- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Griekse stank

Twaalf jaar geleden kwam een zakenrelatie van me in financiële problemen, laat ik hem voor het gemak John noemen. Zijn relatie was een paar maanden daarvoor beëindigd. Om zijn verdriet daarover te vergeten stapte hij uitgebreid het uitgaansleven in. Daar gaf hij wat meer uit dan er bij hem binnenkwam.

Tijdens een lunch vertelde hij me zijn verhaal, nadat ik hem zei dat ik vond dat hij wat afwezig was. Die middag zou zijn auto worden opgehaald, in beslag genomen door de belastingdienst. Het was één van de vele problemen waar hij inmiddels mee was opgezadeld.

Ik vroeg hem of ik kon helpen, maar dat hij dan volledig openheid van zaken moest geven. En als hij dat niet bij mij wilde, dan bij een vriend van me, Bert. Nadat John me een schets gaf van de problemen, besloot ik Bert alsnog te bellen. Diezelfde middag regelden we wat kasgeld en reden langs enkele van de debiteuren om de situatie uit te leggen en ze een saneringsvoorstel te doen. Alle collega ondernemers van John lieten de helft van de vordering vallen. Voor enkele van hen was dat best moeilijk (zie De Griekse tragedie over omzet, marges en dergelijke).

Drie weken later was het probleem van John grotendeels opgelost. Over het kasgeld dat Bert en ik hadden voorgeschoten maakten we een nette afbetalingsafspraak. Ongeveer drie maanden later ben ik bij één van de oud-debiteuren van John nog eens langs geweest. Ik had in de saneringperiode een aantal keren persoonlijke gesprekken met hem gehad en was benieuwd hoe het met hem  ging.
Het werd een emotioneel gesprek.’Iedereen heeft het wel eens moeilijk’, zei hij ‘je helpt elkaar over en weer. En je gaat mee in zo’n sanering in de hoop of verwachting dat je daarna weer met elkaar verder kunt. Dat geeft je immers de mogelijkheid iets van de financiële schade te herstellen.” Van John had hij echter nooit meer wat gehoord en dus ook geen opdrachten meer gekregen. Die was te trots en durfde (of wilde) geen enkele oud-debiteur, zo bleek later, meer onder ogen te komen.

Ik moet aan bovenstaande denken als ik de Griekse stank voor dank zie in een Griekse krant. Ze worden grotendeels gered door Duitsland. Het enige land in Europa dat zijn politieke en economische zaken op orde heeft*. Een land dat met hard en efficiënt werken geld heeft verdiend en gespaard. En dat bereid is, om wat voor reden dan ook, te geloven in een Europa van gemengde culturen, belangen en politieke standpunten. Als Griekse stank voor dank wordt Merkel afgebeeld met een hakenkruis, worden allerlei spotprenten gemaakt met Nazi-verwijzingen, gaan Grieken de straat op met spandoeken en borden met anti-Duitse leuzen. En de Griekse regering? Ze denkt waarschijnlijk hetzelfde als de Griekse massa, maar ze houdt wijselijk de mond (er kunnen immers wat Griekse Bobo-zakken worden gevuld met de Duitse bijstand).

Het is een bekend psychologisch fenomeen dat als je iemand helpt, het slachtoffer na redding een negatieve houding aanneemt. Toen ik eind jaren tachtig Henk van Harten hielp bij het vercommercialiseren van zijn RDA-model kwam het regelmatig ter sprake. In dat model bespreekt hij de haast wetmatige reactie die mensen in interactie op elkaar hebben.

Ik heb dat later regelmatig ondervonden.  Zonder dat ik hem ooit aansprak op zijn onregelmatige betalingen verminderde John het contact met mij en vertelde hij achter mijn rug verzonnen of aangedikte verhalen. Ook bij veel anderen die ik geld leende gebeurde dat.

De Spanjaarden willen niet Europees lenen omdat ze te trots zijn. Maar zoals de debiteur hierboven zei ‘iedereen heeft het wel eens moeilijk’. Als het goed gaat mag je blij zijn, als het eens wat minder gaat pas geen trots. Als je dan geholpen wordt, zoals de Grieken wees dan niet trots en behoud je fatsoen zonder je negatief te keren naar je redder. Herstel je situatie, hoe lang dat ook duurt, betaal wat je leende terug en behoudt wat je hebt gekregen.

Ik heb respect voor de Duitser die daar bij de Grieken, component van Mediterrane indolentie, vertrouwen in heeft.