- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Foute jongens (3)

Dit is vervolg op ‘Foute jongens (2)

De jongens die ik als ergste foute jongens beschouw zijn dus als wolven in schaapskleren. Iedereen komt ze in het leven tegen. Volgens de statistieken zijn er ook veel van. Maar de ene is erger dan de ander. En bij veel van die foute jongens is de wolf alleen latent aanwezig, zoals dat heet, het foute gedrag moet nog worden geactiveerd. Dat gebeurt wanneer er iets gebeurt waardoor de ‘stoppen doorslaan’.

Maar je kunt de wolf in kleine dingen al wel herkennen. In één van de boekjes die ik rond mijn 25e schreef, schrijf ik dat het vaak niet de foute jongen zelf is waardoor je de wolf in hem voor het eerst herkend. Je ziet het eerst in het gedrag van zijn omgeving. Bij zijn partner, kinderen en collega’s of ondergeschikten. Bij hen zie je dat die ‘aardige’ man zijn omgeving terroriseert met subtiele manipulatie. De partner en kinderen zitten continue in een emotionele achtbaan, ze glijden van blij naar neerslachtig en terug zonder dat daar een duidelijke reden voor is aan te geven.

Ok, ik geef toe dat ik, zoals ik in de eerste zin van dit drieluik al voorspelde, de draad van mijn verhaal een beetje kwijt ben.

Ik begon het verhaal over foute jongens omdat ik er vorige week weer met één werd geconfronteerd. In kleine signalen en zijn omgeving herkende ik het een tijdje terug al. Het had een waarschuwing moeten zijn. Het vervelende is dat, zoals bij veel foute jongens, je het niet wilt of kunt geloven. Je ontkent de signalen. Zoals de vrouw die constant wordt geslagen door haar echtgenoot van hem blijft houden en niet wil of durft toegeven dat het beter is zo’n vent te verlaten.

Diverse vrienden hadden me al gewaarschuwd. Buitenstaanders zien, door hun afstand en niet betrokkenheid, die dingen nu eenmaal sneller of gemakkelijker. En uiteindelijk krijgen ze gelijk. Een foute jongen is gefocust op één doel, een eigen belang waar alles voor moet wijken. Ook de foute jongen waar ik mee ben geconfronteerd verpakt zijn intenties in charme en hulpvaardigheid, terwijl hij manipuleert, liegt en bedriegt. En zelfs nadat ik mezelf toegaf dat het een ‘foute jongen’ is, hield ik hem de hand boven het hoofd. Want …. verklaringen, ontkenningen.

En als je dan in het algemeen eens iemand spreekt en een voorbeeld geeft van het gestoorde gedrag  of een situatie wordt je ongelovig aangekeken. ‘Nee, die aardige man’.

(word over een paar maanden vervolgd)