Ooggetuige verslag
Gisterenochtend zaten we weer bij elkaar tijdens het wekelijkse zaterdagse kopje koffie met vrienden. We praten dan over allerlei dingen die ons bezighouden of die opvielen in de week ervoor. Op een gegeven moment zegt Tom: ‘Las je over die brand in de Breedstraat op Koninginnedag?’. We keken hem aan. ‘Ik stond daarbij’, meldt hij erachteraan.
‘Ik stond daar met Laura (zijn dochter, RvM) amper twee meter van die hamburgerkraam’, vervolgt Tom zijn ooggetuige verslag. ‘Een man was bezig met een gasfles van de barbecue. Ik hoorde een luid gesis. Wat de man precies aan het doen was kon ik niet goed zien, het leek erop dat hij een gasfles probeerde aan te sluiten.
Ineens ontstaat er een enorme steekvlam. De man, die vermoedelijk al extra alert is, springt op en opzij de kraam uit. Hij ligt daarna op zijn rug en met wijd geopende ogen over zijn hele lichaam heftig te schokken. Ik stap naar hem toe en schreeuw: ‘Je moet opstaan, weg bij die vlammen’. Hij moet uit de buurt van die gasfles en wat er misschien nog meer aan brandbaar materiaal staat. Gelukkig reageert hij na een paar seconden en ik help hem overeind. Hij loopt naar de ingang van zijn café, een meter of tien verderop’.
Het ging allemaal snel, maar het lijkt lang. In het begin deden maar een paar mensen wat, onder andere een oudere vrouw die een baby op afstand bracht. Achteraf blijkt ze de moeder van de man te zijn. Politieagenten die ook in de buurt staan doen de eerste minuten vrijwel niets om de mensen uit de buurt van de brand te houden, terwijl je zou verwachten dat ze na de knal meteen in actie komen.
Toen ze dat wel deden werd ik gemaand door te lopen. Op enige afstand wond ik me erover op dat het zo lang duurde voordat de agenten in actie kwam. Waarom ze agenten niet meteen naar de man toeliepen om hem mee te nemen. Om hem onder een douche te zetten’. Water van een graad of twintig is het best, maar veel water erover, desnoods ijskoud, is belangrijk in een situatie met brandwonden. Er waren wel mensen die ook wat deden, maar de vraag is of dat verstandige acties waren. Eén man ging op het slachtoffer zitten in een poging het vuur te doven. Later werd de kleding van het slachtoffer doorgeknipt; wat ook niet handig is omdat daarbij huid/vel kan worden losgetrokken. Een agent heeft in een opleiding waarschijnlijk geleerd hoe te handelen in dit soort situaties.
Bovenstaand verhaal kwam tot stand door onze vragen. En we bleven vragen stellen om het ooggetuige verslag te verdiepen, ‘Hoe oud waren die agenten?, ‘Er waren toch twee barbecues?’, ‘Waar stond je dan precies?’, ‘Was er geen explosiegevaar?’ en, Tom is psycholoog, ‘Waarom denk je dat niemand reageerde?, ‘Waarom reageerde die agenten niet meteen, denk je?’.
Vanuit journalistiek oogpunt (Tom was eind jaren tachtig van de vorige eeuw journalist en daarna lange tijd politiek woordvoerder in Den Haag) had in de krant moeten staan dat ‘… de verbrande man werd kort na de steekvlam door een voorbijganger geholpen op te staan’. Dat is relevant informatie, want daardoor wist de man de impasse van de shockreactie van zijn lichaam te doorbreken.
Maar hoe gaat het in zo’n situatie. Een verslaggever komt en hoort de verhalen aan. De eerste seconden zijn voor omstanders vaak een zwart shockgebiedje. Over wat er daarna gebeurt heeft iedereen voornamelijk een eigen gekleurde herinnering.
Het is voor Tom vooral het moment zelf dat een blijvende indruk maakt, de steekvlam zo dichtbij, de man er middenin en diens sprong eruit. En hoe de man vervolgens bevend op de grond bleef liggen met de vellen langs zijn armen. ‘Misschien zoek ik hem binnenkort in het ziekenhuis op’, besluit Tom het onderwerp. Ik ben benieuwd of hij het naar omstandigheden goed maakt, of hij er weer helemaal bovenop komt. En ook of hij iets heeft gehad aan de hulp van de omstanders’.
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.