wanneer het kalf verdronken is?

Een klein jaar geleden ontmoette ik op een receptie enkele mensen die onderhoudswerk doen bij een aantal grote organisaties, zowel in de telecommunicatie als energielevering. De problemen bij de zendmasten in Bovensmilde en Lopik lagen toen net achter ons. In het land werd nog gesproken over terrorisme of sabotage.

We spraken over marktwerking. Het thema daarbij was mijn idee om iedereen een basis nutsvoorziening te geven vanuit de overheid en daarna de markt zijn werk te laten doen. Bij mij gaat het daarbij vooral om bijvoorbeeld internet. Geef iedereen een basissnelheid. Wil iemand meer, dan koopt hij het bij. Ik roep dat al jaren tegen iedereen die het horen wil. Ik vind me dan vooral socialist liberaal. De overheid garandeert iedereen een basisvoorziening en daarna is het aan het individu om te bepalen wat hij/zij vanuit zijn behoefte daar aan toevoegd of kan toevoegen. In dit gezelschap verlengde ik hetzelfde principe naar andere nutsvoorzieningen.

Later in het gesprek kwam het op de zendmasten. Het was allemaal wel erg toevallig, zei ik, twee masten op één dag. Waarop ze vrijwel unaniem reageerde met ‘niet toevallig, we zagen het al jaren aankomen. En evengoed ontstaan door de zelfde oorzaak elders dezelfde problemen’. Die problemen waren ook het gevolg van marktwerking.

Het kwam er bij die masten op neer, dat KPN, jarenlang eigenaar van de masten, ze had verkocht aan een andere rechtspersoon. Daar waren taken opgesplitst over verschillende marktpartijen. De één beheerde de kabels, de ander de toren, weer een ander de doorvoer van uitzendingen etc.

Doordat er steeds meer uitzendingen doorgevoerd moesten worden kwam de capaciteit van de kabels onder druk te staan.  Die kabels hadden allang vernieuwd moeten worden, maar ook de rechtspersoon die over de kabels ging had directeuren die een hoog salaris wilden. Dus eerst salaris, dan wat lapwerk qua onderhoud en dan wellicht nieuwe kabels. Het ging lang goed doordat er geschoven kon worden met capaciteit, waarbij de ene mast wat taken van een andere mast overnam. Maar op die bewuste 15 juli ging het verkeerd, want ze hadden allebei capaciteit te kort.

Met mijn buurman op de receptie zette ik het gesprek voort. Hij had bij Nuon en KPN in vaste dienst gewerkt en werkte nu vanuit een zelfstandig bedrijf voor Nuon, KPN en soortgelijke organisaties. Ik had van andere aanwezigen al begrepen dat deze Rob een whizkid was op elektriciteit en telecommunicatiegebied. Dus ik zat aan een kennisbron, realiseerde ik me. We hadden het over de vele storingen bij elektriciteit, telefoon en dergelijke. Gelukkig kon het vaak snel worden hersteld, zei ik. ‘Wat in de media komt is het topje van de ijsberg’, gaf hij als antwoord.

Hij legde nogmaals anekdotisch een en ander uit rondom de masten, marktwerking en calamiteiten en hij besloot met ‘ik verwacht binnen vijf jaar een echte ramp. Dan gaat er iets voor langere tijd plat. ‘ Op mijn vraag waar hij dan aan dacht, kon hij geen antwoord meer geven. Zijn vrouw gebaarde hem dat hij nu toch echt mee moest komen.

Eind augustus ontmoette ik Rob weer op een verjaardag.
‘Joh, ik heb nog zo vaak aan je uitspraak moeten denken’, begon ik.
‘Tja, vijf jaar zei ik toch? Helaas, ik denk dat het veel eerder gaat gebeuren en met veel rampzaliger gevolgen dan ik ooit dacht’, was zijn antwoord.
‘Ja, maar wat denk je dan concreet?’
‘Nou, het is natuurlijk een voorspelling, maar het zou zo maar kunnen dan binnen een jaar de elektriciteit in Amsterdam uitvalt. Niet eventjes, maar bijvoorbeeld anderhalve week. Wat denk je dat er gebeurd? We zijn zo gewend aan de luxe van stromend water, elektriciteit en dergelijke, we kunnen ons het gemis daarvan en de overige consequenties nauwelijks voorstellen.’

Hij gaf een aantal voorbeelden van projecten waar hij aan had meegewerkt. En als híj meewerkte moesten er lapmiddelen worden bedacht, daar werd hij voor ingehuurd. Als het straks echt fout gaat dan haalt de overheid de voorzieningen die eerder naar de markt zijn gebracht weer naar zich terug, want dan werkt ‘marktwerking’ weer even niet. En na een aantal jaren beginnen we weer met privatiseren van voorzieningen. Het is een golfbeweging. Maar nu door het slechte onderhoud en om andere redenen veel rampzaliger.

De volgende dag belde ik Marc. Hij is een technische vriend, die als geen ander draadjes kan verbinden bij telefooncentrales en server providers. Ook hij werkt voor verschillende grote bedrijven, na eerst jaren ervaring te hebben opgedaan bij één baas.

‘Als je het specifiek over internet en Amsterdam hebt. De meeste grote bedrijven hebben daarvoor, voor zichzelf, wel maatregelen getroffen. Bijvoorbeeld door backup-systemen elders in het land. Ook hebben sommigen een zelfstandige stroomopwekking waardoor ze, bij calamiteiten, door kunnen werken. Maar de meeste mensen zullen inderdaad problemen krijgen. Niet alleen vanuit het scenario dat die Rob schetst. Ik verwacht namelijk ook dat er geleidelijk meer en zwaardere problemen gaan komen, als ik zie waar de prioriteiten bij kerntaken van bedrijven wordt gelegd’.

Ik moest tijdens het gesprek met Marc direct denken aan Charles. Hij werkte tot voor kort bij KPN en verhaalde over een bunker in de buurt van Bussum waar hij kort daarvoor was geweest. Daar staat de backbone (of zoiets) van KPN Mobiel. Die bestaat uit een grote partij 286 en 386 computers waarover het internet van Nederland wordt geregeld. Samen waren ze snel genoeg of hadden capaciteit genoeg. Dus waarom die oude (20 jaar?) computers vervangen en investeren in nieuwe Pentiums? Maar investeren is ook een vorm van onderhoud plegen.

Inmiddels hebben de treinen rondom Utrecht vanaf 19 november 2011 een weekend stilgestaan door een brand in een gebouw van de verkeersleiding. Iedereen vraagt zich af waarom daar geen backupsysteem was. Op zoek naar de grote telefoonstoring bij KPN onlangs, stuitte ik bij Google op een bericht over een grote telefoon storing vorig jaar. En zo zijn er veel meer voorbeelden waarbij salaris (en bonussen) voorgaan op onderhoud.

De afgelopen week hebben we bij Vodaphone een kleintje beetje kunnen zien wat de gevolgen kunnen zijn als alleen het mobiele netwerk uitvalt.  De werkelijke oorzaak is nog niet bekend, maar er is in ieder geval niet op mogelijke calamiteiten geanticipeerd. Terwijl het minste wat je had mogen verwachten van zo’n organisatie is een backupsysteem. Dat kan een kopiesysteem zijn in beheer van Vodaphone zelf, een samenwerkingsafspraak met andere providers zoals nu wordt besproken of een apart systeem dat de providers gezamenlijk beheren voor calamiteiten of capaciteitstekort.

Het zijn niet alleen elektriciteit, telefoon en dergelijke. Vorige week was er een rapport over de vele ongelukken in de bouw. De opgegeven reden was weliswaar slechte coördinatie en miscommunicatie. Maar ook daar wordt het niet zo nauw genomen met onderhoud. Ook daar zijn financiële afwegingen (lees: keuzes) een reden om maar iets langer met een steiger, trap of ander gereedschap te doen.  Maar naar de bouw kun je ook anders kijken. Jaren geleden vertelde de toenmalig directeur Dick van der AA van de VAGWW (Vereniging Aannemers Grond-, Water- en Wegenbouw) me dat het rioolnet in Nederland er slecht bij lag op diverse plaatsen. ‘Omdat een wethouder na vier jaar nu eenmaal liever bekend staat als die man van het nieuwe sport- en cultuurhuis, dan van de rioolrenovatie’.

De Tweede Kamer heeft inmiddels weer vragen gesteld. Dit keer naar aanleiding van gebrekkig onderhoud bij chemisch overslagbedrijf Odfjell in Rijnmond, wat vorige week bekend werd. En kort daarna ook door reacties van diverse milieudiensten in de omgeving die vertelden dat het onderhoud niet alleen bij Odfjell achterstallig is. Maar moeten we als burgers blij zijn met die vragen in de kamer. Er worden immers altijd vragen gesteld, over de meeste onbenullige dingen. Maar antwoorden, laat staan actie, zien we nooit. Nou ja, vrijwel nooit.

De belangrijkste vraag die ik zou willen stellen ‘wanneer het kalf verdronken is?’ Wanneer is het kalf eindelijk verdronken. Wanneer gaan we, zeker degenen met risicoloze loondienstbaantjes, weer voor een normaal salaris aan het werk. En wanneer doen we dan ook wat we moeten doen, namelijk zorgen dat de boel blijft draaien.

Het is bijna een jaar geleden dat ik de onderhoudsmensen, waaronder Bob, sprak. Binnenkort zie ik ze waarschijnlijk weer. Ik ben benieuwd of zij weten ‘wanneer het kalf verdronken is?’. Als dan de put van nalatigheid en zelfverrijking gedempt kan worden, kunnen we mogelijk wat de ‘voorzieningen’ betreft een rustige toekomst tegemoet.

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 10 april 2012 door in de categorie 2012, Algemeen

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Comments are closed.