Therese

Thérèse, de moord en de zelfdoding

Gisterenochtend las ik in het stadscafé aan het Janskerkhof mijn ochtendkrant. Even onthaasten buiten kantoor. Bij de dampende kop koffie bestelde ik een heerlijk stuk appelgebak om het schuldgevoel van de onverwachte kantoorspijbel weg te eten.

De vrouw

Stadscafé Broers aan het Janskerkhof waar ik Thérèse sprak

Interieur stadscafé Broers aan het Janskerkhof

Ineens zit ze tegenover me aan het tafeltje. ‘Ken je me nog?’ vraagt ze, terwijl ze me indringend aan kijkt. Natuurlijk ken ik die lichtgroene kattenogen, die rossige krullenkop en het bleke sproetige gezicht waarop ik in gedachten altijd een wrat mis. Het is de vrouw die mijn relatie ontwrichtte.

Medium noemde ze zich en mijn toenmalige vriendin nam al haar kletsverhalen voor waarheid aan. Als ik die verhalen met logica ontkrachtte was het huis te klein. Mijn onzekere vriendin wilde er niet van horen. Liever vertrouwde ze op de vage toekomstbeelden van de vrouw die nu voor me zat.

Thérèse

‘Thérèse, hoe is het met jou’, beantwoord ik haar vraag met ook een voor mijzelf verrassende opgewektheid. Wellicht vanuit een ‘no use crying over spilt milk’-gedachte heb ik het verleden achter me gelaten in de paar seconden voor ik haar vraag beantwoord.

‘Ik heb een afspraak in Utrecht en dacht nog even een kopje koffie’.

‘Gelijk heb je. Woon je nog steeds in Venlo?’, vraag ik meer omdat ik denk aan de mogelijk lange reis dan vanuit interesse in het leven van Thérèse.

Website

Ze wacht even met antwoorden en zegt dan ‘ja’ en vervolgt met ‘hé weet je dat ik je website regelmatig lees. Leuke, afwisselende berichten. Niet allemaal even goed, maar wel onderhoudend. Ik steek er altijd wat van op. Je zou er meer mee moeten doen’.

‘Dank je’, zeg ik als ik zie dat ze het meent, ’na zulke mooie woorden kan ik niet anders dan je een kop koffie aanbieden’.

‘Van één bericht heb ik lang wakker gelegen’, gaat Thérèse verder, ‘dat verhaal over het laatste gesprek met Jeroen Denis. Jongen, je wilt niet weten hoe dicht je bij de waarheid zat’.

‘Thérèse, je weet hoe ik over jouw hobby of, als je dat liever hoort, professie denk. Ik heb dat verhaal verzonnen, zoals jij je voorspellingen. Op dat moment was het een verhaal over wat een bijzondere ontknoping had kunnen zijn. Maar de jongens zijn dood, de vader is dood en de moeder… misschien pakt ze haar leven weer op. Spaar me je dromen, fantasieën of voor mijn part mediale voorspellingen.’

‘Ja maar’, probeert ze.

‘Nee niks ja maar’, onderbreek ik haar fel. ‘Vooraf vertel je onzinvoorspellingen en achteraf verdraai je de feiten om die onzin recht te breien.’

Schuld en onschuld

Na een korte pauze, waarbij we elkaar slechts aankijken, vervolg ik: ‘Achteraf blijken onschuldige gebeurtenissen ineens minder onschuldig, maar wordt vaak ook veel gewicht gelegd op dingen die werkelijk onschuldig zijn’.

‘Ok, ok’, reageert Thérèse, ‘dat verhaal van jou was lekker leesbaar, maar het heeft me ook een paar dagen wakker gehouden. Telkens zag ik weer het beeld van een mooie vrouw met lange lichtblonde krullen. Ik zag haar afwisselend met Jeroen of een oudere man bij een open boot. Wat me bezighield was dat die boot er niet bij hoorde, alsof dat alleen maar een symbool was. En wat was de relatie tussen die drie mensen.’

‘Thérèse’, probeer ik haar te onderbreken.

Ze maant me met haar armen even geduld te hebben. ‘Er was ook dat pakje dat je noemt in je verhaal. Dat zag ik al voor je er over schreef. Ja, mij hield die zaak natuurlijk ook bezig. Dat pakje wisselde steeds van eigenaar. Dan had die blonde het, dan weer Jeroen of die oude man.’

Tevreden stellen

Ik drink mijn kopje koffie leeg. ‘Thérèse ophouden nu. De jongens zijn gevonden. Daarna werd het direct stil in de media en in Nederland. Er zal vast veel meer achter zitten. Maar de waarheid zullen we nooit weten. Hooguit krijgen we ooit een verdraaide waarheid te horen om al die mensen tevreden te stellen die op forums hun honderden vragen uitwisselen’.

‘Ja maar’, probeert Thérèse wederom mijn betoog te onderbreken.

‘Nee, nee Thérèse, ophouden nu’. Ik leun voorover alsof ik een geheim met haar wil delen en fantaseer: ‘Die blonde vrouw heet Carla en ze is een ex-vriendin van Jeroen uit Geleen. In die omgeving had Jeroen meer vriendinnen. Met die oude man heeft ze ook iets gehad wat verder ging dan een gewone vriendschap. De open boot verwijst naar zijn naam. Hij heet schip of schuit. Dat pakketje dat telkens terugkomt in je fantasie bevat wiet, een lucratieve hobby van de drie partners. Die ouwe wordt ook wel Willem Wiet genoemd. Hij handelt er al jaren in met wisselend succes en hij is waarschijnlijk de kweker. Ze verdienden alle drie lekker bij met dat spul. Tot het te goed ging en de bedragen steeds groter werden. Toen kwam de gebruikelijke hebzucht, argwaan en dergelijke. Die leidde tot…’

Spook

Op dat moment wordt ik afgeleid door de gil van Thérèse. Met een rood verschrikt gezicht staat ze op, alsof ze is aangevallen. Haar stoel valt met veel lawaai op de grond. Mensen kijken onze kant op. Thérèse stamelt wat, maar ik versta haar niet. Ze kijkt me nog een keer aan met een blik alsof ze een spook heeft gezien en draait zich om. Met grote passen loopt ze naar de uitgang. Ik trek mijn wenkbrauwen op naar de man aan het tafeltje naast me, ten teken dat ik het ook niet begrijp. Want ik begrijp het echt niet. Het interesseert me ook niet.

‘Raar wijf’, denk ik en ik bestel nog een kop koffie.

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 6 juli 2013 door in de categorie 2013, Algemeen

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

2 thoughts on “Thérèse, de moord en de zelfdoding

  1. 1

    zo krijg je ze wel op de kast. 🙂

  2. Een moeder
    2

    Intrigerend verhaal…voor die gebakken koek…uhh…ik bedoel appeltaart.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *