Gemêleerd gezelschap
Van jongs af aan heb ik altijd een zeer gemêleerde vrienden- en kennissenkring gehad. Als tienjarige speelde ik bijvoorbeeld vrijdagavond kaart bij het zoontje van een stratenmaker, ging ik zaterdag mee bowlen met het zoontje van een multimiljonair en fietste ik zondag met het zoontje van een detaillist naar een voetbalwedstrijd van het eerste van onze amateurvereniging. Uiterlijk beschouwd drie werelden van verschil. Dat verschil zag ik wel, maar meer nog zag ik de leuke persoonlijke kanten van het school-, sport- of buurtvriendje.
Het was niet altijd makkelijk. Want ik wilde ook dingen organiseren en dan mijn vrienden bij elkaar brengen. Dat ging regelmatig fout. Voor anderen besefte ik al snel, speelden uiterlijkheden een rol in de beoordeling van een persoon. Overigens soms ook doordat de vrienden door hun moeders waren ‘voorgelicht’. Daarvoor was één opmerking vaak genoeg geweest. Dat leverde dan weleens pijnlijke situaties op. Dat we bijvoorbeeld met zijn drieën waren en dat er alleen via mij werd gecommuniceerd, omdat één van de twee of beiden niet met de ander wil/mocht praten. Geleidelijk stopte ik ermee vrienden bij elkaar te brengen als ik dit soort situaties kon verwachten. Maar ik stopte de vriendschappen niet, want ik leefde gewoon en was van huis uit op geen enkele manier belast met ge- en verboden. En geleidelijk vond ik het bewust of onbewust ook wel een voordeel in meerdere werelden te kunnen kijken. Om meerdere redenen.
Eén van die redenen was bijvoorbeeld, niet dat ik daar naar op zoek was overigens, dat ik informatie van meerdere kanten kreeg. Stond er iets in de krant over een onderwerp dat leefde in de samenleving, dan hoorde ik het commentaar van diverse kanten. Inmiddels gingen mijn contacten natuurlijk verder dan school- en sportvriendjes. Geleidelijk was mijn wereld was breder geworden. Die werd ook gevoed door neefjes van vrienden, vrienden van kennissen, kennissen van klanten, klanten van kennissen, kennissen van vrienden en vrienden van familieleden.
De gemêleerdheid bleef. In de loop van de jaren heb ik geleerd daar makkelijker mee om te gaan. Ook de maatschappij als geheel is makkelijker en schijnbaar opener geworden. Toch verwonder ik me nog regelmatig over hoe moeizaam mensen met elkaar om kunnen gaan. Terwijl het niet alleen leuk is, maar ook heel zinvol om open te staan voor een ander mens. Door vragen te stellen, te communiceren en informatie te delen leer je niet alleen die ander kennen, wat voorkomt dat je hem/haar op onjuiste gronden veroordeeld, maar het geeft ook andere kijk op dingen.
Daarom verbaast het me dat politici, ceo’s van multinationals en anderen zich niet veel vaker laten informeren door mensen van verschillende pluimage. Niet door een onderzoek te laten doen en ook niet door mensen binnen één groep te spreken. Maar door zelf mensen te spreken, hun argumenten te horen vanuit hun praktijk van het leven.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Rolstoel op luchtkussensNieuwer: Onbekende wetten van Parkinson »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.