Nederland handelsland

Nederland handelsland? Misschien eerder gastheer dan koopman

Nederland staat bekend als een natie van handelaren. Van de gloriedagen van de VOC tot het moderne ondernemerschap. ‘Nederland handelsland’ is een nationale trots die we op verjaardagen en in lesboeken graag herhalen. Maar ik krab graag aan die glimmende laklaag.

Want zo ondernemend, handelend en dergelijke vind ik Nederlanders niet. Bovendien werd onze handelsgeschiedenis opvallend vaak aangestuurd door mensen uit andere landen. Wat dus nog steeds gebeurt. Ok, er zijn daarnaast enkele autochtone Nederlanders die in niches wereldwijd groot zijn.

Misschien is Nederland dus minder een land van ondernemers. Maar een land met een vruchtbare voedingsbodem voor mensen die willen handelen.

De koopman en de dominee

Als je wilt begrijpen waarom Nederland eerder faciliteert dan onderneemt, moet je naar de vermeende volksaard kijken. Het is een verhaal dat in veel beschrijvingen wordt opgevoerd: het klassieke spanningsveld tussen de koopman en de dominee. De koopman staat voor handel, winst en pragmatisme. De dominee daarentegen is de stem van het geweten, meestal belerend en regelgevend. Waar de koopman zich afvraagt of iets kan, zegt de dominee of het hoort en mag.

Maar de meeste autochtone Nederlanders zijn geen koopman of dominee. Ze zweven er in het midden een beetje tussenin. Hoe noem je zo’n Nederlander? Ik heb wel ideeën, maar ze zijn dus geen koopman of dominee. Laat ik eerst maar verder gaan.

De VOC en de kracht van nieuwkomers

De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) is het veel aangehaalde nationale icoon van de Nederlandse handelsgeest. Maar kijk eens goed. Sefardische Joden, afkomstig uit Spanje en Portugal, waren niet direct betrokken bij de oprichting van de VOC. Maar hun kennis, netwerken en kapitaal maakten de VOC groot.

Bij andere initiatieven waren er naast joden ook Franse Hugenoten, en Vlaamse en Duitse handelaren. Met hun expertise hielpen en stichtten ze ondernemingen. Nederland was geen broeinest van handelsideeën. Maar het land bood wel een veilige haven waar de ideeën van die ondernemers konden landen.

Nederland faciliterend handelsland

Nederland creëerde de omstandigheden waarin ondernemers konden floreren. Ik zou het een faciliterend land willen noemen, met zijn tolerantie, een relatief stabiele rechtsorde, gunstige ligging, open economie en meer bevorderlijke factoren.

Een land dus van een paar handelaren en enkele dominees. En daartussen heel veel volgers; individuen met een eigen mening, een eigen leven en eigen verwachtingen van dat leven. Maar dus geen ondernemers.

Duitse namen, Hollandse gevels

Na bovenstaande zullen lezers ongetwijfeld wijzen naar bekende Nederlanders als Heineken, Philips en Vroom & Dreesmann. Dat deed ik ook. Tot ik voor een uitzendorganisatie een jubileumuitgave produceerde van een boekje van Jos van Hezewijk en Marcel Metze over elite in Nederland.

Van veel bedrijven en families van die grote bedrijven uit de 19de en 20ste eeuw ligt de oorsprong in Duitsland. En anders hebben hun oprichters vaak een joodse achtergrond. Die gaat terug naar de Sefardische Joden, die rond 1700 naar Amsterdam kwamen. En de Asjkenazische Joden die in ongeveer dezelfde tijd vanuit onder andere Polen en Duitsland naar Nederland kwamen. Nederland was voor hen het faciliterende land waar zij naartoe vluchtten.

Dreesmann, Brenninkmeijer …

Anton Dreesmann, de oprichter van V&D, werd in 1854 geboren in het Duitse stad Haselünne. Clemens en August Brenninkmeijer, de C en A van C&A, zagen het levenslicht in het Duitse Mettingen. In Peek & Cloppenburg zien we de namen van de Duitsers Johann Peek en Heinrich Cloppenburg. Hunkemöller oprichter Wilhelm Hunkemöller was een Duitse immigrant.

De overgrootvader van Gerard Heineken, de oprichter van de Heineken brouwerij, was een Duitser. Deze Diederik, geboren in Bremen, emigreerde als predikant naar Elburg. Kort na de oprichting van Heineken bestond het personeelsbestand voor de helft uit Duitse immigranten.

Philips, HEMA en Bijenkorf

Frederik, Gerard en Anton Philips waren joodse industriëlen. De Bijenkorf werd opgestart door de joodse ondernemer Simon Goudsmit en de HEMA door Leo Meyer. De familie Brenninkmeijer is katholiek. Maar veel van hun toeleveranciers in de tijd van oprichting waren joods. Deze ondernemers met namen als Lipschitz, Spijer, Kleinkramer, Cohen en Marcus hadden bedrijfjes in ondergoed, overhemden en dergelijke.

Er zijn veel meer voorbeelden. Het opzoeken is echter te veel werk voor deze tekst. Omdat de gegevens van Duitse burgerzaken minder toegankelijk zijn. En veel joden in het verleden hun naam veranderden.

Migranten met moderne handelsgeest

Ook nu zie je hoe migratie en ondernemerschap in Nederland handelsland samengaan. Ondernemers met Turkse, Marokkaanse, Iraanse of Syrische achtergrond zetten succesvolle ketens en bedrijven op in Nederland. Denk aan Atilay Uslu van Corendon, of Ali Niknam van Bunq. Of de talloze ondernemers die in Rotterdam-Zuid of Amsterdam-West bouwen aan horecaconcepten, logistiekbedrijven of technische startups.

Deze nieuwe Nederlanders zien Nederland als een plek waar het kan. Ze brengen ideeën, lef en ambitie mee. En vaak een goed gevoel voor markten die traditioneel door Nederlanders worden genegeerd. Nederland is het platform, niet per se de bron.

Niche-denkers en stille wereldspelers

Nederland kent ook een andere, stille vorm van handelsgeest. Die van de niche-ondernemer. Ik heb het al van jongs af opmerkelijk gevonden. In een land waar individualisme relatief sterk leeft, bloeien verrassend veel bedrijven op die internationaal opereren zonder dat het grote publiek ze kent.

Van maritieme technologie tot landbouwveredeling, van sensortechnologie tot niche-software. In soms nauwelijks bekende bedrijfspanden in plaatsen als Ede, Oss of Emmeloord ontwikkelen individuen met hun medewerkers producten die wereldwijd worden verkocht. Tegenwoordig zijn het ook moderne technologieën. Maar taai taai uit Harderwijk vond ik lange tijd het leukste voorbeeld.

Individuen met handelsgeest

De bedrijven die ik hier bedoel zijn geen uiting van een collectieve ondernemersgeest. Ze tonen de individuele vrijheid en mogelijkheden die Nederland biedt aan eenlingen.

Voor zulke ondernemers is Nederland geen land van grootspraak, maar van stabiele basis. Een plek waar het systeem werkt, de regels redelijk helder zijn, en de infrastructuur uitnodigt tot specialisatie. Juist daarin schuilt de kracht van Nederland.

Handelsland als platform, niet als oorsprong

Misschien moeten we na bovenstaande het begrip ‘Nederland handelsland’ dus herdefiniëren. Het is geen land vol van uitvinders, durvers en doeners. Maar een gastvrij platform waar handel mogelijk wordt gemaakt. De kracht van Nederland ligt niet in een massale ondernemerszin, maar in een infrastructuur van vertrouwen, rechtszekerheid en stabiliteit.

In die zin is ‘Nederland handelsland’ misschien geen karaktereigenschap, maar een systeemrol. En daar is niets mis mee. Integendeel. Het is een rol die vraagt om onderhoud, zelfreflectie en openheid voor wie nieuwe energie brengt. Want zonder de nieuwkomer droogt de handelsgeest snel op. En zonder ruimte voor eigenzinnigheid komt ook de niche-ondernemer niet ver. Nederlanders hoeven geen koopman te zijn om een handelsland te blijven. Zolang ze het maar blijft faciliteren.

Aanvullende informatie

  • Hierboven schreef ik dat wel ideeën heb om de Nederlander, tussen koopman en dominee, in een woord te vangen. Wellicht moet het een *)-doorhalen wat niet wordt verlangd zijn: boekhouder (rekenen en afwegingen maken), fietser (niet bang voor tegenwind, maar liever mooi weer), kaasschaver (nooit teveel, maar net genoeg), klusser (praktisch en eigenwijs), vergaderaar (afspraken maken en er op terugkomen) en spaarder (geen risico, maar rente en rust).
  • Van Marlou Schrover verscheen in 2002 ‘Een kolonie van Duitsers’ met als ondertitel ‘Groepsvorming onder Duitse immigranten in
    Utrecht in de negentiende eeuw’. Een interessant verhaal over ondernemerschap op allerlei niveau’s (pdf).
  • Leo Lucassen bekeek in 2005 ‘Huwelijken van Duitse migranten in Nederland (1860-1940)’ (pdf)
  • Een rapport van Henk Delger getiteld ‘Duitsers en hun organisaties in Nederland’ uit 2023 (pdf).
  • Er zijn talrijke onderzoeken naar de komst van Joden naar Nederland, hun ondernemingen en invloed op sectoren van het bedrijfsleven. Eén voorbeeld, ‘Joodse identiteit en ondernemerschap in het Nederlandse bioscoopbedrijf tot 1940’ van De Jong en Thissen uit 2010 (pdf).
  • Lees ook ‘Niksen, iets wat Nederlanders goed kunnen‘ of Klagende Nederlanders in het gelukkigste land
Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 28 april 2025 door in de categorie 2025, Maatschappij, Persoonlijk, Werken

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




Veel foto's en illustraties van voor 2020 zijn tijdelijk verwijderd van deze site en server i.v.m. media-reorganisatie
Hello. Add your message here.