
Feitengokker, wie of wat is dat?
Gisteren struinde ik een beetje over de website van Onze Taal. Daarbij stuitte ik op een berichtje over de feitengokker (eigenlijk feitengokkers). Volgens dit Genootschap van taalliefhebbers stond het in 2009 op een lijst van ‘woorden van het jaar …’. Het was daarop geplaatst door de redactie van Prisma, van die woordenboeken.
Feitengokker. Ik kan me iets voorstellen bij het woord dat is opgebouwd uit de woorden ‘feiten’ en ‘gokker’. Schreef ik iets? Ik kan me er heel veel bij voorstellen. Maar de betekenis van de redactie van Prisma zal daar niet bijzitten. Die kon ik in ieder geval niet vinden, ook niet op de website van Onze Taal.
Feiten en de gokker
De eenvoudigste manier om tot een betekenis te komen is de woorden even apart te houden. Ik maak het mezelf makkelijk en probeer eerst de omschrijvingen van Wikipedia:
Feiten zijn gebeurtenissen of omstandigheden waarvan de werkelijkheid vaststaat. Dit kan doordat ze met instrumenten worden gemeten of zintuiglijk worden waargenomen. Feiten moeten bovendien met objectieve waarneming(en) zijn vastgesteld en getoetst kunnen worden.
Bij het woord gokker komen bronnen, ook Wikipedia, al snel met verwijzingen naar kansspelen. Maar het moet voor de feitengokker algemener. Want een speculant is ook een gokker. En in het dagelijks leven kun je ook gokken. Al is het maar dat de gokker geen paraplu meeneemt omdat hij erop gokt dat het niet gaat regenen.
Maar daar tussenin zou je kunnen zeggen: een gokker is iemand die iets (van waarde) inzet op een willekeurige gebeurtenis met de bedoeling de inzet te vermeerderen (oorspronkelijke waarde te verhogen). In feite spelen rond de gokker minimaal drie elementen: een inzet, een risico (kans) en een gevolg (prijs, voordeel, winst, verlies etc.).
Feitengokker, mijn bedachte realist
Zo kom ik niet verder. Ik bedenk enkele definities van de feitengokker en laat even mijn fantasie erop los. Dat kan door nog steeds uit te gaan van de samenvoeging van de woorden ‘feiten’ en ‘gokker’.
Mijn realistische feitengokker:
- is een persoon die graag gokt (of wedt) of basis van feitelijke informatie en gegevens. Hij, zij of het wil dus niet op geluk en intuïtie vertrouwen, maar neemt weloverwogen beslissingen op basis van gemeten of zintuigelijk vastgestelde feiten.
- kan ook een (software) programma zijn die voorspellingen (een bijzondere vorm van gokken) doet op basis van verzamelde feiten. Zo’n programma zou na analyse conclusies kunnen trekken om de meest waarschijnlijke uitkomst te ‘voorspellen’ … eventueel bij gokgerelateerde beslissingen.
- is de gokker die specifiek wed op feitelijke gebeurtenissen, zoals sportevenementen, politieke verkiezingen en andere situaties waarbij de uitkomsten meetbaar zijn of feiten een rol spelen
De gefantaseerde feitengokker
Laat ik mijn fantasie echter de vrije loop dan kan het alle kanten op. Mijn gefantaseerde feitengokker:
- is een fictief persoon in een SF-verhaal. Hij, zij of het gokt er met een reist door de tijd en ruimte op specifieke (feitelijke) gebeurtenissen in de geschiedenis te vinden die zijn lot beïnvloeden.
- vormt met andere feitengokkers een genootschap. Ze zoeken kennis om een eeuwenoud mysterie op te lossen. Daarvoor combineren ze feiten uit verleden, heden en toekomst om een voorspelling (gok) te doen die de loop van de geschiedenis kan veranderen.
- wordt door mensen uit zijn omgeving bezocht om raad. Want deze feitengokker verzamelt feiten en kan daarmee de toekomst voorspellen.
- of is een persoon die voortdurend nauwkeurige gokken plaatst op basis van absurde feiten. Voort fantaserend zou het puur geluk kunnen zijn, maar deze feitengokker heeft en gebruikt informatie en gegevens die anderen niet kennen.
- kan ook een apparaat zijn dat is uitgevonden in een alternatieve realiteit (parallel universum). Met het apparaat, kan ook een gadget zijn, kunnen mensen feiten verzamelen over een andere werkelijkheid. Daarmee kunnen ze beslissen welk parallelle universum ze willen betreden.
Samengestelde woorden
Het leuke van de Nederlandse taal is dat je met woorden een nieuwe woord mag vormen. Die nieuwe woorden heten dan samengestelde woorden. Dat kan een samenstelling zijn van twee woorden, zoals ‘feiten’ en ‘gokker’ samen het woord feitengokker maken. Maar het mag ook een samenstelling zijn van meer dan twee woorden zijn. Dan krijg je bijvoorbeeld de gezondheidsfeitengokker.
Zo’n samenstelling kan in de Nederlandse taal in principe oneindig lang zijn. Als het dan wat onoverzichtelijk wordt mag je er streepjes tussen zetten. De familiebladengezondheidsfeitengokker zou je dus ook zo kunnen schrijven familiebladen-gezondheids-feiten-gokker. En ja, het is inderdaad een persoon die gok op de feiten over gezondheid die hij, zij of het leest in familiebladen zoals Libelle, Margriet en dergelijke.
De kern van de samenstelling
Het laatste woord geeft aan waar het om gaat. Dat wordt daarom de kern van de samenstelling genoemd. De kern bepaalt ook of de samenstelling mannelijk of vrouwelijk is. Bij de feitengokker is die kern ‘de gokker’. Het gaat dus over een gokker die iets heeft met feiten.
Het leuke van samengestelde woorden vind ik dat je er creatief mee kunt combineren. Daardoor kun je met samengestelde woorden op een efficiënte manier complexe zaken beschrijven. Dat kan soms tot unieke betekenissen leiden die je niet direct uit de afzonderlijke woorden kunt afleiden, zoals bij de feitengokker.
De gokker als kern van de samenstelling
Met de gokker als kern zijn al andere samenstellingen gemaakt. Die kun je dus eenvoudig aanvullen met samenstelling die nog niet in gebruik zijn. Sinds 1 oktober 2021 kennen we in Nederland de legale onlinegokker, een gokker die kansspelen via internet speelt. De overheid spreekt daarbij overigens van ‘gokken op afstand’, omdat de computer met het spel kilometers van de speler vandaan kan staan.
Op dezelfde manier kun je een casinogokker hebben, en een kaartgokker, loterijgokker en sportwedstrijdengokker. Zonder kansspelen kun je ook denken aan de speculant. Bijvoorbeeld de dalendegoudprijsgokker.
De geitenfokker en invulgedrag
Toen ik het woord feitengokkers, het stond er inderdaad in het meervoud, voor het eerst las dacht ik dat het over geitenfokkers ging. Zonder erg had ik de twee letters in mijn hersenen verwisseld. Hoe? Ik kan Freud niet vragen hoe dat komt. Een van mijn eigen verklaringen is dat het woord feiten meestal alleen staat, met hooguit feitenkennis als veelgebruikte samenstelling.
Terwijl geiten in meer samenstellingen voorkomt als woord bij een kern. Omdat je veel dingen rondom geiten wilt benoemen, het geitenhart, de geitenherder, het geitenleer en wellicht zelfs de geitenneuker.
Maar uitgebreid ben ik niet naar een verklaring voor de omkering gaan zoeken. De hersenen nemen nu eenmaal altijd loopjes met ons bij taalgebruik. Dan wordt die functie (taal), die in de nieuwe hersenen (neocortex) huist, gewoon geplaagd door de oude hersenen.
Hoewel ze elkaar ook helpen. Bijvoorbeeld als we een zin lezen waarin letters zijn weggevallen of gemengd. Dat we zo’n zin toch goed kunnen lezen komt doordat onze hersenen geen losse woorden lezen, maar woordbeelden vormen. We kunnen de woorden daardoor redelijk snel verbeteren. Helemaal wanneer de eerste en laatste letter van een woord op de juiste plaats staan.
De feitengokker, een geitenfokker
Is het nog vreemd dat ik het woord feitengokkers eerst als geitenfokker las? Omdat het Genootschap Onze Taal geen betekenis van het woord vermeldt, en ik de argumenten van Prisma niet kon vinden, ging ik op zoek.
Vanzelfsprekend keek ik eerst naar het jaar 2009. Wat waren de hoogtepunten van het nieuws dat jaar. Een van de onderwerpen die veel ter sprake kwam was Q-koorts. Q-koorts is een infectieziekte. In Nederland zijn vooral melkgeiten en -schapen de infecterende bron voor mensen. Zou ik onbewust feitenkennis daarover uit mijn hersenen hebben gehaald en gekoppeld bij het woord feitengokker?
De feitengokker en Q-koorts
Q-koorts bestaat in Nederland al lang en beweegt zich in een golfbeweging. Het beleefde in 2009 weer een hoogtepunt. En voor het eerst nam de overheid het probleem in dat jaar serieus. Nadat er veel feiten op tafel waren gekomen. De overheid stelde uiteindelijk eind 2009 een evaluatiecommissie in. In hun rapport van die commissie komt het woord feiten veelvuldig voor. Zo vaak zelfs dat er een afkorting wordt gebruikt (FR voor feitenrelaas).
Zelfs tegenwoordig worden mensen met verschijnselen van Q-koorts niet altijd serieus genomen. Dat komt omdat de klachten vaag zijn of zelfs ontbreken. Veel mensen met Q-koorts hebben geen klachten. Bij mensen die wel klachten hebben is dat vaak niet meer dan griepachtig. In enkele gevallen zijn de klachten ernstig.
De verslagen van mensen met klachten waren dus niet meetbaar, hooguit enigszins waarneembaar. De overheid dacht lange tijd dat het probleem wel over zou waaien. Ze gokte op de vage feiten. Met andere woorden, ze gedroegen zich als feitengokkers.
Aanvullende informatie
- In de lijst met woorden van het jaar 2009 stonden naast feitengokker ook de woorden alarmisten, verdwijnziekte, stresstest, overplukking, kantoorgeld, zuchtmeisje en bibbergeld. Allemaal woorden die het onderzoeken waard zijn. Maar ook woorden die een herinnering kunnen oproepen. Helemaal wanneer je de woorden ziet die andere organisaties als woord(en) van het jaar kozen:
- Van Dale houdt het in 2009 op ‘ontvrienden’
- En bezoekers van het Onze Taal-congres kiezen ‘twitteren’
- Bij Engelse bronnen staan woorden rond twitter en sociale media ook bovenaan. Het online Merriam-Webster woordenboek kiest echter voor ‘admonish’. Dat betekent ‘vermanen’, oftewel berispen, bekritiseren, veroordelen. Ok, dat zijn zaken waarbij we tegenwoordig ook aan sociale media en twittertuig denken.
- Puzzelaars zijn ze ongetwijfeld al tegengekomen, de woorden met feiten als voorvoegsel. Het zijn er minder dan de woorden die met ‘geiten’ beginnen. 55 woorden met feiten en 299 woorden met geiten.
- Volgens de Nederlandse natuurkundige Walter van Suijlekom leven we niet in één wereld. In de NewScientist heeft hij het over drie parallelle werelden.
- Lees meer over samengestelde woorden op de website van het Genootschap Onze Taal.
- Zie ook het bericht ‘Aspirine, microben en een gokker‘ of ‘Allemaal beestjes in onze buik‘.
Rapportages over Q-koorts
De golf Q-koorts met 2009 als hoogtepunt brak twee jaar daarvoor uit in het Brabantse dorpje Herpen. Het verspreidde zich over het gehele land en groeit tot de grootste Q-koortsepidemie ter wereld. In 2009 zijn rond de 80.000 Nederlanders besmet met Coxiella Burnetii, de bacterie die Q-koorts veroorzaakt.
- Het rapport van de evaluatiecommissie Q-koorts (PDF - 1,95 MB)
- Een kort verslag van de Belgische epidemioloog Koen de Schrijver over de geschiedenis van Q-koorts (PDF - 365,41 KB)
- Dwee rapporten van de Nationale Ombudsman. Uit 2012 over de menselijke aspecten rond Q-koorts (PDF - 1,76 MB). En in 2017 over de lessen die de overheid heeft getrokken uit de Q-koorts epidemie (PDF - 1.004,49 KB)
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Woordenboek van Aaszak tot ZwabberNieuwer: Bladblazer of hark? »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.