zie ook bericht ‘popconcerten fotograferen‘
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.