Germanisme, jammerlijke toename
Er is een vorm van germanisme die ik steeds vaker zie (en hoor). Ik vind het lelijk, hoewel ik er zelf ook niet altijd aan ontkom. Het betreft de zinsopbouw waarbij een werkwoord achter het voltooid deelwoord staat.
De meeste mensen zullen het niet als germanisme herkennen. Maar eerst even over germanismen.
Germanisme
Je kunt over germanismen meerdere opmerkingen maken. Laat ik beginnen met te zeggen dat het even erg is als angelicismen (Engels), gallicismen (Frans) en dergelijke. Of dat ze geen van allen erg zijn. Dat mensen een germanisme vervelend vinden komt vooral door de Tweede Wereldoorlog. Het zijn dan ook voornamelijk ouderen die zich eraan ergeren.
Het is dus een generatiekwestie, die vooral leeft bij mensen die kennis hebben van de Duitse taal. Jongeren en mensen die de Duitse taal nauwelijks kennen zullen de meeste germanismen niet eens (meer) herkennen.
Twee vormen van germanisme
Je kunt bij germanismen een onderscheid maken uit voorbeelden die direct of indirect uit het Duits komen. Bij indirecte ontleningen gaat het om vertalingen uit het Duits die we als niet-Nederlands ervaren. Een andere indirecte ontlening is het uitbreiden van de betekenis van een bestaand Nederlands woord met de betekenis van een Duits woord.
Bij directe vormen gaat het om woorden uit het Duits die we als niet-Nederlands beschouwen. Dat kunnen vreemde woorden zijn, die we dus direct hebben overgenomen: überhaupt, sowieso, an sich. Maar ook bastaardwoorden, die we hebben vernederlandst: begeisterung naar begeestering, mittels naar middels.
Zinsopbouw
Ik heb persoonlijk niets tegen barbarisme, het overnemen van woorden en meer uit vreemde talen… als het met mate gebeurt. De vorm die ik echter steeds meer zie vind ik lelijk. Anderen mogen verklaren waarom ik dat vind.
Het gaat om de zinsopbouw die uit het Duits komt. In het Duits gaat bij meerdere hulpwerkwoorden het tweede hulpwerkwoord naar het einde van de zin, na het deelwoord. Bijvoorbeeld: Ich bin von meinem Chef mit einem Fragebogen beurteilt worden.
Daar gaat het nog goed. Want wij zeggen dat als: Ik ben door mijn chef met een vragenlijst beoordeeld. Dus zonder de aanvulling ‘(ge)worden’.
Er zijn echter ook mensen die daadwerkelijk zeggen: Ik ben door mijn chef met een vragenlijst beoordeeld geworden.
Het bedoelde germanisme
Wat ik dus bedoel is het achter het deelwoord plaatsen van werkwoorden. Dat is doorgeschoten en ik weet niet eens of het een puur germanisme is. In Nederland mag zo’n zinsbouw namelijk wel.
Dus je kunt in het Nederland zeggen en schrijven: Ik ben blij dat ik verzekerd word
Maar ik vind dit mooier: Ik ben blij dat ik word verzekerd.
Dit is een eenvoudig zinnetje. Bij complexere zinnen vind ik het nog lelijker, vooral als de zin eindigt met ‘worden’. Zoals in: hij zou opgepakt moeten worden. Enige voordeel is dat je sneller weet wat er met hem moet gebeuren, dan bij: hij zou moeten worden opgepakt.
Er een uitvoerend onderwerp bijhalen lost het al op: De politie zou hem moeten oppakken (dat maakt de zin direct actiever, dan met het hulpwerkwoord). Weinigen zeggen: De politie zou hem oppakken moeten. Toch zijn er mensen die het zo formuleren.
Vaak is het al op te lossen door het hulpwerkwoord te vervangen door een hulpwerkwoord van modaliteit: ze moeten hem oppakken.
Germanisme?
Volgens de etymologiebank stond de vroegste omschrijving van germanisme in het Woordenboek van de Nederlandse Taal van 1817: Germanisme is een uit het Duits overgenomen woord of uitdrukking, die in strijd is met het eigen taalgebruik.
Taal is beweging. En invloeden op taal zijn afhankelijk van situaties. In de Franse Tijd, van 1794 tot 1814, kwam woorden en uitdrukkingen uit de Franse taal in het Nederlands. Daarna kreeg de Duitse taal invloed op onze taal. Dat kwam onder andere door de toename van de economische en wetenschappelijke macht van Duitsland.
Liever geen Germanisme
Sommige Nederlanders vonden dat niet prettig. Dat had echter vooral politieke en taalkundige redenen. Met name taalpuristen streefden naar zuiver Nederlands. Het Duits, en dus Germanisme, was echter niet te stoppen. Het was een handelstaal, die bovendien veel raakvlakken heeft met het Nederlands.
Ik heb zelf geen problemen met Duitse, Engelse of andere taal invloeden. Maar bovenstaande vind ik dus lelijk. Die vorm zou verboden moeten worden… ok, Men zou die vorm moeten verbieden.
Aanvullende informatie
- De letterkundige Cornelis G.N. Vooys deed veel onderzoek naar de Nederlandse taal. Vanzelfsprekend keek hij daarbij ook naar Germanismen. Hij schreef onder ander in 1931 het boek ‘Geschiedenis van de Nederlandse Taal’. In de heruitgave van 1970 staat dat er meerdere schrijvers waren die germanismen gebruikten. Dat kwam eenvoudig omdat ze dachten dat het zeventiende-eeuws Nederlands was.
- Het Genootschap Onze Taal, vereniging voor taalliefhebbers, werd in 1931 opgericht om de toename van germanisme in de Nederlandse Taal onder de aandacht te brengen.
- Een lijst met germanismen in de Nederlands Taal op wikipedia.
- In Engeland werd het woord Germanism al begin 17de eeuw gebruikt. In het Frans kwam het ongeveer tegelijk in gebruik als in het NederlandsZie ook het bericht ‘het werkwoord Moeten‘ of ‘dieventaal, leuk en handig‘
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Mensenkennis, mensen leren kennenNieuwer: Golf, een snelle sport »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.