De Nachtwacht verhuisd
Vandaag verhuist de Van Gogh collectie van het Van Gogh museum naar de Hermitage. De verhuizers leggen een afstand van nog geen 3 kilometer af met schilderijen van rond de honderd miljoen euro’s. De politie begeleidt de verhuizing en de Gemeente Amsterdam draagt bijna een half miljoen bij in de verhuiskosten.
Boven dit bericht staat ‘De Nachtwacht verhuisd’. Want de verhuizing van de Van Gogh collectie is nauwelijks bijzonder in vergelijking met de de spectaculaire verhuizing waarover ik een paar jaar geleden las in een non-fictie boek.
H.P. Baard
Het boek waar ik op doel is eind 1945 geschreven door H.P. Baard (26 oktober 1906 – 19 juni 2000), oud directeur van het Frans Hals museum. Hij schreef meerdere boeken over kunst en kunstenaars. En hij schreef enkele series voor Polygoon/Polyvisie en gaf daar ook adviezen over kunst en educatie. Maar zijn boek ‘Kunst in schuilkelders’ rechtvaardigt de berichttitel ‘De Nachtwacht verhuisd ‘.
Kunst in schuilkelders
In ‘Kunst in schuilkelders’ verhaalt Baard (Hendricus Petrus) over de transporten en tijdelijke verhuizing van Nederlandse meesterwerken vanaf 1939 tot eind van de oorlog.
Baard was toentertijd wetenschappelijk assistent bij het Rijksmuseum. In 1939 kreeg hij het toezicht toegewezen over de grootse verhuizing. Daarbij bracht hij alle kunstschatten van het Rijksmuseum en het Rijksprentenkabinet onder in schuilkelders en bomvrije kluizen.
Naar veiligheid
Vanaf 1941 kwamen daar werken bij uit andere musea en instellingen en van particulieren. Tijdens de oorlog moesten meerdere werken opnieuw worden verhuisd omdat een bepaalde bewaarplaats niet meer veilig was, door bombardementen, verraad of oorlogsdreiging. Dat herplaatsen van kunstwerken ging de hele oorlog door.
Spannend
Het transport tijdens de bezetting was een spannende aangelegenheid, die volgens Baard nauwelijks te schetsen is aan een buitenstaander. Het verhuizen met de druk van de bezetter in de nek zou een gehaaste actie kunnen zijn, maar het werd door Baard en zijn medewerkers zorguldig gepland en gedocumenteerd.
Als beloning voor zijn bijzondere werkzaamheden tijdens de oorlog werd Baard in 1946 benoemd tot directeur van het Frans Hals museum. Hij zou dat tot zijn pensioen in 1972 blijven.
De Nachtwacht verhuisd
De Nachtwacht verhuisd als titel is, bij een beschouwing van het boek, wat overdreven. Want het boek belicht de verhuizing van talrijke schilderijen, niet specifiek de Nachtwacht.
Het bekendste Nederlandse kunstwerk blijkt echter een bijzondere zorg voor Baard. Wanneer je alleen al de vele foto’s in het boek bekijkt, zie je dat er behoorlijk wat is afgezeuld met het schilderij.
De verhuisroute van de Nachtwacht
Vanuit het Rijksmuseum brengen de verhuizers de Nachtwacht op 4 september 1939 naar de ridderzaal van kasteel Radboud in Medemblik. Het plafond daarvan is extra verzwaard tegen brandbommen. Op zondag 12 mei 1940 ontdekt Baard tegenover het kasteel een mijnenveger, die beschieting door de bezetter zou kunnen uitlokken.
Mijnenveger
Nadat de mijnenveger een vijandelijk vliegtuig heeft beschoten moeten maatregelen worden genomen. De volgende dag besluit men de belangrijkste schilderijen in het kasteel te verhuizen naar een schuilkelder van de Gemeente Amsterdam in Castricum. Daar moet de Nachtwacht worden opgerold, omdat de ingang van de kelder niet berekend is op de afmetingen van het schilderij.
Schuilkelder
Op 1 april 1940 is dan al begonnen met de bouw van een schuilkelder onder Heemskerk. Hiervoor wordt ruim 25.000 m3 zand uitgegraven, die na de bouw weer wordt teruggestort als beschermende laag van 12 meter dik. De schuilkelder krijgt vier bergruimten waarvan één met extra hoogte voor de schuttersstukken.
Transport
De bouw wordt door oorlogsactiviteiten een keer onderbroken, maar vanaf november kunnen de transporten beginnen. Op 21 maart 1941 wordt de opgerolde Nachtwacht de bomvrije kluis in Heemskerk binnengedragen. Later in die maand beginnen de verhuizingen vanuit andere musea naar een tegelijkertijd gebouwde schuilkelder in Zandvoort.
St. Pietersberg
Op 24 maart 1942 wordt de Nachtwacht verhuisd naar de St. Pietersberg bij Maastricht. Weer is grondige voorbereiding nodig. Baard vertelt over het transport waarbij de vrachtwagen met het schilderij op een trein wordt geplaatst.
Een trein met een onderstel van personenwagens, omdat die beter veren. Het schilderij komt veilig aan te Maastricht. Daar blijft het tot het einde van de oorlog spannend, want Duitse officieren brengen regelmatig een bezoek aan de gangen onder de Pietersberg.
Weer terug
Op 25 juni 1945 begint de Nachtwacht aan zijn laatste reis. Per boot, de ‘Van God gegeven’, over de Maas. Met een omweg via België vaart de boot langs Helmond, Den Bosch, Gorinchem, Vianen en Utrecht naar Amsterdam. Het wordt niet helemaal duidelijk of de boot op 28 of 29 juni aankomst in Amsterdam.
Het is in ieder geval de dag dat er feest is in Amsterdam vanwege de intocht van Koningin Wilhelmina. Op de 29 juni wordt de Nachtwacht op een vrachtwagen geladen die haar naar het Rijksmuseum terug zal brengen.
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.