- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Diabetes, post corona

Diabetes

Ik heb post corona diabetes. De oorzaak is eenvoudig te verklaren. Thuis werken en daardoor meer snoepen en minder beweging. Want hoe gaat dat? Ik zit thuis te werken. Bij de koffie neem ik een koekje, bij de thee een ander koekje. En bewegen? Ik zit in mijn huiskloffie. Dan kleed ik me toch niet om voor een flinke wandeling, zoals de lunchwandelingen op kantoor. Zo zijn er meer oorzaken dat mijn suikerspiegel zodanig steeg, dat ik spreek van post corona diabetes.

Het begon overigens met een kleine klacht waarmee ik naar mijn huisarts ging, nog niet wetende dat een te hoge suikerwaarde de oorzaak was. Na het uitlezen van die waarde noemde mijn huisarts het drie weken geleden gewoon Diabetes 2. Nadat ik klachten kreeg en de bloedafname toonde dat mijn glucosewaarde te hoog was. Ik stopte direct met koekjes eten, ging meer water drinken en verplichtte mezelf dagelijks minstens 6000 stappen te zetten.

Diabetes, oftewel suikerziekte

Ik ben daarna in de boeken gedoken en heb talrijke onderzoeken gelezen. Diabetes is een sluipende ziekte. Het duurt lang voor het wordt ontdekt, doordat er eerst allemaal andere klachten zijn. Ga je naar je huisarts, dan blijken de meesten die klachten te behandelen. Slechts enkele artsen laten direct de glucosewaarde meten.

Veel mensen hebben dus al de volksziekte diabetes zonder het te weten. Ik kocht direct een eigen glucosemeter, omdat ik het interessant vond de fluctuaties te meten. Na het eten stijgt de suikerspiegel (glucosewaarde) namelijk en daarna moet het weer zakken. Met die glucosemeter nam ik tijdens een eetbijeenkomst met vrienden voor het eten een druppel bloed van ieder af. Op één na waren die allemaal hoog. Hopelijk slechts post corona diabetes met geleidelijke verbetering nu corona, in ieder geval de maatregelen, weer achter ons ligt.

Schattingen over diabetes in Nederland

In Nederland komt volgens de statistieken diabetes relatief weinig voor, in vergelijking met omringende en andere Westerse landen. Maar laat je daardoor niet bedriegen. In sommige landen, waaronder Nederland, meten huisartsen minder op glucosewaarde. En de normwaarde verschilt in landen. In Nederland ben je diabetes bij een waarde boven 8 mmol/l in nuchtere toestand (minstens 5 uur niets gegeten). In andere landen hanteren ze een lagere of hogere waarde.

Bovendien wordt er volgens sommige schrijvers van boeken en/of onderzoeken ook met waarden gerommeld. Zoals eerder bij de BMI-waarden. Bij in complotten denkende schrijvers gebeurt zo’n aanpassingen om de farmaceutische industrie te steunen. Dan wordt de norm dus verlaagt, bijvoorbeeld naar 6, om sneller met diabetes farmaceutica te kunnen starten.

Dezelfde complotdenkers geloven ook dat het omkeren van diabetes, door aanpassing van de leefstijl en voeding, door artsen om die financiële reden wordt ontkend.

Aantallen? Klachten?

Ok, toch wat cijfers met bovenstaande in gedachten? In Nederland zijn er dit jaar naar schatting 1,2 miljoen mensen met diabetes 2 en 130.000 met diabetes 1. De verwachting is dat dit de komende jaren snel zal oplopen. Maar het kan wellicht ook dalen… Twee redenen.

Waarom zal het aantal diabetes patiënten oplopen? Omdat de huidige cijfers alleen de mensen zijn bij wie diabetes is vastgesteld. Waarschijnlijk lopen er veel meer mensen rond met een te hoge bloedsuiker. Zij hebben (al) klachten of niet. Als ze klachten hebben worden ze dáárvoor behandeld, de glucosewaarde wordt zoals gezegd vaak niet gemeten.

Waarom zal het aantal diabetes patiënten dalen? Steeds meer artsen onderkennen het suikerprobleem. Ze laten bij klachten sneller de suikerwaarde (eigenlijk glucosewaarde) meten. Bovendien grijpen ze minder naar farmaceutische oplossingen, maar wijzen vaker op herstel door veranderen van levensstijl. Die verandering bestaat bij diabetes 2 uit meer bewegen, anders eten en eventueel afvallen. Letten op suikergebruik en koolhydraten is daarbij een aanvullend advies.

Diabetes 1 en 2

Niet elke diabetes is hetzelfde. Diabetes 2 wordt ook wel ouderdomsdiabetes genoemd. Het ontstaat vaak op latere leeftijd. Door verkeerde voeding, weinig bewegen en dergelijk is het lichaam minder gevoelig voor insuline geworden. De bètacellen in de alvleesklier moeten daardoor harder werken om insuline aan te maken. Dat lukt op een gegeven moment niet goed meer. Er wordt dan te weinig insuline aangemaakt om de suikers (glucose) uit je bloed te halen. Gevolg is dat de bloedsuiker stijgt.

Diabetes 1 daarentegen is een auto-immuunziekte. Het immuunsysteem vermoedt daarbij een aanval vanuit het eigen lichaam. Gevolg is dat het goede lichaamseigen cellen gaat opruimen. Bij diabetes 1 valt het de bètacellen in de alvleesklier aan. Daardoor wordt steeds minder of geen insuline aangemaakt.

Diabetes LADA

Bij sommige mensen bestaat diabetes 1 al bij de geboorte; het wordt dan vaak ontdekt op jonge leeftijd. Diabetes 1 kan zich echter, vooral bij ouderen, ook geleidelijk ontwikkelen. Tegenwoordig spreekt men dan van diabetes LADA (Latent Autoimmune Diabetes in Adults = sluimerende auto-immuun diabetes bij ouderen).

Diabetes 1 en 2 zijn verschillende aandoeningen. Toch zien sommige onderzoekers diabetes LADA als een overgangsfase van 2 naar 1 (LADA wordt daarom ook wel diabetes 1,5 genoemd). Dat dus de uitgeputte bètacellen van diabetes 2 door het eigen lichaam worden aangevallen en uiteindelijk het auto-immuun karakter krijgen van diabetes 1. Dezelfde onderzoekers vermoeden ook dat ongeveer 20 procent van de mensen met diabetes 2 eigenlijk al LADA hebben.

Diabetes, een (nog) onbekend terrein

Door het lezen van boeken en onderzoeken durf ik te beweren dat er nog (te) weinig bekend is over diabetes. Er worden veel onderzoeken gedaan, met name op muizen. Die leiden tot allerlei aannames en algemene uitleg van diabetes, zoals je ook kunt zien op de talrijke websites over diabetes.

En als er een doorbraak is door serieus onderzoek (groot aantal deelnemers over langere tijd), dan duurt het volgens sommige onderzoekers nog minstens tien jaar voor huisartsen het oppakken. Die hebben bovendien in hun praktijk met veel meer aandoeningen te maken, dan alleen diabetes. Wat overigens ook geldt voor de meeste internisten.

Diabetes 2 omkeren, remissie en/of genezen

Dat je diabetes 2 in veel gevallen kunt omkeren, is inmiddels wel aanvaard in de medische wereld. De alvleesklier maakt minder insuline aan door verkeerde voeding, weinig bewegen en dergelijke. Door meer te bewegen en je voeding aan te passen kan dit herstellen.

Het is daarbij vooral belangrijk te letten op je suikerinname (koolhydraten). Inmiddels luidt het advies minder suiker, meer vezels. Vanzelfsprekend moet je wanneer de nuchtere glucosewaarde (bloedsuiker) is gezakt, en je ‘genezen’ bent van diabetes 2, niet weer als een gek gaan vreten zoals je het voor je voedingsaanpassing gewend was.

Waarschijnlijk omdat weinig mensen hun levensstijl en voeding langdurig kunnen aanpassen spreekt de medische wereld liever van remissie, in plaats van diabetes 2 genezen. Remissie is een (tijdelijke) verbetering.

Diabetes 1 omkeren, remissie en/of genezen

De algemene uitspraak luidt: van een auto-immuunziekte kun je niet genezen. Logische gevolgtrekking is dat je van de auto-immuunziekte diabetes 1 ook niet kunt genezen. Toch zijn er inmiddels meerdere wetenschappers die iets van de algemene uitspraak terugnemen. De meesten wijzen daarbij ook naar levensstijl, bewegen en voeding. Er zijn meerdere theorieën. Een veelgebruikte is:

Meer dan driekwart van de immuuncellen bevindt zich in de darmwand. Wanneer deze is ontstoken, bijvoorbeeld door te veel suikers, produceert het lichaam onvoldoende immuuncellen (afweercellen). Je hebt dan dus te weinig weerstand.

Door bepaald voedsel (of bestanddelen daarvan) kunnen ook ontstekingen ontstaan die de darmwand perforeren. Hierdoor lekken voedselresten uit de darmen. Dat begrijpen de afweercellen niet. Die vallen de voedselresten en lichaamseigen cellen aan. Door je voeding te veranderen zou je kunnen zorgen voor herstel van de darmwand en weer voldoende immuuncellen aanmaken.

De ontsteking van de darmwand zou je kunnen bestrijden met voeding die bijvoorbeeld je darm-microbioom verbetert. En dan maar hopen dat je immuuncellen niet te veel lichaamseigen cellen hebben beschadigd. Bij diabetes zijn dat dus de bètacellen, die zich in de alvleesklier bevinden in groepjes die eilandjes van Langerhans worden genoemd.

Darm-microbioom en onduidelijkheid

Microbioom is de naam voor de verzameling micro-organismen. Bij het darm-microbioom zijn dat de bacteriën, schimmels e.d. in je darmen. Hoewel bovenstaande theorie wellicht logisch klinkt, zijn de wetenschappers die het aanhangen nog niet eenduidig in hun uitwerking. Met andere woorden, ze zijn het eens over de theorie en velen wijzen naar het darm-microbioom, maar in de praktische vertaling verschillen ze.

Ze adviseren wel vrijwel allemaal onbewerkt voedsel. Dat is voedsel dat je in de natuur vindt. Waar dus niet in een fabriek allerlei onnodige ingrediënten, zoals suiker, aan is toegevoegd. En waar liefst ook geen pesticiden en andere middelen op zijn gespoten.

Maar over voedsel uit de natuur is, in het kader van bovenstaande theorie rond de auto-immuunziekte, daarna toch onduidelijkheid… voor de leek die er iets mee wil. De ene wetenschapper vindt bijvoorbeeld het drinken van koemelk geen probleem. Terwijl een ander juist wijst op de vele kinderen die daardoor diabetes 1 zouden hebben ontwikkeld (met name door de caseïne in koemelk).

Glycemische index (GI), snelle en trage suikers

Je lichaam heeft koolhydraten (suikers) nodig om energie te maken. Dus helemaal geen koolhydraten eten is niet verstandig. Er kan echter verschil worden gemaakt tussen snelle en trage suikers. Snelle suikers worden snel in het bloed opgenomen en laten de suikerwaarde dus ook snel stijgen. Daarna volgt vaak een dip in energie. Bij trage suikers gaat het stijgen van de suikerwaarde veel langzamer en ze zijn daardoor minder belastend.

Om de snelheid, of traagheid, aan te geven waarmee suikers worden opgenomen is de glycemische index (GI) bedacht. De glycemische index geeft met een getal tussen 1 en 100 aan hoe snel een voedingsproduct de glucosewaarde doet stijgen. Een heel traag product heeft het getal 1 en een snelle dus 100; dat is bijvoorbeeld glucose zelf.

Glycemische lading (GL)

Diabetici en mensen die dat willen voorkomen kiezen het liefst voedsel met een lage glycemische waarde (lager dan 50). Maar dat vertelt alleen iets over de snelheid van opname. Wanneer je veel groenten eet met een lage waarde kun je alsnog te veel koolhydraten eten; wat de glucosewaarde meer doet stijgen.

Daarom is er ook een glycemische lading (GL, ook wel glycemische last genoemd). Die neemt de totale hoeveelheid suikers in een product mee in een formule met de waarde uit de glycemische index (GI) berekening. Die formule luidt:

GL = (GI / 100) * (koolhydraten per 100 gram * portie

Een voorbeeld van GL berekening

In voorbeelden wordt uitgegaan van gemiddelde porties. Maar je kunt vanzelfsprekend je eigen portiegrootte nemen. Daarbij moet je de portie als percentage van 100 gram nemen. Dus 200 gram is 2 en 70 gram is 0,7 als portie in de formule.

Een knolselderij heeft een GI van 15 (bij 100 gram; ook al weegt zo’n knol wellicht 1 kg) en het heeft 5 gram koolhydraten per 100 gram.

Eet je een portie van 200 gram, dan is de GL dus (15/100) * (5 * 2) = 1,5

Eet je maar 70 gram, dan is de GL (15/100) * (5 * 0,7) = 0,525

Bij een GL lager dan 10 stijgt de suikerwaarde traag, tussen 10 en 20 matig en boven 20 snel. Het is dus van belang met de GL in ieder geval onder de 20 te blijven.

Op bovenstaande manier kun je ook voor een hele maaltijd de glycemische lading bepalen. Door dus de GL van alle ingrediënten in je maaltijd te berekenen.

Berekenen totale GL van een maaltijd

De berekening van de totale GL van een maaltijd is best bewerkelijk. Maar de verschillende producten (ingrediënten) kunnen invloed hebben op het verlagen van de totale GL van een maaltijd. Zelfs wanneer er enkele ingrediënten bij zitten met een hoge GI en GL. Het kan dus interessant zijn die totale GL te berekenen. En het is eigenlijk vreemd dat kookboeken met koolhydraatarme gerechten de GL van een maaltijd er niet bij zetten.

Wat moet je weten om de berekening te maken? Het gewicht van de verschillende ingrediënten en het daarbij aanwezige aantal koolhydraten en vezels. Verder de GI van elk ingrediënt. In bijgaand document heb ik de berekening uitgeschreven met twee voorbeeld (PDF - 83,41 KB). In het document geef ik ook nog enkele tips.

Ik heb ook een excel-bestand gemaakt om de berekening op een andere manier te laten zien, met een van de voorbeelden uit het document (XLSX - 10,78 KB).

Invloeden op de GI van een hele maaltijd

Maar je kunt het ook globaal bereken. Want er zijn diverse factoren van invloed op de glycemische index. Ten eerste de hierboven bedoelde combinatie van koolhydraten met andere voedingsstoffen in een maaltijd. Eiwit en vet zorgen voor een verlaging van de glycemische index. Dus wil je een suikerrijke appel eten, dan adviseren sommige onderzoekers daarvóór een handje noten te eten om het effect op de suikerwaarde te verminderen.

Hoe lang de spijsvertering nodig heeft om het voedsel af te breken heeft ook invloed. Is het gepureerd of in kleine of grote stukjes gesneden bepaalt hoe snel de koolhydraten worden afgebroken. En dus hoe snel de suikerwaarde zal stijgen.

Zelfs de persoon heeft invloed op de glycemische index van een maaltijd. Uit onderzoek (PDF - 4,15 MB] blijkt dat de suikerwaarde (eigenlijk dus  de waarde van hoeveelheid glucose in je bloed) van verschillende mensen bij een gelijk voedingsproduct minder snel of juist sneller stijgt.

Andere invloeden op de GI zijn de:

Volop hulp voorhanden bij diabetes

Glycemische index, Glycemische lading, koolhydraten, suiker verminderen, maaltijd samenstellen. Het duizelt. Gelukkig zijn er heel veel ‘deskundigen’ die hulp bieden. Ze geven koolhydraatarme diëten, publiceren lijsten met GI en GL of schrijven heel veel informatie.

Tussen de deskundigen zitten artsen, diëtisten en goedwillende hobbyisten (vaak zelf diabeet). Maar ook gelukszoekers die een financieel graantje willen meepikken van het groeiende aantal diabetici. Wanneer je alleen kijkt naar de adviezen van artsen en diëtisten zie je al genoeg tegenspraak. Evenals hierboven bij onderzoekers blijken ze verschillende ideeën te hebben over wat goed is voor de diabeticus.

GI-aanhangers, Keto-gasten en meer

Sommigen zweren bij het bijhouden van de GI- en GL-lijsten. Anderen bij een bepaalde voedingsstroming. Dat kan bijvoorbeeld het Keto- of ketogeen dieet zijn, dat bestaat uit weinig koolhydraten en veel of meer vet eten.

De meeste artsen die boeken schrijven over diabetes houden het echter op een dieet van onbewerkte groenten, fruit en vlees (geen rood vlees en geen bewerkte vleesproducten). Daaronder vindt je ook de schrijvers die spreken van jagers en verzamelaars. Dan mag je alleen eten wat de oermens at, voor de landbouw opkwam. Dus wel wild vlees en vis, groenten en fruit (en planten), en noten, kruiden en zaden.

Keuzes maken

Hadden de jagers en verzamelaars al bananen? Dan zou je dat mogen eten om diabetes te keren, volgens die oermens adepten. Maar onder die groep bevinden zich ook schrijvers die de suikerrijke banaan verbieden in hun dieet. Want alle schrijvers hebben, waarschijnlijk uit commerciële overweging, allemaal ook hun eigen dieet-variant.

Als goedwillende leek met post corona diabetes moest ik keuzes maken. Daarbij hield ik persoonlijk een leraar van de middelbare school in gedachten. Die zei me ooit, ‘René, vraag je twintig mensen naar hun mening dan krijg je of twintig verschillende meningen, of tien naar links en tien naar rechts. Je kunt net zo goed direct zelf kiezen’.

Gewoon eentje kiezen

Ik begon echter met het maken van een lijst van de voedselsuggesties uit de boeken en onderzoeken. Daarna zou ik kunnen turven welk voedsel bij de meerderheid voorkwam. Al snel voelde dat als een eindeloze klus.

Daarom besloot ik uiteindelijk toch voor één methode te kiezen en de rest voorlopig te vergeten. Daarbij koos ik voor een mild voedingsadvies op basis van zo veel mogelijk onbewerkt voedsel, maar niet rigide. Ik zal daar ongetwijfeld in de toekomst met een bericht op deze site meer over vertellen.

Meer informatie

Er is over diabetes en wat ik tegenkwam in boeken en onderzoeken veel meer te vertellen. Dat voert echter veel te ver. Een paar dingen zijn nog wel belangrijk en/of interessant om mee te geven.

Vezels

De volgens mij meest serieuze adviezen vertellen dat je koolhydraten moet verminderen, maar daarbij ook moet kijken naar de vezels in een product. In ieder geval zou er een gunstige verhouding moeten zijn. De vezels helpen bij vertering en zijn ook voedsel voor je microbioom. Het best is dus een maaltijd met weinig koolhydraten en veel vezels. Bij een maaltijd kan die bestaan uit een combinatie van ingrediënten. Maar er zijn producten die je beter kunt vermijden, omdat ze door een groot aandeel GI, en dus snelle koolhydraten, veel invloed op het geheel van ingrediënten.

Omega-3

Omega-3 is buitengewoon goed, blijkt uit heel veel onderzoek rond gezondheid en diabetes. Het zit onder andere in vette vis, zoals makreel en zalm, en in levertraan (om maar een product te noemen). Veel bewerkte producten bevatten echter ook Omega-6. Dat veel minder goed.  Wanneer je een product hebt met beide, dan zou het maximaal 4 x meer Omega-6 mogen bevatten dan Omega-3.

Vitamine D

Heel veel mensen, ook niet-diabetici, hebben vitamine D tekort. Enkele schrijvers vinden dat je bij diabetes moet zorgen voor voldoende, wellicht zelfs meer dan de medische norm, vitamine D. Je lichaam maakt het zelf als je in de zon loopt (zonder hoofd en handen te bedekken). Het zit ook in vette vis en levertraan. Desnoods kun je kiezen voor een goed supplement. Daarbij kun je het best kiezen voor een capsule, waarbij de vitamine D (vaak uit lanoline = wolvet) is aangevuld met olijfolie (liefst virgin = eerste persing).

Gluten

Dit is een eiwit in granen. Sommige mensen mijden het al vanwege een glutenintolerantie. Gluten schijnen sowieso niet goed te zijn voor het auto-immuunsysteem. Maar zijn ook onderzoekers die iedereen afraden producten met gluten te nuttigen.

Poep transfusie

Doorbouwend op de bovengenoemde theorie van een ontstoken lekkende darm moest ik denken aan poep transfusie. De snelste manier om de bacteriën van je darmen te verbeteren is immers het inbrengen van het goede micro-bioom van een gezond persoon, liefst een familielid. Zie het bericht ‘de poep van Robben‘. Het zou wellicht het immuunsysteem versterken en een auto-immuunziekte, zoals diabetes 1, kunnen verbeteren.

Onderzoeken en boeken

Ik zal als mijn werkzaamheden het toelaten een aparte pagina maken voor enkele van de vele onderzoeken. En daar een lijst aan toevoegen van de boeken die ik las, sommige van begin tot eind, andere diagonaal.

Zie ook het bericht ‘Koolhydraten, suikers en suiker‘, ‘suiker is dodelijk‘ (met een lijst van gezondheidsproblemen), of ‘suikervrij en de stevia-leugen