Microlino, geen goggomobiel

Goggomobiel en andere kleine autootjes

Op de carpool waar ik met vrienden heb afgesproken staat een mini auto. Een leuk autootje. Ik wijs de al aanwezige vrienden erop en ze lopen er, even enthousiast als ik, naar toe. ‘Dat is een goggomobiel’, zegt Gerrit.

We lopen om de auto en vermoeden dat het een elektrische auto is. ‘Geen moeite dat te achterhalen’, zeg ik terwijl ik mijn mobiele telefoon pak. Kort daarna kan ik melden dat de Microlino een elektrisch vervoermiddel is verkrijgbaar vanaf 15.000 euro en een topsnelheid heeft van 90 km/uur.

We lopen nog een paar keer om de auto, die volgens Gerrit dus een goggomobiel is. Enkelen kijken nog even naar het dashboard. Dan stappen we in de auto van een van de vrienden en rijden naar onze afspraak. Het autootje is verder geen onderwerp meer die dag.

Goggomobiel en andere kleine autootjes

Maar in mijn gedachten blijft het hangen. Dus de volgende dag ga ik op zoek naar de Goggomobiel en andere kleine autootjes. Kleine autootjes, een terechte dubbele verkleining. Want ze zijn echt klein. Door sommige bronnen worden het dwergauto’s genoemd.

Dat woord doet me terugdenken aan de Microlino die we gisteren zagen. Het had nauwelijks plaats voor anderhalf persoon van normale postuur. Een Peter Beense of Shirma Rouse, om maar even twee personen te noemen, zouden er niet in passen. En waarschijnlijk ook de lenigheid missen die nodig is om in te stappen.

Goggomobiel

Ik zocht eerst naar de goggomobiel, zoals Gerrit het noemde. Dat blijkt geen verzamelnaam voor de kleine autootjes. Het is een merknaam. De goggomobil (officieel dus zonder de Nederlandse e bij mobiel) is een idee van de Duitser Hans Glas.

Hij begon in de fabriek voor landbouwwerktuigen van zijn vader. Via omzwervingen kwam hij daar terug. Na de Tweede Wereldoorlog maakten ze ook scooters. Later werden die overdekt en daarmee ontstond de eerste googomobiel, genoemd naar het koosnaampje van de kleinzoon van Hans. Een uitgebreid verhaal over de geschiedenis van de goggomobiel staat op wikipedia.

Vespa – intermezzo

Het doet me overigens denken aan de geschiedenis van Vespa, waarvan het gedramatiseerde verhaal is vastgelegd in de Netflix-film ‘Enrico Piaggio: Vespa’ . De scooter Vespa werd gebouwd door de gebroeders Enrico en Armando Piaggio, die oorspronkelijk een vliegtuigfabriek hadden. Na de Tweede Wereldoorlog konden ze daarmee niet verder en bedachten een alternatief.

Er zullen meer verhalen zijn van fabrikanten die na de Tweede Wereldoorlog hun werk rigoureus moesten veranderen. Daar waren meerdere reden voor, zoals verwoesting van de fabriek en infrastructuur, verandering van marktvraag, productiebeperkingen, de behoefte aan innovatie, economische overwegingen, en de noodzaak om werkgelegenheid te creëren.

BMW Isetta

Goggomobiel heeft geen auto gehad die leek op de Microlino. Die Microlino lijkt, in ieder geval de voorkant en instapwijze, op de BMW Isetta. Dat is een autootje dat oorspronkelijk door het Italiaanse bedrijf Iso werd gemaakt. BMW nam er een licentie op en kwam in 1955 met de Isetta (= kleine Iso).

De BMW Isetta was een driewieler en het had, evenals de goggomobiel, een tweetakt motor. Beide zijn dwergauto’s, wat gedefinieerd wordt als een auto korter dan drie meter. De BWM Isetta was 2,2 meter lang en 1,3 meter breed en hoog. Een googomobiel was 2,9 meter lang en afhankelijk van het type tussen ongeveer 1,2 en 1,7 breed en hoog.

Over de BMW Isetta staat ook een uitgebreid verhaal op Wikipedia. De Engelse wiki-pagina geeft zoals in veel gevallen meer informatie dan de Nederlandse pagina.

Dwergauto’s, een geschiedenis

Het goggomobiel en de BMW Isetta zijn dwergauto’s. Met dat soort kleine auto’s werd al eind 19de eeuw geëxperimenteerd, dus min of meer gelijk met de ontwikkeling van de auto. In die tijd keek men overigens ook al naar de elektrische auto.

Tussen 1895 en 1910 verschenen de eerste kleine autootjes. Dat begon met de voiturette van Léon Bollée, een Franse autobouwer. Het was een driewieler. Zowel de term ‘voiturette’ als het driewieler-concept werd daarna door meerdere autofabrikanten opgepakt.

De eerste dwergauto’s op vier wielen verschenen begin 20ste eeuw. Het waren kleine, lichte en goedkope auto’s die tussen 1910 en 1920 die men cyclecar noemde. Ze werden gemaakt door brommer-, motor- en autofabrikanten. Het merendeel daarvan was gevestigd in Frankrijk.

Na de Tweede Wereldoorlog

De echte opgang van dwergauto’s vond plaats de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Dat kwam mede door bovengenoemde redenen. De interesse van fabrikanten voor kleinere auto’s begon echter al in de eerste oorlogsjaar. Het waren vooral Britse, Italiaanse en Duitse autofabrikanten die de auto’s ontwikkelden.

Het enthousiasme voor de dwergauto’s liep tot 1965. De dwergauto’s werden tot die tijd microcars genoemd, maar enkele jaren eerder kwam de term minicar al in zwang. Dat kwam mede door de komst van de Fiat 500 in 1957 en de Mini van Morris en Austin in 1959. Deze waren iets langer dan 3 meter, wat comfortabeler en ongeveer even duur als een dwergauto.

Rond 1990

Geleidelijk kwamen rond 1990 nieuwe types kleine auto’s in opkomst. De Smart is daarvan een leuk voorbeeld. Maar opmerkelijk waren vanaf die tijd vooral de kleine, elektrisch aangedreven kleine auto’s.

De meeste merken daarvan bleven onbekend bij het grote publiek. Zoals de oorspronkelijk Deense Mini-EL uit 1987 en de ERAD Spacia uit 1990, die veel leek op de Renault Twingo. De Corbin Sparrow uit 1999 was wel een dwergauto met zijn lengte van 2,5 meter.

En nu

Er is weer meer interesse in kleine auto’s. Het zijn geen dwergauto’s. Maar vooral auto’s die er altijd al waren vanaf een bepaald moment. Zoals de kleine Peugeot 207, Toyota Yaris, Fiat Panda en dergelijke. Auto’s die ze in de Verenigde Staten Subcompact noemen en in Nederland soms B-klasse of stadsauto.

Tegenover de bezitters van een SUV-achtige, om gezien te worden of gezinsgemak, staan die met een compactere auto. Het kunnen ouderen zijn die hun grote gezinsauto’s vervangen door een Suzuki Swift als de kinderen het huis zijn. Of de jongere die vooral mobiliteit wil en betaalbaarheid.

Toekomst

Een dwergauto is echter te klein. Daar laten we ons niet meer in duwen. Maar doet het oude spreekwoord zich gelden: zeg nooit nooit. In sommige Science Fiction film zitten we weer in eenpersoons autootjes. Wie weet is dat onze nieuwe werkelijkheid.

Dan laten we ons over rails of door de lucht verplaatsen in vervoermiddelen niet groter dan een dwergauto. Net groot genoeg voor één persoon. En tegen die tijd zijn er pilletjes waardoor er geen te dikke mensen meer zijn.

Meer informatie

  • Dolf Brouwers, beter bekend als Sjef van Oekel, vertelde in een interview over zijn BMW Isetta
  • Een website over de geschiedenis van Isetta met allerlei foto’s
  • Brochure van de Goggomobil (PDF - 1,36 MB)
  • Een Engelse brochure uit 1957 (PDF - 1,58 MB) en Duitse brochure uit 1956 (PDF - 1,55 MB) over de BMW Isetta
Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 11 juni 2024 door in de categorie 2024, Algemeen, Geschiedenis

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *