Het vilt-je van Heineken (fvdw)
Op hole 19 van de golfbaan krijg ik mijn biertje geserveerd op een klein vilt-je van Heineken. ‘Met recht een vilt-je’ heeft een briljante reclameman bedacht als spreuk. Waarschijnlijk heeft hij Heineken er ook van overtuigd 30% in de subtitel te gebruiken. Dat staat beter dan een getal met cijfers achter de komma.
Het vilt-je van Heineken
Natuurlijk is het niet leuk hier zeikerig te doen over de goedbedoelde actie rond het vilt-je van Heineken. Hoewel het waarschijnlijk vooral om hun eigen portemonnee zal gaan. Terwijl de suggestie wordt gewekt dat wij als bierdrinker blij moeten zijn met de milieuvriendelijke actie van de bier- en frisdrankgigant.
Ik meldde mijn golfmaatjes direct dat die 30% op dat viltje waarschijnlijk niet klopt. Afgerond of opgehoogd naar een mooi en indrukwekkend rond getal. Er was er eentje die reageerde, ‘ze hadden er nog wel wat meer af kunnen halen, tot de omtrek van het flesje’. Ik bracht het gesprek naar een ander onderwerp: even groot als het flesje leek me niet praktisch… daar moest ik Heineken gelijk in geven.
Oppervlakte en percentage berekening
Is het vilt-tje werkelijk 30% kleiner en is daarmee 30% minder materiaal gebruikt? Een berekening daarvan is niet moeilijk.
Het originele viltje van Heineken heeft een diameter van 10 cm. Dat betekent een oppervlakte van 78,5 cm2
Gegevens die je daarbij nodig hebt zijn:
- Diameter is de middellijn van een cirkel
- De straal van een cirkel is de helft van de diameter
- Formule berekenen van de oppervlakte van een cirkel is pi (= 3,141592653589793 = 3,14) x straal x straal (oftewel pi x straal2)
Het vilt-je heeft een diameter van 9 cm. Dat geeft een oppervlakte van 4,5 x 4,5 x 3,14 = 63,6 cm2
Is het vilt-je van Heineken 30% kleiner?
De bewering is dat het vilt-je 30% kleiner is. Als ik zeg dat iets kleiner is dan iets groters, dan neem ik 100% voor dat grotere. Ik neem dus de oppervlakte van 78,5 als 100%. Dat betekent dat het kleine viltje niet 30% kleiner is, maar slechts precies 19%.
Maar wellicht ging PR-afdeling van Heineken uit van een oud viltje. Die hadden een diameter van 10,7 cm en dus een oppervlakte van 89,9 cm2. Wanneer ik dat als 100% neem is het kleine viltje wel ongeveer 30% kleiner.
30% minder materiaal?
Een 30% kleiner vilt-je betekent 30% minder materiaal. Vanzelfsprekend zijn ze ook bij die berekening uitgegaan van een viltje van 10,7 cm diameter. In een gewone berekening betekent dat inderdaad 30% minder materiaal.
Het viltje wordt gestanst uit een vierkant van 10,7 x 10,7 = 114,5 cm2 viltmateriaal. Het benodigde vierkant voor 9 cm viltjes is 9 x 9 = 81 cm2 viltmateriaal. En dat is aan materiaal inderdaad 30% van de grotere.
Nog minder dan 30% materiaal
Maar de viltjes worden niet per stuk gestanst. Er worden er meerdere op een vel viltmateriaal geprint of gedrukt. De vellen gaan daarna door een industriële stansmachine, eentje die de massa heeft in een slag door een vel te hakken.
Er zit daarbij altijd vlees om het ontwerp. Hoeveel dat is afhankelijk van de grootte van het vel. Bij een vel (bij viltmateriaal zullen ze wellicht spreken van ‘plaat’) van 92 cm zouden er 10 viltjes van 9 cm naast elkaar kunnen. Dan blijft er 2 cm vlees over, aan beide kanten 1 cm.
Maar op zo’n vel kunnen slechts 8 viltjes van 10,7 cm naast elkaar. En dan blijft er 6,4 cm ongebruikt vlees over. Bovendien geldt in de lengte hetzelfde als in de breedte. Om hetzelfde aantal viltjes te maken heb je dus bij die oude viltjes meer vellen nodig.
En meer besparing
Bij bovenstaande ga ik er vanuit dat de viltjes strak tegen elkaar liggen op een rijtje liggen. In de praktijk zal dat niet zo zijn, hoewel dat wellicht om millimeters gaat. Bovendien zijn viltjes net als sigaren. Door hun ronding kunnen ze zigzaggend worden geplaatst.
Het is voor de drukker vooral passen en meten. De meeste drukkers zoeken daarbij de gunstigste verdeling, waardoor ze zo min mogelijk papier, karton of viltmateriaal hoeven weg te gooien. En voor Heineken is het verstandig een drukker en stanser te zoeken die de meeste gunstige velmaten kan verwerken.
Zelf gebruikte ik vlees bij drukwerk soms om leuke dingen mee te drukken. Afhankelijk van het materiaal (papier, karton e.d.) konden dat visitekaartjes zijn, een promotieartikel etc.
Aanvullende informatie
Er zijn diverse onderzoeken, boeken en dergelijke waarin viltjes worden gebruikt. Of wellicht zijn die ook daar al vervangen door een vilt-je. Een voorbeeld van een boek dat ik zelf met veel plezier las, maar niet altijd begreep, is ‘The beauty of everyday mathematics’ van Norbert Herrmann uit 2012.
Hij gebruikt een heel hoofdstuk voor vragen rondom twee identieke en perfect ronde viltjes. Hij leende ze permanent van een bar waar hij af en toe naartoe gaat. Ze liggen naast elkaar. Daarna schuift hij de linkse over de rechtse. Zijn eerste vraag is dan: wanneer is precies de helft van het onderste vilt-je bedekt?
Zo’n experiment is ook leuk met een viltje en vilt-je bedenk ik me. Schuif het vilt-je over het viltje. Je ziet dan nog 30% van het viltje. Maar hoever moet je het vilt-je verder schuiven om 50% van het dat viltje te kunnen zien.
Zie ook het bericht ‘Viltjes met spaarelement‘ of ‘het viltje en de rode draad‘, een heel ander verhaal.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Foto van de week, een doorstartNieuwer: Utrechtse spoorpunt, een geschiedenis »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.