Het laatste gesprek met de vader
Gisteren zat ik met een paar vrienden in gesprek. Daarbij spraken we ook over de zaak van de vermiste Ruben en Julian uit Zeist. We stonden er lang bij stil, vooral bij de vader.
We kennen hem niet. Hij lijkt op de foto geen onsymphatieke man. Welke wanhoop of situatie drijft iemand tot zelfmoord. Waarom ga je als vader zo met je kinderen om, er vanuitgaand dat hij iets heeft gedaan dat kwalijk is. Niemand kon zich er iets bij voorstellen. Ter relativering wisselen tijdens ons gesprek de zinnige, foute en grappig bedoelde opmerkingen elkaar in hoog tempo af.
Dat veel mensen nu een ander doel kunnen geven aan hun boswandeling, dan weer naar die uitspanning of uitkijktoren te lopen, vond een deel van de vrienden en ik een foute opmerking. En zo waren er meer uitspraken waarover de meningen verdeeld waren.
Maar over één ding waren we het eens. Het vermoeden dat de kinderen niet meer leven. Want ze worden al een week vermist. We bespraken enkele in de krant vermelde feiten en de gedachten die we daarbij hadden. Positieve mogelijkheden kwamen daarbij ook ter sprake. De mogelijkheden die hoop geven.
De realiteit is vaak gekker dan de beste scenarioschrijvers kunnen bedenken. Daarom hieronder, naar aanleiding van onze hersenspinsels, het verzonnen verhaal over het laatste gesprek dat ik met de vader had.
Het laatste gesprek
Het is een koude ochtend begin april. In de zon is het lekker. Maar de wind is snijdend koud en maakt de gevoelstemperatuur laag. Op weg naar Duiker Electronics in Zeist zie ik Jeroen lopen, aan de andere kant van de Slotlaan. Hij loopt diep weggedoken in de kraag van zijn jas, licht gebogen alsof hij schuilt voor de kou.
‘Hé Jeroen’, roep ik naar de overkant. Zonder de blik in zijn gezicht te veranderen kijkt hij in mijn richting. Dan ziet hij me en steekt traag zijn hand op. Ik ren naar de overkant.
‘Hé Jeroen’, herhaal ik nu ter begroeting, ‘hoe gaat het joh, lang niet gezien’.
‘Niet zo best’, mompelt hij afwezig.
‘De crisis of thuis, ’vraag ik, ‘tja als fysiotherapeut ga je er al jaren op achteruit, dat zal nu met de crisis erger zijn’.
‘Nee, privé’, fluistert hij en dan luider, ‘ik ben gescheiden van Iris. Ik heb een nieuwe vriendin, maar…’
Een kopje koffie
Rillend van de kou zeg ik, ‘kom, we pakken even een kop koffie’.
Jeroen kijkt om zich heen, terwijl ik de Hema al in loop. Hij volgt. Ik leg mijn boodschappen op een vrije tafel.
‘Koffie met gebak?’ vraag ik. Hij knikt en ik loop naar de afhaalbalie. Jeroen gaat zitten. Bij het teruglopen met een dienblad koffie zie ik hem zijn ogen uitwrijven. Alsof hij blij is zijn hart te kunnen luchten begint hij direct te praten.
‘Voor de buitenwereld lijk ik misschien een aardig vader en echtgenoot. Maar Iris heeft het niet makkelijk met me gehad, de jongens ook niet. Je wist toch dat ik twee zoons heb, Ruben en Julian? ‘.
Ik knik.
‘Regelmatig kon ik me niet beheersen en dan sloeg ik haar en soms ook de kinderen. En ik schold ze uit. Achteraf vond ik het vervelend, maar ik wist dan vaak niet wat me was overkomen, wat me ertoe had gedreven’.
Hij pakt zijn kopje vast, maar drinkt niet. Hij staart wezenloos voor zich uit en vervolgt meer tegen zichzelf dan tegen mij: ‘Het was goed dat we uit elkaar gingen’.
Dan neemt hij een slok en ik zie zijn blik veranderen.
Venus en Mars
‘Ze haalde het bloed onder mijn nagels vandaan, dat rotwijf. Altijd alles beter weten en vitten. Nooit deed ik het goed. En altijd zeuren over geld. En mijn nieuwe vriendin is al net zo. Dat gezeur, ik kan er niet meer tegen.‘
‘Ach, joh. Dat weten we toch, dat vrouwen anders zijn. Ze komen van Venus of Mars. In ieder geval van een andere planeet’.
Het lijkt alsof hij me niet hoort. ‘Dood, dood moet ze’, hoor ik over zijn lippen komen, waarbij ik hem zachtjes op zijn onderlip zie bijten.
Geschrokken kijkt hij me aan en forceert een glimlach. ‘Wat zeg ik nu, haha’, probeert hij mijn vragende blik te beantwoorden en tegelijk zijn uitspraak te ontkrachten.
Hoe is het met jou?
‘Goh, wat is het een tijd geleden’, zegt hij ineens opgewekt, ‘hoe is het met jou?’
‘Ja… ja goed’, antwoord ik, ‘maar wat vervelend nu om te horen over je scheiding. Jullie leken me altijd zo’n mooi stel’.
‘Dat zijn we ook, waren we ook, zijn we nog steeds. Ach, ik weet het niet meer. Misschien is het goed wat afstand van Iris te hebben. Maar de kinderen. Ik mis ze’.
‘Je ziet je kinderen toch nog wel?’, vraag ik.
‘Ja, maar… binnenkort ga ik een weekje met ze weg. Ik heb het al helemaal bedacht. Een leuke week samen met de jongens. Ik kan best goed met ze opschieten. Het is Iris, of eigenlijk wij samen, dat de sfeer thuis verpestte.’
Weekje weg
‘Wat ga je doen met de jongens?’
Jeroen kijkt voor zich uit. Het is alsof hij de week al als een herinnering voor zich ziet. Zoals we terug kunnen denken aan momenten in een voorbije vakantie. De seconden voor hij antwoord geeft lijken een uur te duren, wanneer ik hem aankijk terwijl hij geleidelijk zijn blik weer bij me teruglegt.
‘Ik heb het al helemaal bedacht’, herhaalt hij.
‘Ja’, zeg ik, ‘maar wat ga je doen?’
‘Ik ga met de jongens naar het zuiden. Ik heb een au pair geregeld op een camping’, mompelt hij weer, alsof hij het niet tegen mij heeft. Alsof zijn uitspraken en zijn gedachten door elkaar lopen. ‘Ze is al betaald, ja ze is al betaald. Het fout geadresseerde pakketje wordt binnen een week bij haar terugbezorgd.’
‘Bij wie? Bij de au pair?’, vraag ik.
‘Nee, bij Iris natuurlijk’, reageert hij fel. In zijn ogen zie ik nu ineens een agressieve blik.
Alsof hij zich niet bewust is van zijn uitval vervolgt hij ‘het pakketje wordt terugbezorgd. Dan weet ze waar ze zijn’.
Vreemd en in de war
Ik kijk Jeroen aan. Hij kijkt terug en glimlacht opnieuw. Er klopt iets niet, realiseer ik me. Hij is in de war. Maar is dat vreemd.
Ik denk aan hoe ik zelf was na het beëindigen van een relatie. Dan liep ik ook met mijn ziel onder mijn arm. Ik verweet het haar, ik verweet het mezelf en mijn schuldgevoel over het mislukken zweefde daar tussendoor. Ik wist met mezelf geen raad. En als de breuk echt heftig was sprak ik er dagen of zelfs weken later nog over, soms goed, soms slecht. Als mijn vrienden na een paar dagen hadden aangegeven dat ze vonden dat ik mijn leven maar weer eens moest oppakken, dan sprak ik desnoods met vreemden over mijn verdriet en het gemis.
Ik kijk hem nog even aan en sta op. ‘Het was leuk je weer eens te zien en spreken’, spreek ik de plichtmatige, gangbare afscheidswoorden. Ik geef Jeroen een hand. Als ik de Hema uitloop kijk ik nog even achterom. Hij zit er nog en staart weer naar de muur. Dwars door me heenkijkend… als ik er nog had gezeten.
Het gesprek, terugkijkend
Als ik enkele weken later in de kranten lees wat er mogelijk is gebeurd, denk ik terug aan het laatste gesprek. De politie beschrijft het dwaalspoor. Het komt bedacht over, als een dwaalspoor bij een plan. Niet de route van iemand die emotioneel in de knoop zit. Af en toe zichtbaar op camera’s toont hij gedeeltes van de route, zodat deze kan worden geanalyseerd. Vanuit Zeist naar het zuiden en dan terug langs de Duitse grens, om de suggestie te wekken dat de kinderen daar mogelijk zijn.
Ik denk aan wat Jeroen zei over de au pair, de camping en het terug te bezorgen pakketje. Zijn de kinderen ergens achtergelaten op een camping, onder toezicht van een buitenlandse au pair, een vrouw die dan ongetwijfeld het Nederlandse nieuws niet volgt of kan volgen. En het pakketje, bevat dat de oplossing. Zit daarin het adres dat voor de moeder, na een week van twijfel en verdriet, een einde maakt aan de vermissing. Ach nee, het lijkt te mooi om waar te zijn. Het lijkt de wens, die de vader van de gedachte is.
Het laatste gesprek is verzonnen
Bovenstaande verhaal over het laatste gesprek is verzonnen. De ingrediënten werden aangedragen tijdens een gesprek met vrienden. Maar hoe gek kan de werkelijkheid zijn. Hoe gek is de werkelijkheid. Gekker dan de meeste verhalenvertellers en scenarioschrijvers kunnen bedenken, zoals gezegd. Dat denk je helemaal wanneer je sommige berichten leest. Zoals de complottheorie op de website van klokkenluiders, waar de zelfmoord van Jeroen Denis in twijfel wordt getrokken.
Meer informatie en websites
- de tijdlijn van de vermissing op de site van Hart voor Nederland
- de facebook-pagina die is gemaakt voor Iris, de moeder van Ruben en Julian
- het condoleanceregister online voor Jeroen Denis
- het eerste politiebericht over de vermissing
- Uitgebreide informatie (zie ook ‘gerelateerde berichten’) op de website van RTV Utrecht
- Zie ook het bericht ‘Zelfmoord bij de Belastingdienst‘
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Insecten eten, dat is wat de VN wilNieuwer: Ondu pinhole, een houten fotocamera »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.
EN ZO KOMEN VERHALEN DE WERELD IN HE??!!
Walgelijk verhaal en nog walgelijker om dit hier te publiceren.
Schouderklopje hoor, je denkt niet aan de nabestaanden van Jeroen Denis he, nee als jij maar met een onsmakelijk verhaaltje kan komen, dat is meer waard dan de gevoelens van andere mensen.
Zielige stumper!
Wat een akelig rot verhaal zit je op te hangen over Jeroen Denis. Ik vind het schandalig dat je iemand die geen weerwoord heeft zo de grond in trapt.
Wat denk je hiermee te bereiken? Dat mensen jouw mening gaan delen? Nou ik niet! Ik geloof in de onschuld van Jeroen! Hij is beschuldigd van heel veel dingen maar bewijs maar eens dat het zo is….kom maar op!
Het siert je dat je reacties toelaat. Oké het is een fictief stukje, en het maakt wat los. Hiervoor ben ik je als vreemde wel dankbaar. Wat tegengas op je eigen stukje, wellicht nog een stukje schrijven, over de zg perfecte zelfmoord, met daarin in de hoofdrol, een van zijn exvriendinnen, die een affaire heeft met opa van der schuit?
Misschien een idee voor onze verhalenverteller om een mooi verhaal te maken met deze vragenlijst??
http://gezinsdramas.forum2go.nl/meer-dan-100-vragen-t14.html
Genoeg ingrediënten om wat “verschillende smaken” koeken te bakken!
Stumperd. Kom dan spreken we samen af in het doornse gat.