
Mijn moeder, het laatste verhaal
‘Kun je zulke verhalen ook schrijven over je moeder’, vroeg een vriend enkele jaren terug. Hij had de berichten gelezen over hoe ik het overlijden van mijn vader beleefde. ‘Natuurlijk’, had ik geantwoord. Ik wist toen al dat het anders zou zijn. Mijn moeder en vader waren twee verschillende personen, die ik ook los van elkaar beleefde.
Mijn moeder en een meisjesdroom vervuld
Ik kon toen echter niet weten dat ik het overlijden van mijn moeder ook op een heel andere manier zou ervaren. Nadat ik vier jaar geleden officieel bij haar was ingetrokken hadden we een heel leuke tijd. Ze beleefde haar meisjesdroom, zei ze. Daarbij ging haar man ’s ochtends weg, deed zij overdag wat ze wilde en zorgde ze nadat hij thuiskwam ’s avonds voor het eten.
Die droom kwam niet uit toen ze een slager trouwde. Ze stond in de slagerij en verzorgde tussendoor haar kinderen. Er was geen sprake van ’s ochtends uitzwaaien. Mijn ouders waren bijna 24 uur per dag samen, in goede harmonie en zonder ooit een onvertogen woord. De man uit haar droom werd vele jaren later een zoon. Iets dat ze overigens al jaren geleden voorspelde; alleen dacht ze toen nog dat het haar jongste zoon zou zijn. Het uitzwaaien heeft niet lang geduurd.
Van uitzwaaien tot ‘goed samen’
Tijdens corona ga ik meer thuiswerken. In het voormalige kantoortje van mijn vader plaats ik een computer en printer. Maar ik zit meestal beneden aan de grote tafel in de woonkamer. Daar zitten we schuin tegenover elkaar. Ik achter een laptop en mijn moeder bezig met een puzzel, tijdschrift, boek of borduurwerk.
Zo tegenover elkaar zitten we regelmatig twee tot drie uur zonder een woord te wisselen. Hooguit is er de vraag van een van ons of de ander zin heeft in koffie, thee of iets dergelijks. En als het te lang duurt voor zo’n vraag komt doorbreekt mijn moeder de stilte met ‘wat hebben we het goed samen hè’. Een vraag die ze vooral retorisch stelt; ik hoef slechts bevestigend te knikken of een instemmend hmm te laten horen.
Gesprekken met mijn moeder
Mijn moeder en ik verschillen niet alleen in leeftijd. Zij heeft heel andere interesses dan ik. Ik zou ook kunnen zeggen dat ik veel interesses heb en zij veel minder. Dat ze rond de negentig jaar is zal daar wellicht aan hebben gedragen. Bovendien gaf haar werkzame leven weinig ruimte voor het ontwikkelen van hobby’s.
Maar er zijn vanzelfsprekend tussen mijn moeder en mij wel de raakvlakken die ieder mens deelt: het leven en andere mensen. Daarover spreken we soms tijdens het avondeten, wachtend op het journaal of op de andere momenten dat een onderwerp opduikt. Het zijn geen hoogdravende gesprekken, meer uitwisselingen op een alledaagse wijze. Het leuke is dat mijn moeder daarbij teruggrijpt op gebeurtenissen uit haar verleden, vooral uit haar jeugd.
Als je A zegt …
Mijn moeder gaat er in het begin vanuit dat ik haar zal verlaten als ik weer eens een leuke vrouw tegenkom. Ik vertel haar dat ik A heb gezegd en, gelet op haar leeftijd, ook B heb besloten. Iets wat ik ook tegen de leuke vrouwen zeg die ik soms tegenkom; ze moeten maar wachten … of niet, dat is aan hen.
Het duurt even voor mijn moeder aanneemt dat ik het serieus meen. Ik zal haar niet in de steek laten of aan haar lot overlaten. In die rust leven we verder. Mijn moeder is gezond en onafhankelijk. Ze heeft haar hobby’s in puzzelen, lezen en borduren en ze gaat wekelijks naar gym, kaarten, sjoelen en de kerk. Thuis zorgt ze voor het eten, doet de boodschappen daarvoor, onderhoudt de tuin, houdt de woning schoon en verzorgt de was.
Haar lichamelijke conditie bij de uitvoering daarvan verbaast me menigmaal. Ze kan nauwelijks stilzitten. Springt nog touwtje. En als ik weleens meehelp in de tuin ga ik al naar binnen om te rusten als zij nog even doorgaat.
Tot mijn moeder valt
Dinsdagavond 22 november 2022 stel ik voor even op ziekenbezoek te gaan bij de enige nog levende van haar zes zussen. Vanwege de bezoektijden laten we alles achter zoals het is. We zullen het over een uurtje of twee wel weer oppakken.
Het trottoir van de parkeerplaats naar de ingang van het ziekenhuis is slecht verlicht. Bovendien loopt het rond. Mijn moeder glijdt van het trottoir op een plek waar een opening is gemaakt voor rolstoelgebruikers. Ze breekt haar rechterheup en -pols. Geluk bij een ongeluk is daarbij hooguit dat het bij een ziekenhuis gebeurt.
Kort na de val wordt haar pols gezet. De ochtend na de val volgt een heupoperatie. Daarvoor krijgt mijn moeder waarschijnlijk een plaatselijke verdoving en een roesje. Na een week gaat ze naar het revalidatiecentrum, aangesloten bij het ziekenhuis, en een dag voor Kerst mag ze naar huis.
Fysiotherapie en medicijnen
Ze herstelt redelijk snel. Een fysiotherapeut komt eens in de week oefeningen doen met mijn moeder. Hij ziet dat ze als 92-jarige nog steeds dingen kan doen waar veel jongere ‘klanten’ niet toe in staat zijn. De oefeningen, die ze in de loop van de week moet uitvoeren, doet ze nauwelijks. Ze is alweer met huishoudelijk werk bezig en beschouwt alle bewegingen die ze daarbij maakt als genoeg fysiotherapie. Alleen als ik met haar meedoe vindt ze het leuk de in haar ogen onnutte bewegingen van de oefening te maken.
Vervelender echter dan de oefeningen vindt ze de medicijnen die ze moet slikken. Vanaf haar 60ste slikt ze een pilletje tegen hoge bloeddruk. Dat is een vertrouwd onderdeel geworden van haar ontbijt. Een onnodig pilletje vond ik omdat haar bloeddruk thuis met eenzelfde meter altijd een lagere waarde had dan bij de huisarts. Nu zijn er een aantal pillen bij gekomen.
Farmaceutische rommel
Mijn moeder en ik hebben beiden een hekel aan die farmaceutica. Zij noemt het ‘rommel’. Ik ben het daarmee eens. Maar ik hekel vooral de medische eenheidsworstbenadering in de richtlijnen en protocollen. Als waarde X wordt gemeten krijgt je Y mg van een medicijn. Terwijl er zelfs bij waarde X nog allerlei andere waarden meegenomen zouden moeten worden. Geen medisch/farmaceutische waarden maar gewicht, lengte, dagelijkse bezigheden en daarbij vooral activiteit, levensstijl en meer.
Het lopen gaat nog niet zo goed als voor de val en heupoperatie. Maar mijn moeder doet toch alweer veel van de activiteiten die ze daarvoor deed, met uitzondering van touwtje springen. Ze pakt haar oude adagium weer op, ‘zoveel mogelijk zelf doen’. In de praktijk betekent het dat ze eerst kijkt of het haar lukt iets zelf te doen. Dat blijkt meestal het geval. Er zijn slechts enkele taken die ik geheel of gedeeltelijk van haar overneem. Tot 19 februari 2023.
Hartfalen en meer
De week ervoor had ze ineens vocht in haar benen. Zondag 19 februari ligt ze naar adem happend in bed. In het ziekenhuis wordt hartfalen geconstateerd. Gevolg, nog meer medicijnen. Het zorgt voor een omkering in haar situatie. Ze is kortademig, heeft regelmatig ‘herrie in haar hoofd’ en haar stem wordt zwakker in de loop van de dag. Maar ze houdt de moed erin.
Het wordt zomer en als de zon maar even schijnt gaat ze de tuin in met haar hobby’s. Ze borduurt, puzzelt en leest buiten. Een medicijn bij haar hartfalen kan ze dan beter niet nemen, waarschuwt een huisarts. Die laat ik dus weg uit haar, inmiddels iets verminderde, collectie farmaceutica.
Licht herseninfarctje
Op donderdagmiddag 10 augustus zit ze de gehele middag in de volle zon. Zonder iets te drinken ontdek ik als ik in de namiddag thuiskom. ’s Avonds gaat ze met haar vaste ritueel naar bed. Die bestaat onder andere uit de vraag, ‘hoe laat wil je op en hoeveel eieren wil je bij het ontbijt?’.
De volgende ochtend kan ze haar bed niet uitkomen. Ze kan nauwelijks op haar benen staan. Bovendien spreekt ze wartaal. Een uur later is het iets beter, maar nog steeds alarmerend. De huisarts komt en doet de vaste metingen. Bloeddruk, hartslag en dergelijke zijn goed.
Op 1 september blijkt tijdens een geriatrisch onderzoek dat ze, wat de radioloog noemt, een ‘licht herseninfarctje’ heeft gehad. Twee weken later ontdek ik bij toeval dat het medicijn waarvoor ik ben gewaarschuwd, niet het medicijn is waarbij in de zon zitten gevaarlijk kan zijn.
Herstel en verergering
Van de zichtbare en herkenbare gevolgen van een herseninfarct herstelt mijn moeder redelijk snel. Ze is in het begin even de weg kwijt. Dan zet ze pannen ineens in andere keukenkastjes, vergeet een koffiefilter te plaatsen bij het koffie zetten en dergelijke. Maar al na een paar weken lijkt alles weer normaal. Wat dat betreft…
Ondertussen gaat lopen vaak goed en soms minder goed, is de kortademigheid toegenomen en haar stem sneller zwak. Half september vertelt ze me dat vervelend te vinden. Ze raakt haar onafhankelijkheid kwijt, vindt ze. En haar zwakke stem bezorgt haar onnodig isolement. Met haar gehoor is niets mis, maar mensen blijken weinig geduld te hebben om te horen wat ze zegt of verstaan haar niet.
Mijn moeder vindt er niets meer aan
Eind oktober vertelt ze me dat ze het leven eigenlijk wel mooi vindt geweest. Dan zegt ze voor het eerst dat ze dood wil. Maar er volgen nog vele dagen dat ze het leven leuk vindt. Dan kookt, borduurt, leest en puzzelt ze nog.
Geleidelijk worden het twee dagen goed en twee dagen van veel of vrijwel continu slapen. Het lichaam wordt zwakker constateert haar huisarts na een bloedonderzoek. Maar het is ook zichtbaar. Half november meldt ze me ‘ik vindt er niets meer aan. Ik wil dood’. Daarna gaan de dagen weer op en neer tussen goed en slapen. De doodswens komt echter op allerlei manieren terug tussen de hoop dat ze beter wordt.
Eind november spreek ik met thuiszorg af dat ze twee keer in de week langskomen om enkele zorgtaken van me over te nemen. Met name wassen, aankleden en dergelijke. Vanaf 1 december wordt de thuiszorg veranderd in een dagelijks bezoek ’s ochtends.
Gesprekken
Er volgen meer gesprekken tussen mijn moeder en mij over de dood, het leven, haar jeugd en het geloof. Want ze heeft dan al gevoeld hoe mooi het na de dood wordt. ‘Ma, ik geloof daar niet in’, zeg ik. ‘Je zult het meemaken, jongen, later’, reageert ze daarop.
De tijd dat ze wakker is wordt ondertussen korter en haar lichaam verzwakt verder. Aan hobby’s komt ze niet meer toe. Verpleegkundigen van de thuiszorg komen dan al vaker op een dag. Vanaf half december komt contact daarbij ook contact met een palliatief verpleegkundige.
Morfine
Zaterdagavond 23 december kijken mijn moeder en ik naar een film op Netflix. Halverwege de film gaat ze naar het ziekenhuisbed, dat sinds 28 november in de woonkamer staat. Ze was de afgelopen weken altijd duidelijk in het aangeven van de noodzaak te ontlasten en urineren. De twee of drie keer dat het de afgeloppen maanden fout ging vond ze zichtbaar vervelend.
De zondag voor kerst heeft mijn moeder twee dagen niet geürineerd. Begin van de avond wordt een katheter aangebracht. Later op avond ademt ze onrustig en met vreemde geluiden. Na overleg met een verpleegkundige van thuiszorg bel ik de huisartsenpost. Het is kerstnacht en druk. De dienstdoende huisarts kan pas laat komen. Om 2 uur in de nacht geeft hij mijn moeder morfine en haldol.
Afscheid van mijn moeder
De volgende ochtend besluit het verpleegkundige team tot plaatsing van een morfine pomp en eventueel toediening van haldol. In de spaarzame momenten dat mijn moeder die dag nog reageert blijkt ze helder. Ze kan alleen met ja en nee antwoorden en soms knikt of schudt ze slechts. Daarom stel ik gesloten vragen dubbel, waarbij ze zowel ja als nee moet antwoorden.
De hoeveelheid morfine is minimaal en haldol blijkt niet nodig. Een medewerkster van thuiszorg vertelt dat mijn moeder zeldzaam rustig is. Na die eerste kerstdag heb ik echter geen contact meer met haar. ’s Ochtends 28 december komt ’s ochtends een palliatief verpleegkundige. Samen met een thuiszorg medewerkster legt ze mijn moeder anders neer om doorligplekken te voorkomen.
Ik schrijf onderwijl een appje naar een vriendin. Als ik de verpleegkundigen even later uitlaat loop ik terug naar mijn laptop. Het berichtje vergat ik te verzenden. Ik kijk op het computerklokje en druk op het verzendpijltje van de app.
Dan zie ik dat mijn moeder haar ogen iets heeft geopend en haar mond lijkt een glimlach. Ik ga op mijn hurken bij haar zitten. ‘Ma, ik houd van je. Ik ga even koffie zetten’. Een minuut later kom ik terug, haar ogen en mond zijn weer gesloten. Ze is overleden.
Bovenstaande is een verkort verslag van het laatste jaar van mijn moeder. Ze overleed 28 december 2023 om 11:17 uur.
Aanvullende informatie
Er zijn hierboven veel details en gebeurtenissen weggelaten. Daar zijn er enkele bij die toch wel vermeldenswaardig zijn.
Dagopvang
Mijn moeder ging twee keer naar de dagopvang, nadat WMO van de gemeente eindelijk akkoord ging. Jammer dat alle organisaties in haar dorp goed samenwerken, maar dat de gemeente ronduit laks is en geen prioriteiten stelt. Het eerder socialiseren met andere ouderen in een vroeger stadium had mijn moeder zeker goed gedaan. Ze kwam die twee keer enthousiast thuis; hooguit waren het wat te veel prikkels tegelijk geweest.
Gemeente zonder prioriteiten
Over de prioriteiten bij de gemeente. Ze behandelen aanvragen op volgorde van binnenkomst. Bijvoorbeeld een verzoek om een wandelstok en het bijbehorende ‘keukentafelgesprek’ kan daardoor eerder plaatsvinden dan een verzoek om deelname aan dagopvang. Het gekregen argument daarbij ‘voor iemand die een wandelstok nodig heeft is dat even belangrijk als de dagopvang van uw moeder’. Dat begrijp ik. Maar ik vind het een verschil tussen een fietsband plakken en een acute blindendarm ontsteking met het risico op een buikvliesontsteking. Daarom lijkt me prioriteren belangrijk.
Hulp? Een beveiligingscamera!
Meerdere mensen bieden hulp aan, maar als het nodig is blijkt het vaak niet uit te komen. Eigenlijk zijn er alleen twee vriendinnen van mijn moeder die altijd tijd vrij maken als ik om hulp vraag of gewoon langskomen om mijn moeder gezelschap te houden. Op zondag 22 oktober besluit ik twee beveiligingscamera’s te kopen. Dan kan ik een uurtje of anderhalf weg zonder hulp in te roepen en mijn moeder in de gaten houden via mijn smartphone. Over die camera’s schrijf ik welicht nog eens een apart bericht.
Heupoperatie, begin van het einde?
In december 2023 lees ik een artikel waarin een arts zegt ‘een heupoperatie bij een oudere is het begin van het einde’. Hij draagt daarvoor enkele redenen aan. Maar de opstapeling van medicijnen noemt hij niet. Doordat we een meedenkende huisarts hebben kon die medicatie steeds worden teruggebracht. Ik hoor echter genoeg verhalen waarbij mensen in vergelijkbare situaties vijftien tot twintig medicijnen krijgen. Mijn moeder kreeg er uiteindelijk twee keer negen (na heupoperatie en constatering van hartfalen). In overleg met de huisarts kon ik die in alle gevallen snel terugbrengen tot vier.
Moederinstinct
Vanaf half oktober sliep ik in een waakstand die sommigen een vorm van ‘moederinstinct’ noemden, waarbij ik in dat geval de moederrol had. Midden in een droom of diepe slaap werd ik dan wakker, soms wel drie of vier keer per nacht. Af en toe omdat mijn moeder mijn naam noemde. Andere keren was er iets aan de hand. Dat kon van alles zijn, ze moest naar de WC maar kwam moeilijk uit bed, ze had alle dekens van zich af geschud met het draaien enzovoort. Van minder slaap had ik geen last. Pas na het overlijden van mijn moeder merkte ik dat de laatste drie maanden veel energie hadden gekost. Toch zou ik het niet willen hebben gemist. Nou ja, de afloop had anders mogen zijn.
Zie ook over mijn moeder de berichten ‘ikigai, het geheim van een hoge leeftijd‘, ‘kale moeder‘ of ‘voltooid leven‘
En over mijn vader de berichten ‘de dag dat mijn vader overleed‘, ‘nooit meer terug‘ of ‘mijn vader is een jaar dood‘.
De foto in de header is van september 2022, twee maanden voor ze viel en haar heup brak.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: 5 tips om online een passief inkomen te genererenNieuwer: 12 uur ‘s middags of toch ’s morgens »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.