Zondags uitje
Mijn ouders hadden bedacht elke week een zondags uitje te organiseren. Ik was zeven. De ene week gingen we naar Avifauna, de week daarop naar Artis en daarna weer naar een museum. Elke week bedachten ze een andere attractie tot na een paar maanden aan dit ritueel een einde kwam en de zondagen anders werden ingevuld.
Los van de indruk van heel veel vogeltjes kan ik me van Avifauna alleen nog het Pelikaan-voorval herinneren omdat het nog lange tijd werd verteld in de familie. We liepen over een laag bruggetje waaronder een vijver was met pelikanen. Op het moment dat ik mijn hand uitstak naar één van de pelikanen, hoorde ik mijn vader roepen. Ik draaide me om en zwaaide daardoor net genoeg met mijn arm om aan de naar mijn hand happende pelikaan te ontkomen. “Een ongeluk zit in een klein hoekje”, zei mijn moeder weer eens toen ze hoofdschuddend aan kwam lopen.
Dat bleek bijna letterlijk een week later. Op een wip in het dierenpark legde ik mijn hand op de handgreep. Vrijwel direct voelde ik een stekende pijn door mijn lichaam trekken. Ik begreep niet wat het was, tot ik mijn hand optilde. Er bungelde een wesp aan de angel die het tussen twee kootjes van mijn middelvinger had geprikt. Instinctief sloeg ik het spartelende beestje weg en verwijderde daarna de achtergebleven angel. De irriterende pijn hield nog uren aan, alsof het beestje er nog aanhing. De week daarop gingen we naar een Natuurkundemuseum. Daar waren geen dieren. Maar het bleek dat je het jezelf, als kind van zeven, ook in een museum heel ongemakkelijk kan maken.
verschenen in het tijdschrift OOK! – foto uit archief Deuxième/Polyvisie – het verhaal berust op fantasie.

Vorige en volgende berichten
« Ouder: GWL-terrein, eerste volledig duurzame woonwijkNieuwer: Buiten bewustzijn pil kan helpen »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.