Ziekmakende flauwekul
Ik ben nog nooit echt ziek geweest. De gebruikelijke kinderziekten vóór mijn vierde, twee keer een week griep op de lagere school en af en toe een verkoudheidje. Maar dat mag allemaal geen naam hebben als ik hoor over de mankementen en ongemakken van anderen.
Ook mijn ouders hebben weinig meegemaakt op het gebied van ziekte. Afgezien van een wondje op mijn vaders knie, dat resulteerde in een bloedvergiftiging ruim tien jaar geleden, is het bij hen beiden beperkt gebleven tot het verwijderen van een galsteentje en een blindedarmontsteking.
Toen ik elf jaar geleden een keer naar mijn nieuwe huisarts ging om iets administratiefs te regelen, vertelde hij dat de voorgaande huisarts mijn medisch dossier al jaren daarvoor had weggegooid. Een jaar geleden kwam ik weer bij die huisarts voor informatie. Hij bleek alleen een aantekening te hebben over het bezoek van tien jaar daarvoor.
Het niet ziek zijn en geen klachten hebben betekent weinig voor me. Natuurlijk ben ik er blij om, maar ik blijf er nuchter onder. Wie weet broeit er wel iets heel groots ergens op een nog onbekende plek in mijn lichaam. Om dat te weten zou ik natuurlijk een totale bodyscan kunnen laten doen.
Er zijn drie redenen om dat niet te doen. Ten eerste voel ik me prima. Ten tweede zijn mijn ouders voorbeelden en wellicht de basis van goede genen. Ten derde, en dat is de reden dat ik dit schrijf, vinden ze bij medisch onderzoek altijd wel iets. En op die ziekmakende flauwekul zit ik helemaal niet te wachten.
Ziekmakende flauwekul!?
1.
Ik schreef al eens dat ik in de 5e en 6e klas van de lagere school regelmatig lessen mocht missen. Met klasgenoot Winfried Bouman ging ik dan naar een Faculteitsgebouw aan de Nieuwegracht in Utrecht. Daar deden we IQ-testen. We werden mede daarom ook wel ‘de encyclopies’ genoemd.
Op de middelbare school zat ik ook met een jongen in de klas die veel feitenkennis bezat. Een vrolijke jongen die net als ik zowel een boekenwurm/nerd als sportfanaat was. Hij moest op een gegeven moment medisch worden gekeurd. Alles was goed, maar ze maakte de opmerking dat hij kleine hersenen had. Ze hadden erbij verteld dat zoiets verder niets betekent. Maar na die keuring was hij veranderd. Zijn vrolijkheid en zelfvertrouwen was lange tijd weg. Los van alle andere dingen die ik er nog over kan zeggen, is vooral de impact van die nutteloze opmerking me bijgebleven.
2.
Begin van deze week vertelde een vriend dat zijn zoon van begin dertig een preventief medisch onderzoek had laten doen. Hij had nergens last van, maar het leek hem zinnig uit preventieve overweging. Hij was helemaal in orde, alleen zijn longinhoud was een klein beetje lager.
‘Lager dan wat’, vroeg ik de vriend. Dat wist hij ook niet. ‘Lager dan normaal of ziek’, gaf ik zelf toen maar het antwoord. Vrijwel alle medische gegevens zijn gebaseerd op zieke mensen en op ‘normale’ mensen waarvan meetgegevens worden verkregen wanneer ze voor een andere klacht bij een arts komen. Iemand die gezond is gaat niet naar een arts of het ziekenhuis.
Wie weet is voor zijn lichaam de longinhoud zoals die is gemeten wel perfect. Een lichaam bestaat immers niet uit losse onderdelen. Het is een geheel van met elkaar ‘communicerende’ organen, zenuwdraadjes, celletjes en weet ik niet wat.
3.
Eén van mijn eerste compagnons reed al tien jaar een Ford Escort. Hij had er in al die jaren nooit wat mee gehad en ging nooit naar een garage. Het enige dat hij deed was af en toe olie bijvullen. Het was de tijd voor de invoering van de APK.
Toen zijn Ford tien jaar werd gaf hij zijn oude Ford een cadeautje; het groene vriendje mocht naar de garage voor een nieuw oliefilter. Vanaf het moment dat de auto terugkwam uit de garage heeft hij er problemen mee gehad. Handen vol geld heeft hij nog twee jaar uitgegeven aan zijn voorheen trouwe vierwieler. Met verdriet deed hij de auto uiteindelijk weg.
Mag je een mens met alle op elkaar afgestelde onderdelen vergelijken met die Ford Escort of een automotor in het algemeen? Ja hoor, dat mag vind ik. Buiten gewoon onderhoud doorrijden tot er klachten zijn.
4.
Een vriend, die twee TIA en een bypass heeft gehad en is gedotterd, was gevallen met zijn fiets. Een eenvoudige val. Toen hij bij een verkeerslicht stopte, gleed zijn voet van het trottoir. Hij mankeerde niets. Alleen zijn enkel was wat pijnlijk. De volgende dag werd hij wakker met een dikke enkel. Geen probleem vond hij zelf, maar zijn eega stuurde hem naar het ziekenhuis. En soms doe je dan wat je wordt gezegd.
De dienstdoende arts zag al snel wat er aan de hand was en gaf aan wat er moest gebeuren, met de enkel. Daarna vertelde hij wat er nog meer moest gebeuren. Voor de vriend het wist lag hij op een tafel en werd door een verpleegster allerlei meetapparatuur op hem aangesloten. De twee artsen die even later binnenkwamen met zijn medisch dossier konden nog net kennismaken.
‘Heren, ik ben uitgegleden. Ik was even afgeleid. Meer niet. Ik voel me prima en het heeft allemaal niets te maken met mijn eerdere ongemakken. Ik kan me voorstellen dat u dat zeker wilt weten. Maar ik heb geen behoefte aan die ziekmakende flauwekul. Ik ga thuis mijn dikke enkel zwachtelen met koude kompressen. Kunt u me even losmaken.’ Na nog kort wat heen en weer argumenteren kon de vriend naar huis.
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.