basiskennis fotograferen

Basiskennis fotograferen, vergeet ISO

Kees is met een klein beetje basiskennis fotograferen een half jaar geleden gaan fotograferen. Natuurlijk bedoel ik dan serieus fotograferen. Niet even een fotootje maken, zoals tegenwoordig iedereen doet met zijn mobieltje. Nee, Kees denkt na.

Nadenken betekent bij fotograferen eerst het onderwerp goed bekijken. De omgeving zien en daarna de foto previsualiseren. Dat woord heeft hij van mij zegt Kees, maar ik heb het van fotograaf Ansel Andams.

Als hij weet welke foto hij wil maken, pakt Kees zijn camera. Dan heeft hij besloten welk diafragma hij kiest of welke sluitertijd. Of beide. En als beide niet kunnen zoals hij wil, qua licht, dan verandert hij zijn ISO.

Compositie

Ik ken mensen die precies werken zoals Kees. Maar hun foto’s zijn niet om aan te zien. Ze hebben een dure camera en heel veel lenzen, filters en dergelijke. Ze missen echter een ding: gevoel voor compositie.

Natuurlijk zijn er truukjes waarmee je, als je dat gevoel niet hebt, je compositie kunt verbeteren. Maar het fijnst is het als je dat gevoel hebt. En Kees heeft dat.

Alleen werkt Kees nog niet zoals hierboven beschreven. Want, zo zegt hijzelf, er schort nog wat aan zijn basiskennis fotograferen, het verhaal over diafragma, sluitertijd en ISO. Dus vroeg hij afgelopen week, ‘jij weet toch hoe dat zit. Kun jij het me niet eens duidelijk uitleggen’. Daartoe wil ik natuurlijk best een poging wagen.

Basiskennis fotograferen

Het maakt niet uit wat voor camera je hebt, alles draait om licht dat op een lens valt. Zoals je zelf achterin je oog een netvlies hebt, heeft de camera een sensor. En je pupil is als het diafragma van een camera. Ga je van een lichte kamer naar een donkere kamer dan worden je pupillen groter. Dat doen ze om bij het bestaande licht toch voldoende licht op het netvlies te laten komen om een goed beeld te krijgen.

Als mens leven we realtime. We kunnen niet 3 seconden tot een seconde verdichten. Of in die schaars verlichte kamer 1 seconde verlengen naar meerdere seconden. Een camera kan dat wel. Die laat het licht uit een donkere kamer gewoon 3 seconden of langer op de sensor vallen.

Diafragma en sluitertijd

Stel dat je ergens bent waar je een foto wilt maken. Op een zonnige dag is er buiten veel meer licht dan in een restaurant bij kaarslicht. Die hoeveelheid licht kun je per situatie meten.

Het meten van de hoeveelheid licht kun je voorlopig het best door de camera laten doen. Die vertelt niet hoeveel licht er is. Het geeft een combinatie aan van diafragma en sluitertijd, dat is de tijdsduur dat licht op de sensor kan vallen. Die tijdsduur wordt uitgevoerd door een gordijntje dat voor de sensor zit en dat open en dicht gaat (bij een smartphone is het geen gordijntje, maar het principe is hetzelfde).

Hoeveelheid licht meten

De camera zegt dus niet hoeveel licht er is. Het geeft aan dat je bij de situatie waarin jij de foto wilt maken bijvoorbeeld diafragma 8 moet gebruiken bij een zestigste seconde (1/60).

Er is een evenredig verband tussen diafragma en sluitertijd. Dat betekent dat je de waarden die de camera aangeeft ook beide kunt veranderen. Wanneer je de opening (het diafragma) een stap kleiner maakt, moet je dus de sluitertijd een stap langer maken. In de praktijk spreekt men van stops, in plaats van stappen.

Vreemde berekening

We zouden hier even stil kunnen staan bij de wat vreemde notatie en op sommige plekken onlogische opbouw van diafragma en sluitertijd. Maar dat is niet nodig. Het maakt voor de stappen niet uit. Draai je, bij wijze van spreken, het tandwieltje van het diafragma 2 tikjes omhoog, dan moet het tandwieltje van de sluitertijd 2 tikjes omlaag.

De stappen bij diafragma zijn, van grote opening naar kleine opening:

1.4 2 2.8 4 5.6 8 11 16 22 32

De stappen bij sluitertijd zijn, van snelle tijd naar trager sluitertijd:

1/1000 1/500 1/250 1/125 1/60 1/30 1/15 1/6 1/4 1/2

De camera in bovengenoemd voorbeeld geeft aan diafragma 8 bij sluitertijd 1/60 (een zestigste). Daarmee vangen we precies de hoeveelheid licht die nodig is om een goede foto te maken. Willen we echter de foto met diafragma 16 nemen (2 stops kleiner), dan moeten we de sluitertijd ook twee stops veranderen naar 1/15 (een vijftiende).

Met andere woorden, doordat de opening van de lens kleiner wordt moeten de gordijntjes, waardoor licht op sensor valt, langer openstaan.

Een foto maken

Er zijn twee argumenten waarop je diafragma of sluitertijd bepaalt: scherptediepte en snelheid van het onderwerp. Je kijkt dus naar je onderwerp, hebt wellicht al een compositie in gedachten en neemt een besluit. Ja, jij besluit. De camera is slechts een gereedschap om een onderwerp vast te leggen.

Dat besluit is gebaseerd op vier overwegingen:

  1. Wil je het hoofdonderwerp scherp en wat erachter ligt onscherp, dan kies je een grote opening/diafragma (dus bijv. 2.8)
  2. Wil je het hoofdonderwerp scherp evenals wat erachter ligt, dan kies je een kleine opening/diafragma (bijv. 16)
  3. Wil je een bewegend hoofdonderwerp scherp, dan kies je een snelle tijd (bijv. 1/1000)
  4. Mag een bewegend hoofdonderwerp onscherp, dan kies je een tragere tijd (bijv. 1/30)

Verhaal en onderwerp

Je besluit hangt helemaal af van wat je wilt vertellen, wat voor compositie je voor ogen hebt, wat het onderwerp is en het belang van de foto. Niemand kan je dwingen dat bij een foto van een persoon of diertje de achtergrond onscherp moet zijn. Wellicht is het mooier, maar het hoeft niet.

Wanneer je een vaasje fotografeert kun je vanzelfsprekend langer nadenken, dan in de dierentuin, bij een autorace of bruiloft. Zo heeft elke situatie zijn eigen probleempjes. Daarbij moet je soms kiezen voor een middenweg. Maar je kunt altijd terugvallen op je basiskennis fotograferen.

Vergeet ISO … voorlopig

‘Je hebt het nog niet over ISO gehad’, merkt Kees op. Inderdaad. Veel ‘deskundigen’ halen als derde onderdeel van de basiskennis fotograferen ISO erbij. Vergeet ISO… voorlopig. In ieder geval voor de basiskennis. Het gaat bij fotograferen om diafragma en sluitertijd.

ISO is de lichtgevoeligheid van de sensor. Die is bij de meeste spiegelreflex camera’s optimaal bij een ISO van 160. Zet je camera daarop en ga fotograferen met bovenstaande kennis van diafragma en sluitertijd. Bij andere camera’s houd je ISO gewoon op de fabriekswaarde.

ISO

Kees wil toch per se iets weten over ISO. Ok. ISO is dus de lichtgevoeligheid van de sensor. Bij een lage waarde (100 en 160) is de sensor minder gevoelig voor licht dan bij een hoge waarde (bijv. 3200). Nadeel van een hogere waarde is dat er ruis zichtbaar wordt op je foto.

Ik vergeleek hierboven de sensor met ons netvlies. Stel je voor dat je in de felle zon kijkt. Je pupillen kunnen niet klein genoeg worden, de zon brandt op je netvlies en doet wellicht zelfs pijn. Je netvlies heeft dus ook een bepaalde maximale lichtgevoeligheid. Het is wellicht een vreemde vergelijking, maar zo kijk ik naar ISO. Echt, diafragma en sluitertijd is bij basiskennis fotograferen waar het om draait.

Een uitzonderlijke situatie

Natuurlijk kun je ISO wel gebruiken. Maar slechts in twee gevallen. De eerste is wanneer je per se ruis wilt in je opname omdat je dat een leuk creatief effect lijkt.

De tweede is zinvoller. Je gebruikt je ISO-waarde wanneer je bij de aanwezige hoeveelheid licht niet de gewenste verhouding kunt krijgen tussen diafragma en sluitertijd. Zo’n situatie had ik bijvoorbeeld bij het fotograferen van popconcerten.

Daar wilde ik scherptediepte, dus een kleine opening van het diafragma (8 of 11). En een snelle sluitertijd om de beweeglijke popartiesten scherp te fotograferen. De artiest was echter slechts verlicht met enkele podiumlampen. Te weinig licht dus voor de gewenste diafragma en sluitertijd.

Handig met ISO

Het was nog in de tijd dat je fillmrolletjes moest kopen. Ik gebruikte dus rolletjes van 400 ISO (toen heette dat nog ASA). In feite had ik het gemakkelijk. Ik zette de camera op 400 ISO vanwege het rolletje. Daarna was ik weer overgeleverd aan diafragma en sluitertijd.

Zo kun je vanzelfsprekend nu nog werken. Wanneer je inschat dat de lichtsituatie slechts is, stel je de camera eerst in op een iets hogere ISO-waarde. Daarna laat je het licht berekenen zoals boven bij het kopje ‘hoeveelheid licht meten’.

ISO meenemen in berekening

Wil je ISO per se onderdeel maken van de gehele berekening. Dan is het goed te weten dat de verhouding met ISO hetzelfde werkt als bij diafragma en sluitertijd. Dus stop omhoog van een onderdeel (diafragma, sluitertijd of ISO), betekent stop omlaag van één ander onderdeel.

De stappen van ISO zijn, van weinig lichtsterke naar hoge lichtsterkte:

50 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800 51200

Een voorbeeld

Ik ga even uit van de hierboven gebruikte voorbeeldsituatie, diafragma 8 en sluitertijd 1/60.

1.4 2 2.8 4 5.6 8 11 16 22 32
1/1000 1/500 1/250 1/125 1/60 1/30 1/15 1/6 1/4 1/2
50 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800 51200

Staat ISO op 100 en wil je diafragma 8 behouden, maar daarbij een snellere sluitertijd, bijv. 1/125. Dan gaat de sluitertijd omhoog (naar links in het plaatje) en moet ISO omlaag (naar rechts). In dit geval naar 200.

Zou je van 1/60 naar 1/250 willen dan moet ISO dus naar 400. Vanzelfsprekend kun je in dat geval ook kiezen voor diafragma 5.6 en ISO 200.

Tussenstops

‘Ik begrijp het helemaal’, zegt Kees na lezing van bovenstaande. Maar je schrijft ISO 160 is ideaal. Die staat niet in je rijtje ISO-waarden’.

Dat is goed opgemerkt. Genoemde rijtjes zijn de hele stops. Met de technologische ontwikkelingen zijn er inmiddels ook halve en zelfs nog fijnere stops. Daardoor heb je tussen de getallen in de lijstjes tegenwoordig nog tussenwaarden, die tussenstops worden genoemd. Bijvoorbeeld tussen diagragma 4 en 5.6 ook nog 4.5 en 5.0.

In principe blijft bij tussenstops de bovengenoemde evenredigheid bestaan tussen diafragma, sluitertijd en ISO. Ik stelde Kees voor vanuit mijn verhaaltje basiskennis fotograferen te werken. Dus ISO op 160 te zetten en in het begin de hele stops te gebruiken van diafragma en sluitertijd (op sommige camera’s kun je tussenstops uitzetten).

Als je daarmee vertrouwd bent kun je verder. Fotograferen is vooral een kwestie van doen, zoals trainen. Geleidelijk gaat werken vanuit de basiskennis automatisch en dan is het tijd voor de volgende stap in kennis van fotografie.

Volgorde cheat cards

Vrijwel allen die iets vertellen over basiskennis fotograferen (en bijv. een cheat card tonen), plaatsen diafragma of sluitertijd in een andere volgorde dan ik hierboven. Dus bij diafragma van kleine naar grote opening, terwijl ik het van groot naar klein doe. Wellicht is het eerste logischer. Maar voor snel werken in de praktijk vind ik mijn manier handiger. Denk daarbij aan een schuifmaatje, zoals ik hieronder in animatie maakte, en je begrijpt waarom.

basiskennis fotograferen - animatie diafragme sluitertijd

(klik op afbeelding voor vergroting)

De juiste waarden bij het gemeten licht zet je tegenover elkaar. Geeft de camera bijvoorbeeld aan dat je diafragma 8 moet gebruiken bij een zestigste seconde (1/60). Dan zie je direct dat je bij diafragma 16 als sluitertijd 1/15 (een vijftiende) moet gebruiken om dezelfde hoeveelheid licht te vangen op je sensor. De juiste belichtingswaarden staan dus tegenover elkaar. Je ziet snel dat diafragma 2 en 1/1000 (een duizendste) ook kan.

Aanvullende informatie

  • De hierboven getoonde cheat card om te printen: diafragma - sluitertijd (cheat card) . Het staat er twee keer op. Vanzelfsprekend is het geen animatie, maar je kunt het wel op karton plakken (evt. verkleind) en knippen, plakken etc. Hier ook de afbeelding in jpg (opent in nieuw venster, of direct vanaf link opslaan via rechtermuis toets).
  • Ik legde diafragma en sluitertijd ooit eens uit met een zak knikkers. Stel je hebt 250 knikkers die in een verpakking moeten, waardoor je ze makkelijk mee kunt nemen. Je hebt alleen een emmer en een grote Spaanse fles met een  hals. Beschouw de knikkers als licht. De emmer heeft een grote opening (diafragma), je gooit de knikkers er daardoor snel in (sluitertijd). De fles heeft een kleine opening. Je kunt er slechts 10 knikkers tegelijk ingooien, daardoor ben je er langer mee bezig de 250 knikkers erin te krijgen.
  • Ok, hier ook bovenstaande cheat card met ISO erbij: diafragma - sluitertijd - ISO (cheat card) en als afbeelding in jpg.
Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 3 augustus 2020 door in de categorie 2020, Algemeen, Foto & film

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

One thought on “Basiskennis fotograferen, vergeet ISO

  1. 1

    Duidelijk verhaal. Thanks voor de uitleg

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *