
Lange vingers, een geschiedenis en meer
Wanneer ik bij mijn moeder thee drink legt ze er twee lange vingers bij. ‘Daar was je vroeger al zo gek op’, zegt ze er dan soms bij. Vaak is het aanleiding weer even een jeugdverhaal van mij op te halen. Verhalen die ik al talloze keren heb gehoord.
Bijvoorbeeld dat ik al vrij vroeg kon praten, maar daar op een gegeven moment mee stopte. Ik ging als peuter alles aanwijzen. Kwam er iemand langslopen dan wees ik bijvoorbeeld naar de trommel met lange vingers. Vooral mijn opa kon het dan niet weerstaan mij enkele van die biscuits te geven.
Lange vingers verhalen
Over de geschiedenis van lange vingers kun je aan elke vinger van je hand een ander verhaal hangen. Boeken en websites staan vol verkeerde interpretaties en overschrijfsels. De oorzaak daarvan is eenvoudig ter herleiden, zoals bij veel zaken in de geschiedenis. Een eenvoudige verklaring:
Ooit begonnen mensen koekjes te bakken. Dat ging van moeder op dochter. Wellicht bedacht iemand lang geleden een oorspronkelijk recept. Zo’n recept werd dan mondeling overgedragen. Degene die het koekje daarna zelf gingen bakken gebruikte iets meer eieren, water of melk en kreeg een ander koekje. Lange vingers, zoals wij die nu kennen, zijn een gevolg van vele jaren aangepaste recepten.
Lange vingers van Savoye
In het vroegste verhaal zijn lange vingers ontstaan in het Huis Savoye, een hertogdom in het noordwesten van Italië. Aan het eind van de 14e eeuw kregen de hertog Amadeus VI en zijn vrouw, Bonne de Bourbon, bezoek van haar zus en zwager. Die zwager was Karel V, koning van Frankrijk. Bonne wilde indruk maken op de koning en haar zus, Jeanne de Bourbon.
Ze vroeg de kok een speciaal dessert te bedenken voor de lunch. Hij maakte een koekje, dat Amadeus daarna als officeel dessert erkende en ‘Savoiardi’ noemde. Bezoekers kregen het voortaan aangeboden als symbool van de lokale keuken van Savoye. Vooral jongeren konden het zoete, luchtige koekje zeer waarderen.
El biscotin
Het koekje leek bij lange na niet op onze huidige lange vingers. In een kookboek uit de 16e eeuw staat dat het is gemaakt van een beetje bloem, eiwit en suiker. Het opgeklopte eiwit zorgt daarbij voor de luchtigheid. De schrijver van het kookboek vermoedt dat de kok van Savoye het afkeek van een recept uit Piëmont, een graafschap dat in 1046 was ingenomen door het Huis Savoye.
Het koekje uit Piëmont heete ‘El biscotin’ en was dus een biscuit. Er waren in de 14e eeuw al meerdere varianten op dat koekje. Op Sardinië kenden ze al verschillende recepten. Bij het ene recept klopte de kok een geheel ei, terwijl hij bij een ander recept eiwit en eigeel apart moest houden of alleen het eiwit gebruikte.
Streekrecepten
Op Sardinië zijn de biscuits tegenwoordig bekend onder de verzamelnaam ‘Savoiardi Sardi’ (Savooien Sardiniërs). Dat het biscuit nu verwijst naar Savoye gebeurde pas na 1720, toen de hertog van Savoye koning van Sardinië werd. Waarschijnlijk vanwege de meerdere recepten hebben de biscuits op Sardinië verschillende benamingen, zoals pistoccos, pistoccus, pistoccheddus, biscottos de caffè, bistoccus de ou.
In andere streken van Italië kende men ook al biscuits die op het koekje van Savoye leken. Zelfs op het zuidelijke eiland Sicilië. Daar liet men geleidelijk het opkloppen van eiwit achterwege. Daardoor kreeg het biscuit meer een platte vorm en werd het meer een echt koekje dan een biscuit.
Frankrijk en Engeland
Zoals gezegd is het moeilijk te achterhalen waar de oorsprong ligt van onze lange vingers. De loop van de geschiedenis van landen speelt daarbij zeker een rol. Denk daarbij aan de vele graafschappen in de geschiedenis van Italië, de invloed van koningen in Frankrijk en Engeland en het uithuwelijken tussen Europese adel om grondbezit in de familie te houden. Daarbij reisden recepten mee en werden bestaande recepten aangepast.
In Frankrijk kende men in de 15e eeuw een koekje waarin we met enige fantasie onze lange vingers herkennen. Alexandre Dumas, die we vooral kennen als schrijver van ‘de drie musketiers’, schrijft in zijn ‘grote woordenboek van de keuken’ ook over een vingerachtig koekje. In zijn beschrijving van het gebruik zou je daarbij echter eerder aan het lepelkoekje denken.
Lepelkoekje
Lepelkoekjes lijken veel op de vroegere vormen van lange vingers. Ze kregen hun naam doordat men de koekjes in zoete sausjes doopte. Ze werden als lepels gebruikt. De meest gebruikte verklaring is echter dat koks van Catharina de Medici het koekje maakten door met twee lepels het deeg vanuit het midden te scheiden. En even gemakkelijk worden daarna haar koks gebombardeerd tot uitvinders van onze lange vingers.
Ik vind het leuker dat de lepelkoekjes die naam kregen door het dopen in een sausje. Wanneer je het koekje gedoopt ziet in chocolade, denk je direct aan onze huidige bokkenpootjes. Dat is ook een luchtig biscuit. En het zou best een variant kunnen zijn op de lange vingers van de savoye en de lepelkoekjes.
Marie-Antoine Carême
Van de Fransen mogen we echter vingerachtige koekjes niet verwarren met de lepelkoekjes. Hoewel volgens hen beide zijn bedacht door de Franse kok en kookpionier Antonin Carême. De lange vingers zou hij speciaal hebben gemaakt voor de Franse politicus hertog Charles-Maurice de Talleyrand. Die stond bekend om zijn voorkeur voor zoete gerechten.
En om zijn achterkamertjes politiek. Dat achterkamertje van De Talleyrand had al wel iets heimelijks. Maar het was toch vooral een ruimte waar mannen zich terugtrokken om een sigaartje te roken en een cognacje te drinken. Zo’n kamer heette het boudoir en het luchtige koekje van Carême kreeg in Frankrijk daarom de naam boudoir.
Suiker en poedersuiker
Even terug. Vanaf het originele koekje van Savoye, die beslist niet op onze lange vinger leek, zijn er dus allerlei koekjes geweest die er wel enigszins op leken. Sommige hadden ongeveer de vorm van de huidige vingers, andere waren dikker, minder luchtig, lepelvormig etc.
Ergens in het verleden besprenkelde een bakker het biscuit met suiker. Suiker was in Europa tot halverwege de 19e eeuw nog een luxe product. Bij de meeste koekjes werd het niet als garnering gebruikt, zoals op de huidige lange vingers. Er zijn in het verleden wel varianten waarbij poedersuiker is gebruikt, fijn gemalen kristalsuiker.
De beroemde bakker van de lange vingers
Wie was die bakker? Was het een Belg of Nederlander? Of was het een Fransman? Een Italiaan lijkt mij onwaarschijnlijk, ook al kennen ze daar nu ook de lange vingers zoals wij die kennen. Die van hen is overigens steviger. Omdat ze het vooral als koekje gebruiken om te dopen in een sausje of bij een dessert. Toch een Fransman dus? Nee, historisch gezien zijn hun lange vinger look-a-likes ronder en minder plat.
We zullen waarschijnlijk nooit weten wie die bakker is geweest die beroemd had kunnen zijn vanwege zijn lange vingers. Zou daar de uitdrukking vandaan komen met de verwijzing naar diefstal? Ik kom daar zo dadelijk op terug.
Aanbieders van lange vingers
Er zijn meerdere bekende aanbieders geweest van lange vingers, de biscuits zoals we die nu kennen. Die uit mijn jeugd kwamen van Victoria, een koekjesfabriek uit Dordrecht. Anderen hebben jeugdherinneringen bij de lange vingers van Meursing in Amersfoort. En bij Swart in Zaandam kwamen rond de eeuwwisseling nog ruim 2 miljoen lange vingers per dag van de productieband.
Een bakkerij die ze nu nog steeds levert is Jeurgens, tegenwoordig in Beek en Donk. Dat bedrijf is in 1921 in Aarle-Rixtel opgericht door Karel Jeurgens. Wellicht maakte hij toen al lange vingers. Het bedrijf noemde het op enig moment boudoir, naar de Franse biscuits. Het woord ‘Boudoir’ staat nog altijd als een gravering op de onderkant van hun lange vingers.
Maar op dat woord en de gebruikswijze zitten waarschijnlijk geen rechten. Dus als je een lange vinger biscuit hebt met het woord onderop, kan het evengoed van een andere bakker zijn.
De naam ‘lange vingers’
Komen we bij het woord lange vingers. Ok, en de uitdrukking ‘hij heeft lange vingers’, wanneer diefstal wordt bedoeld. De uitdrukking kom ik in Nederlandse teksten voor het eerst tegen halvewege de 18e eeuw. Als biscuit echter pas na 1950.
Het woord voor het biscuit en het product zelf zijn in de huidige vorm dus waarschijnlijk nog niet zo oud. De gelijkvormige biscuit uit het pak van de supermarkt komt uit een fabriek. Zoals de oplettende lezer al opmerkte enkele alinea’s hierboven, ze komen al een tijdje van de productieband. Daardoor zijn het niet meer de grillig gevormde biscuits zoals thuisbakkers ze wellicht nog in hun keuken maken.
Lange vingers in het buitenland
Sardinië heeft dus veel vingerachtige koekjes. Dat blijkt ook in andere landen het geval. Enkele daarvan worden lange vingers genoemd, in vertaling natuurlijk. De Mexicanen en Spanjaarden spreken echter van zooltjes. Zij vinden de biscuits meer op de onderkant van voeten lijken.
Chinezen houden het op vingerkoekje. Italianen en Fransen hebben meerdere namen. Wil je een lange vinger zoals wij die kennen, dan kun je het best vragen naar een Savoiardi. Maar je kunt je beter laten verrassen door een ambachtelijke variant. In de meeste streken van Frankrijk heet het biscuit dat we hier bedoelen Boudoir. Maar er zijn ook gebieden waar het ‘biscuits à la cuillère’ wordt genoemd, wat verwijst naar het lepelkoekje.
In engelstalige landen gebruiken ze meerdere woorden, waarbij het een beetje afhangt van gebied en land welke je het best kunt gebruiken. Lady’s fingers komt daar in verschillende schrijfwijzen voor. Meest gebruikt is echter ‘sponge fingers’, wat zoiets betekent als luchtige vingers. In Canada kun je ook boudoir gebruiken, ook savoye, of afgeleiden daarvan, komen daar voor.
Onze lange vingers, resumé
Voor de duidelijkheid: de lange vingers zoals wij die kennen is een fabrieks-biscuit. In meerdere Europese landen kennen ze tegenwoordig dezelfde lange vingers. Ze zien er hetzelfde uit als bij ons, maar soms wijken ze qua smaak en beet af. Dan is er bijvoorbeeld vanille in verwerkt of zijn ze minder luchtig.
In veel landen hebben ze ook (nog) allerlei voorlopers van onze lange vingers. Die zijn meestal ambachtelijk gemaakt. Maak maar eens een rondreis en bekijk die biscuits en koekjes. Dat kan eenvoudig via google afbeeldingen.
Aanvullende informatie
- Biscuit is oorspronkelijk een twee keer gebakken (bis = tweemaal; cuit = werkwoordsvorm van bakken). Het is verwant aan beschuit. Biscuit is een luchtig, droog (niet vet) gebak; dit in tegenstelling tot koek dat wel vet is.
- Een boudoir was volgens de meeste verklaringen oorspronkelijk een ruimte in het achterhuis waar een gastvrouw zich na een diner even terugtrok met vriendinnen. Geleidelijk kwam daar echter een erotisch tintje aan, waarbij ik denk aan Fanny Hill en de tekeningen van Thomas Rowlandson. En het werd een kamer voor mannen om na het diner een sigaartje te roken en een borrel te drinken.
- De koekjesfabriek van Meursing uit Amersfoort is overgenomen door Bolletje. Die hebben geen lange vingers in hun assortiment. Wel hebben ze koekjes die lijken op de lepelkoekjes. Die noemen ze Choconelly, Kokonelly en Kanelly
- Koekjesfabriek Swart heeft een geschiedenis van overnames. Het werd in 1998 onderdeel van Lotus Bakeries, die we kennen van de Lotus speculoos en Peijnenburg ontbijtkoek.
- Als je bovenstaand bericht leuk vond, vind je wellicht deze ook interessant: ‘Jodenkoeken, jodiumtekort en Joden‘ of ‘Ossenworst, de échte uit Amsterdam‘. Als je meer wilt weten over casinobrood vind je deze vast leuk: ‘Casinobrood, waar komt dat vandaan‘
- Zoeken bij google afbeeldingen met verschillende zoekwoorden: sponge biscuits, Savoiardi sardi en Biscuits à la cuillère. Je kunt ook op boudoir zoeken, maar dan krijg je niet wat je verwacht …

Vorige en volgende berichten
« Ouder: Rembrandt’s Impasto, een wetenschappelijke zoektochtNieuwer: John Grisham, Descartes en fantasie »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.