- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Kleding en geen das

Als we dan toch kleding aan moeten, dan moet je jezelf er in ieder geval prettig in voelen. Dat is altijd mijn overtuiging geweest. Hoewel ik pakken en colberts in de kast had (en heb) hangen, verscheen ik regelmatig op recepeties en andere gelegenheden in gemakkelijke kleding.

En dat was meestal geen jasje en zeker geen dasje. Terwijl anderen, zeker bij zakelijke gelegenheden, minstens een jasje droegen met stropdas. Regelmatig was ik de enige in een trui, overhemd met pullover, shirt of andere kleding.

De mens of zijn kleding

Er zullen beslist mensen zijn geweest die ik daardoor niet heb gesproken. Maar ik ben uiteindelijk zelf altijd meer geïnteresseerd in mensen die naar de mens kijken, dan in uiterlijkheden. En dat mag ook omgekeerd werken.

Ik onderken de uiterlijkheden en  ik ken echt het verschil tussen nette kleding en sjofel. Maar niet het verschil tussen een net pak of een nette, schone pullover.

Slonzig

En ik heb heel wat pakken gezien die slobberig waren of met vlekken of strijkvouwen zaten. Laat staan de kleding van computerverkopers en vertegenwoordigers die hun pak de hele week aan hebben. Die zitten met allerlei vouwen. En vaak is een krater rond de gulp ontstaan van de zitstrepen.

Dan liever een mooie of bijzondere trui. Zoals ik die had van Paul Smith, Koos van der Akker (de Bill Cosby’s) of de meer gangbare modellen van Ralph Lauren, McGregor en Gant.

Pakken

kleding en geen das

Voormalige headerfoto, vandaag vervangen

Pakken staan me best goed. Ik weet ook dat de eerste indruk daarbij beter is dan van een pullover of iets dergelijks. Maar ik vind het eenvoudig vaak niet lekker zitten. Je moet er aan wennen zeggen ze dan. Maar er zijn ook omstandigheden dat een pak of jasje onpraktisch is.

Naast het argument dat ik vind dat je jezelf vooral lekker moet voelen in de kleding die je aan hebt, zou een raar voorval in het begin van mijn carrière mee kunnen spelen.

Het voorval

Met het risico dat ik hiermee bovenstaande op losse schroeven zet, het voorval: Ik was uitgenodigd bij Nationale Nederlanden om creatief mee te denken over merchandising, premiums en dergelijke. Ik had een afspraak gehad met het hoofd Reclame en Promotie. Daarna wilde ik ook spreken met iemand uit het veld. Het werd onder andere een gesprek met de hoofdinspecteur regio Noord-Holland.

Vrij kort na aanvang van het serieuze deel van het gesprek zegt de man ineens: “u heeft een mooier pak aan dan ik”. Niet als eenvoudige constatering en niet als grapje. Nee, het klonk als verontwaardiging. In hoeverre het onbewust heeft meegespeeld in mijn latere kledingkeuze weet ik niet.

Dassenverhaal

Als apart onderdeel bij kleding is er het dassenverhaal. Voor mij gold altijd het motto ‘geen das’. Slechts in uitzonderlijke gevallen, dat hing ook samen met het pak dat ik aan wilde, droeg ik een das. Dat ik er minstens 20 in mijn kast had liggen deed daar niets aan af. Het uitgangspunt was ‘geen das”.

Daarom vond ik de column ‘Dood aan de stropdas‘ van Richard Branson in Sprout wel leuk. Ook hij gaat daarin overigens verder dan de das. Hoewel hij het woord ‘stropdas’ wel gebruikt, is zijn motivatie ongeveer dezelfde als die van mij. Hij gaat dus ook niet, zoals Prins Claus toentertijd, in op de achtergrond van slavernij als reden waarom sommige mensen geen das dragen.

Zie ook de berichten ‘Nederlandse kleding begin 19e eeuw‘ of ‘McAlson met binnenbroekje‘.