Oud Utrecht
Geert Visser van Office Care heeft twee weken geleden weer een paar fraaie boeken op de kop getikt over Oud Utrecht. Het ene boekje fraai vanwege de foto’s, een ander vanwege de invalshoek (het verhaalconcept). Ik lees (analyseer) een aantal ervan snel, op een manier die ik ooit leerde van Professor Willem Drop. Het boek ‘zo was Utrecht’, van Jan Reeskamp grijpt me het meest.
Oud Utrecht in columns
Het blijken ooit korte columns te zijn geweest, die voor het boek door de auteur op onderwerp bij elkaar zijn gezet en zodanig bewerkt dat een nieuw verhaal is ontstaan. Met als onderwerpen ‘de kapper’, ‘de brandweer’, ‘voetbalverenigingen’ en dergelijke. Reeskamp heeft voor zijn colums over oud Utrecht in de jaren 1900-1920 in de jaren zestig gesproken met ouderen:
Hetgeen wordt verteld is voor het grootste deel opgetekend uit de mond van hoogbejaarde Utrechtenaren en het resultaat van archiefonderzoek, menigmaal aangevuld met jeugdherinneringen van de schrijver die als freelance journalist woont en werkt in Utrecht en aldaar ook is geboren.
Muffige kamertjes in Oud Utrecht
Toen ik woensdag bij Geert binnenstapte om het boekje te lenen bleek zijn vrouw het boekje ook te hebben ontdekt. Maar vandaag kon ik het meenemen en ik gunde me zojuist even een uurtjes om alvast een paar hoofdstukken te lezen. Uit de inleiding:
Het bijeengaren van de stof is een zeer moeizaam werk geweest. Moeizaam en eigenlijk ook heel triest. Steeds waren het hoogbejaarde lieden, waarmee ik sprak. Oude, afgetobde mensjes soms, aan wie het leven weinig vreugde had gebracht en die toch nog in staat bleken met zoveel vreugde en dankbaarheid allerlei vrolijke dingen uit hun leven en omgeving naar voren te brengen. Het waren vele en lange tochten, menigmaal door de in de vijftiger jaren nog veelvuldig bestaande Utrechtse achterbuurten. Soms een donker muffig kamertje, waarin werd gepraat, een andere keer omhoog langs een gammel trapje, maar steeds kwam de vrouw des huizes opdraven met een ,,bakkie koffie” en haast altijd vonden de oudjes dat het ‘interview’ veel te gauw was afgelopen.
Kappers in Oud Utrecht
Met veel plezier lees ik het hoofdstuk over de kappers. Zij hadden in het begin van de vorige eeuw een hele andere functie dan tegenwoordig. De makkelijke wijze van schrijven over de wederwaardigheden van kappers, armen, kooplieden en de hogere milieus trekken je naar die tijd. Het doet me denken aan de prachtige kleurenansichtkaarten, waar Geert er ook veel van heeft. Bijvoorbeeld van die mooi aangelegde tuin aan de Oudegracht, ter hoogte van de Vinkenburgstraat bij de Bakkerbrug.
Vooral armoede
Uit de verhalen van Reeskamp begrijp ik dat er beslist armoede was, maar mensen hadden wel oog voor hun omgeving. Ze zorgden voor hun medemens, hun directe omgeving en hun stad. De tuin aan de werf, en soortgelijke fraaie initiatieven, werden rond 1960 opgedoekt voor de plannen van de nieuwe stad. Maar ook omdat de mentaliteit van de bevolking intussen sterk was veranderd door oorlog, industrialisatie, wederopbouw en dergelijke.
Ik leg het boek weg na enkele hoofdstukken te hebben gelezen. De overblijvende hoofdstukken, waaronder het meest uitgebreide hoofdstuk over de voetbalverenigingen, bewaar ik voor het aankomende Pinksterweekend.
Aanvullende informatie
Jan H.E. Reeskamp is geboren in Utrecht op 14 maart 1908 en overleden op 9 oktober 1971, ook in Utrecht. Hij begon zijn journalistieke loopbaan bij het tijdschrift ‘Spoor- en tramwegwezen’. Zijn interesse lag bij verkeer en openbaar vervoer. Daarover schreef hij meerdere boeken.
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.