Voedselinfectie
Vorige week ging ik met Hans, een vriend, nog even de stad in op vrijdagavond, na de traditionele vrijdagmiddagborrel. We kwamen in een gelegenheid waar we een paar mensen kenden. Na twee biertjes maakte ik een opmerking over eten. We hadden immers nog niet gegeten. Eén van de aanwezige medewerksters vertelde dat het personeel net had gegeten en dat er nog voldoende over was. ‘Zal ik dat eens lekker voor jullie klaarmaken’, zei ze. Tja wat zeg je dan. Enkele minuten later stonden er twee borden Paëlla voor ons.
Onderwijl doorpratend met enkele van de aanwezigen aten we ons bord leeg. Na nog even te hebben doorgekeuveld kwam het op een onderwerp, ik weet niet meer wat, waarop de medewerkerster ons iets wilde laten zien. Ik liep met haar mee naar een ruimte achter de bar. Toen ik daar stil stond om te kijken naar datgene waar ze naar wees, voelde ik ineens een golf vocht door mijn slokdarm naar boven komen.
Ik hield mijn handen voor mijn mond, maar kon niet voorkomen dat ze riep ‘je hebt me ….’. Met mijn handen nog voor mijn mond rende ik naar de wc. Na de eerste golf kwamen er meer. Ik hoorde stemmen aan de andere kant van de deur. ‘Gaat het?’ Ik wist op dat moment precies wat ik deed. Geestelijk was ik er helemaal bij. Wellicht was ik zelfs extra allert, want mijn lichaam liet me in de steek.
Kort nadat ik de wc even had verlaten, kwam er weer een golf opzetten. En dat herhaalde zich nog enkele keren. De goed bedoelde adviezen in de wind slaand en de meelevende vragen onbeantwoord. Nadat er ook een heftige golf maaginhoud de andere kant mijn lichaam had verlaten voelde ik me wat beter. Maar het was wel een aanslag geweest op mijn lichaam.
Inmiddels had ik Ron, een andere vriend, gebeld om me op te halen. Want ik voelde me toch wat gedesorriënteerd en wilde weg. Maar zonder de avond van Hans en de andere aanwezigen verder te beïnvloeden. Ron bracht me naar huis. Daar viel ik al vrij snel in slaap.
De volgende ochtend voelde ik me ik me goed. Alleen mijn darmen rommelde nog af en toe. En ik had een enorme dorst en dronk meerdere glazen water.
Later die zaterdag belde ik nog even met Anton, een vriend uit de medische wereld. Ik vertelde hem bovenstaand verhaal en vermoedde dat hij zou denken aan een voedselvergiftiging. Want één keer eerder had ik me, na het eten van mosselen, zo snel zo beroerd gevoeld (ja, ja, met de bijkomende sanitaire ongemakken).
Maar volgens Anton was het een voedselinfectie. Het feit dat Hans er geen last van had gehad, zou kunnen duidden op een ‘bedorven mossel of garnaal’. Dat we alcohol hadden genuttigd had het volgens hem versneld, omdat het lichaam daardoor twee lichaamsoneigenlijke aanvallen tegelijk kreeg te verwerken, ‘de capaciteit van je fabriek kon dat even niet aan’.
Tenslotte zei hij ‘als je het zeker wilt weten moet je even langskomen’. Hij vertelde dat er verschillende manieren zijn om te kijken wat er aan de hand is geweest, omdat er vrijwel altijd resten zijn terug te vinden van de oorzaak. Daarop zei hij dat er een onderscheid is tussen voedselvergiftiging, voedselinfectie en voedselintollerantie.
Dat er voedselallergie (of voedselintolerantie) bestaat wist ik, want daar had ik al eens in een boekje over geschreven. En ik heb het ook meerdere keren gezien. Bijvoorbeeld bij Bert, een vriend die na het nuttigen van een verdwaalde garnaal in een kaaspizza een kop kreeg als een ballon. En bij Agnes, een vriendin die na het eten van vlees over haar hele lichaam rode opzwellingen kreeg; tot de medici ontdekten dat ze een vleesallergie heeft. Toen kwamen de opzwellingen niet meer… omdat ze daarna geen vlees meer at.
Het verschil tussen voedselvergiftiging en voedselinfectie, ging Anton verder, is niet zo relevant in dit geval. De ongemakken zijn ongeveer gelijk. Jij voelt je nu beter, dus echt kwalijke gevolgen zal het niet hebben. En ik moest vooral veel water blijven drinken. Maar natuurlijk wilde ik wel weten wat het verschil is.
Het kwam er op neer dat je bij voedselinfectie iets hebt gegeten waarin een levende, ziekmakende bacterie zat. Bij voedselvergiftiging het je iets gegeten waarin een gif zat dat geproduceerd was door een bacterie. Die bacterie kan er inmiddels al uit zijn gekookt, maar het geproduceerde gif kan dan nog in het voedsel zijn achtergebleven. De kans dat het een bedorven mossel was, leek hem het meest aannemelijk.
Want voegde hij er aan toe, het kan van alles zijn geweest. Van vuiligheid op een bierglas, een pinda uit een bakje waarin iedereen een greep doet of iets wat ik eerder die dag at. Maar, zei Anton, jij hebt een gezonde weerstand en bent vrijwel nooit ziek. Dus net als iedereen zal je altijd kleine voedselvergiftingen hebben, maar daar weinig tot niets van merken. Pas als het een echte gifaanval is zul je een reactie krijgen zoals je die nu hebt meegemaakt. Mosselen zijn berucht, evenals voeding tijdens een etentje in de tuin op een zomers dag.
De ziektekiemen kunnen overigens nog dagenlang in je lichaam blijven. En het komt zelfs voor dat het opnieuw eten van hetzelfde gerecht, nieuwe bereid natuurlijk en eventueel jaren later, een soortgelijke (afweer)reactie veroorzaakt door het geheugen van het lichaam. Vanavond ga ik dus weer paëlla eten.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: De laatste HeldringNieuwer: Eeuwig leven volgens Raymond Kurzweil »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.