Een schoolkameraad van me was op 4 oktober jarig. Dierendag. Dat was natuurlijk een beetje jammer voor hem. Mijn vader is zes maanden voor/na mij jarig. Toen ik op de middelbare school zat vierde ik enkele jaren op zijn verjaardag mijn halve verjaardag.

Ik stelde voor gewoon zijn verjaardag te vieren en van 4 april onze dierendag te maken. Beetje onbenullig natuurlijk als je er nu op terug kijkt. Maar ook wel weer leuk. Want we beseften dat we zelf, met familie en vrienden, kunnen afspreken wat we willen. Niet alleen over dierendag.

Dierendag – de oorsprong

Niemand weet waarschijnlijk nog dat 4 oktober is gekozen omdat het de feestdag van Franciscus van Assisi is. Hij bekommerde zich in zijn tijd om melaatsen, zwervers, armen, planten én dieren. De bedenkster Ilse Winter uit Brno maakte de voorzitster van de wereldvereniging voor dierenbescherming, Margaret Ford, enthousiast voor het idee van een dierendag. Ze kozen samen voor de Katholieke feestdag waarop Franciscus van Assisi werd herdacht.

Op 4 oktober 1930 werd de eerste dierendag gehouden. In de zestiger jaren nam de commercie rondom de dag geleidelijk toe. Enkele jaren geleden kwam er kritiek op die toenemende commercie, hoewel die paste in de algehele toename. Denk aan Sinterklaas, Kerst en zelfs Pasen.

Vanaf die tijd van kritiek werd er weer nadrukkelijker stil gestaan bij de rechten van dieren, in plaats van alleen een extra hondenkoekje, pluche beest of ander onnuttig product waar een kind meer lol aan beleeft dan een dier. De Partij van de Dieren is wellicht een uitvloeisel, het werd in 2002 opgericht.

De klasgenoot heb ik al jaren niet meer gezien. Op mijn vaders verjaardag denk ik nog altijd aan mijn halve verjaardagsfeest van toen, zoals ik op 4 april terugdenk aan de dierendagen die wij toentertijd drie jaar achtereen vierden.