Philip Dröge op zoek naar Tawl

Tawl, een zoektocht naar sporen van een taal

Bij een vriendin zie ik het boek Tawl op een tafeltje liggen. Zodra ik het oppak, zegt ze: ‘Ja, dat zal jij een leuk boek vinden. Het gaat over de taal die drie eeuwen lang werd gesproken rond New York, door Nederlandse kolonisten en hun nakomelingen’.

‘Tawl, uitgesproken als taol zoals in Uterechse Vollekstaol waarschijnlijk’, merk ik op en vraag het boek te leen. Het afgelopen weekend las ik het in een ruk uit.

Tawl, een zoektocht op de fiets

In het boek beschrijft Philip Dröge zijn fiets- en zoektocht naar de Tawl. Het is een journalistieke tocht langs vergeten plekken in Amerika. Een zoektocht naar sporen van een taal die officieel niet meer bestaat. Het was de taal in het zeventiende-eeuwse Nederlands dat kolonisten van de West-Indische Compagnie meebrachten naar de oevers van de Hudson. Daar waar ze New Amsterdam stichtten.

Het raakte ondergesneeuwd door het Engels, toen de Engelsen steeds meer macht kregen in wat inmiddels New York heette. En er kwamen invloeden van andere talen van allerlei volken die emigreerden naar het nieuwe land. Toch bleef er iets hangen. In zaaltjes, achterafdorpen, bergvalleien. Niet als monument. Maar als nog een beetje levende taal, de Tawl.

Van bakje tot bockie

De naam Tawl is een verbastering van taal. Al werd dat woord niet meer als zodanig herkend door degenen die het gebruikten. Want dat is wat Dröge op het spoor komt. Hij vindt kleine brokjes, verdwaalde klanken en taalfossielen. In het boek zoekt hij tevergeefs de Ramapo-indianen. Een gemeenschap in de bergen van New Jersey die al decennia kampt met vooroordelen en stereotypering. Zij zouden de Tawl nog spreken en daarmee zonder het te beseffen een unieke culturele schat bewaren.

Woorden als feest (niet als viering, maar als ‘vies van’), glim (gloeilamp), clove (kloof) en bockies (afgeleid van bakjes) zouden daar nog opduiken in het dagelijks taalgebruik. Bij andere ontdekkingen van Dröge zijn woorden soms zo ingeburgerd in het lokale dialect dat niemand meer weet waar ze vandaan komen. Dat komt ook doordat tawl een spreektaal is. Daarbij zijn aanwijzingen hooguit fonetisch vastgelegd, door eenieder op zijn eigen manier. Het woord voor het Nederlandse ik is daarbij tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw gedocumenteerd: ak.

Tawl, een taal die niets wist van haar eigen bestaan

Wat Dröge fascineert, en mij als lezer ook, is het idee dat je een taal kunt spreken zonder te weten dat het een taal is. De Ramapo zijn zich er niet van bewust dat bepaalde woorden die zij gebruiken rechtstreeks terugvoerden op het Nederlands van drie eeuwen terug. Dat besef kwam pas toen taalonderzoekers zoals David Cohen in de jaren zeventig met bandrecorders langskwamen.

Het is een gedachte die een taalliefhebber als Dröge zowel vrolijk als melancholiek stemt. Want hoeveel andere ‘vergeten’ talen, dialecten of idiolecten leven er nog in mensen voort zonder naam, zonder bewustzijn?, vraag hij zich af. En hoeveel zijn er voorgoed verdwenen, ongezien en niet opgetekend.

Op het zadel door taalgeschiedenis

Dröge’s aanpak is verhalend en fysiek tegelijk. Hij stapt zowel letterlijk als figuurlijk in de voetsporen van de kolonisten. Op de fiets in de brandende zon van de Catskills rijdt hij vanuit New York langs de oevers van de Mohawk. Hij volgt de routes die ooit leidend waren in het Nederlandse Nieuw-Amsterdam, het latere New York. Onderweg voert hij gesprekken met historici, taalonderzoekers en afstammelingen van kolonisten. Hij spreekt zelfs mensen die zonder het te weten nog zinswendingen gebruiken van Remonstranten uit de Gouden Eeuw.

Het verhaal van Dröge is niet zomaar een schilderachtige anekdote bij een reis. Want het is functioneel. Zijn reis verbindt klanken. In Albany (ooit Beverwijck), in Schenectady, in de Helderberg Mountains, telkens komt er weer een ander restje taal bovendrijven. Soms in achternamen, soms in uitdrukkingen, soms in de typische afkorting van klanken. En af en toe met een onverwachte fonetische zuiverheid. Dan vindt hij woorden als boom, huis en dochter, die in sommige streken verrassend intact zijn gebleven.

Taal als levend erfgoed

Wat de Tawl zo fascinerend maakt, is dat het geen ‘dode taal’ is in de klassieke zin. Het is eerder een verdwijnend dialect dat in flarden overleeft. Er is geen actief beleid om het te redden, maar wie goed zoekt ontdekt dat het er nog is. Ik associeerde het tijdens het lezen met vergeten plantensoorten die ineens opduiken in een verlaten spoorwegberm. Bij planten is er dan toch ineens een zaadje dat weer uitkomt.

Ik kan me niet meer goed herinneren of Dröge de vraag stelt. Maar zijn boek roept de vraag op wat we verstaan onder taalbehoud. Is het voldoende als een taal wordt opgetekend, geanalyseerd en in een archief opgeborgen? Of leeft een taal pas echt als ze nog wordt gesproken, gedeeld, vervormd, verhaspeld en doorgegeven. Het is een vraag die ook speelt bij de Utrechtse Vollektaol.

Vervalste herinneringen rond Tawl

In het boek van Dröge blijkt ook hoe dun de grens is tussen behoud en bedrog. In de jaren zeventig doken er ineens opvallend veel documenten op die het bestaan van een levendige Nederlandse taaltraditie onder Amerikaanse families leken te bevestigen. Ze kwamen uit de koker van Lawrence Gwyn van Loon. Hij was een arts en amateurgenealoog met een hang naar romantiek en erkenning. Zijn gevonden brieven, dagboekfragmenten en zelfs liedjes leken op het eerste gezicht authentiek. Maar ze riepen bij taalkundigen al snel twijfels op.

Charles Gehring, directeur van het New Netherland Research Center en onvermoeibare vertaler van oude Nederlandse documenten, bracht die zaak aan het licht. Met zijn kennis van het zeventiende-eeuwse schrift toonde hij aan dat Van Loon had gesjoemeld met stijl, spelling en tijdlijn. De tawl van Van Loon bleek een vervalsing.

Dröge besteedt terecht aandacht aan deze affaire. Niet als sensatie. Het is een waarschuwing, dat de wens om iets te bewaren nooit groter mag zijn dan de waarheid ervan. Echte taalfossielen hoeven niet te glimmen. Een scheef uitgesproken ak zegt soms meer dan een fraai vervalste brief.

Een zachte correctie

Wat ik leuk vind aan Dröge’s boek is dat het geen groots verhaal vertelt. Hij brengt slechts op een aantrekkelijk manier een correctie aan op mijn idee van taalinvloed. Het Engels won, want de Nederlandse kolonie werd snel overgenomen. Maar de sporen blijken taai. Ze zijn ingebed in de namen van de zandgronden van de Hudsonvallei en in de namen van straten en dorpen. En wellicht, zoals gezegd heeft Dröge ze niet gevonden, in de nog levende monden van de Ramapo.

En zo eindigt de fietstocht waar hij begon, bij het luisterend oor van Dröge. De Tawl heeft geen vlag, geen natie en geen taalunie. Alleen een fietsende schrijver die hoorde hoe een woord als feest iets heel anders betekent dan hij dacht. Iemand die ak hoorde zeggen en dan met zijn taalkundige achtergrond denkt: wacht eens even, dat klinkt als …

Slotreflectie

Taal is geen museumstuk. Dat ontdekte ik al bij de Uteregse Vollektoal. Ze leeft in scheve zinnen, vergeten uitdrukkingen en de verkeerde woorden op het juiste moment. Dröge ontdekte het in de bergen van New Jersey en vertelde het in zijn lezenswaardige boek Tawl.

Aanvullende informatie

  • Drie Nederlandse taalonderzoekers onderzochten het Tawagonshi-verdrag. Dat zou in 1613 een soort vriendschaps- en handelsverdrag zijn geweest tussen de Nederlandse kolonist Jacob Eelckens en twee Mohawk-leiders. Het blijkt echter een vervalsing, waarschijnlijk door bovengenoemde Lawrence Gwyn van Loon (pdf).
  • Van zijn ontmaskeraar Charles Gehring zijn op internet allerlei documenten en artikelen te vinden over de Tawl. Bijvoorbeeld deze tekst op DBNL over ‘de geheimen van Nederlands New York‘ uit 1996. Boeken van Gehring, vaak als co-auteur, staan op Bol.
  • Zie mijn bericht op Nieuws030 over de Uteregse Vollekstoal: Gehak met een t

Veelgestelde vragen over Tawl

  • Wat betekent het woord “Tawl”?
    Tawl is een fonetische verbastering van het Nederlandse woord “taal”, uitgesproken zoals het klonk in koloniale dialecten. Het lijkt op de uitspraak “taol” zoals in de Utrechtse Vollekstaol.
  • Welke woorden uit het Nederlands bleven bewaard in de Tawl?
    Voorbeelden zijn “feest” (in de betekenis van ‘vies van’), “glim” (gloeilamp), “clove” (kloof) en “bockies” (van ‘bakjes’). Ook het persoonlijke voornaamwoord “ik” klonk als “ak”.
  • Wie sprak de Tawl nog in de twintigste eeuw?
    Onder andere leden van de Ramapo-gemeenschap in New Jersey gebruikten zonder het te weten nog woorden en klanken uit het oude Nederlands.
  • Waarom raakte de Tawl in de vergetelheid?
    De taal verdween langzaam door de dominantie van het Engels en door culturele schaamte. Negatieve beeldvorming in films en spot maakten het gebruik van de taal minder vanzelfsprekend.
  • Wie is Lawrence Gwyn van Loon en wat deed hij?
    Van Loon was een vervalser die in de jaren zeventig nepdocumenten presenteerde als bewijs voor een bloeiend koloniaal Nederlands in Amerika. Charles Gehring ontmaskerde deze fraude op basis van stijl- en schriftanalyse.
Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 29 juni 2025 door in de categorie 2025, Boeken en literatuur, Reizen, Taal

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




Veel foto's en illustraties van voor 2020 zijn tijdelijk verwijderd van deze site en server i.v.m. media-reorganisatie
Hello. Add your message here.