Mijn mening en het oordeel
Taal moet leven, taal mag bewegen. Dat is mijn mening over taal. Ik houd er niet van om mensen te verbeteren bij onjuist taalgebruik.
Bij mensen van wie ik weet dat ze een talig beroep hebben (schrijver, leraar e.d.) vind ik het natuurlijk wel leuk te corrigeren. Overigens alleen als het nodig is of om een discussie uit te lokken. Daar worden beide partijen beter van, dus geef ik graag mijn mening.
Krijgen vs. hebben
Nuances in taal vind ik een leuk onderwerp. Iedereen kent waarschijnlijk het verschil tussen ‘dat heb ik gekregen’ en ‘dat heb ik gehad’.
Bij de eerste uitspraak is duidelijk iets overgedragen, terwijl bij de tweede de suggestie wordt gewekt dat je iets niet meer hebt.
Wie bij een verjaardag zegt ‘ik heb van hem een boek gehad’, kan de vraag verwachten ‘heb je dat boek niet meer?’ Een uitleg is te vinden op de site van de het taaladviesnet.
Zelfvertrouwen vs. zelfverzekerd
Een aantal jaren geleden had ik een discussie met mijn toenmalige vriendin over zelfverzekerdheid en zelfvertrouwen. Ze gebruikte het wordt zelfverzekerdheid te pas en te onpas; ook in situaties waar ik voor zelfvertrouwen zou kiezen. Volgens haar was er geen verschil tussen beide woorden. Door ons beider halsstarrigheid kwam ik erachter dat eigenwijs en dominant ook dicht bij elkaar kunnen liggen.
Er is naar mijn mening echter verschil tussen zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid. Zelfvertrouwen is iets dat van binnenuit komt. Een mens heeft door zijn ervaringen, kennis en dergelijke vertrouwen in zichzelf en straalt dat als zelfvertrouwen uit.
Wanneer iemand echter geen zelfvertrouwen heeft kan hij zich schijnbare zelfvertrouwen aanmeten. Het zijn de dingen die hij zichzelf wijsmaakt of de attributen waarmee hij zich omringt. Hij voelt zich daardoor goed. Maar het is buitenkant.
Voor een buitenstaander kan het er enigszins gelijk uit zien: rechte rug, schouders naar achteren. Maar dat doet niets af aan het verschil. Wie wat verder kijkt zal door een vernis van zelfverzekerdheid heen prikken. Dat kan bij zelfvertrouwen niet.
Mijn mening en het oordeel
Vorige week sprak ik met een tafelgenoot bij een diner over de nuance tussen oordelen en een mening hebben. Ze kunnen volgens mij synoniemen van elkaar zijn. Dat hangt echter af van de situatie en de invalshoek. Het verschil dat er naar mijn mening is toont dat taal en taalbeleving continu in beweging zijn.
Als je over een persoon oordeelt, en dat was waar ik het met de tafelgenoot over had, dan beschouwen we dat vaak als ongewenst en negatief. Bijbelvaste lezers denken direct aan Johannes 7:24, ‘oordeelt niet, opdat ge niet geoordeeld wordt’. Terwijl niemand er een probleem mee heeft als ik zeg dat ik mijn mening over iemand geef.
Ik denk dat het verschil er in zit dat een mening enige tijdelijkheid heeft. Als ik mijn mening over iemand geef, verwacht ik dat ik die later mag herzien. Ik geef mijn mening immers op basis van de informatie die ik heb. Als er later meer informatie komt, wil ik evenuteel mijn mening kunnen aanpassen.
Over iemand oordelen heeft veel meer iets definitiefs. Waar een mening iets luchtigs heeft, lijkt een oordeel te zijn gevormd door langere overdenking. Als je de beoordeling uitspreekt zou je bijna als de rijdende rechter kunnen besluiten met ‘dit is mijn oordeel, daar moet u het mee doen’.
Zie ook: De mening van een negentigjarige oom of ‘ik geloof weer in God‘
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.