Vulpennen, het schrift is zo mooi
Drie jaar geleden was ik bezig een huisstijl te ontwikkelen voor mijn broer. Na het bespreken van diverse logo voorstellen viel mijn oog op een krabbel op zijn bureau.
‘Dat is een paraaf dat ik al jaren gebruik’, vertelde mijn broer op mijn vraag wat het was.
‘Dus jouw klanten kennen dat?’, vroeg ik.
‘Ja, dat staat op allerlei stukken’.
‘Joh’, zei ik enthousiast,’dat is het mooiste logo dat je kunt hebben, herkenbaar en onderscheidend’.
Wat ik daarnaast vooral mooi vond was de inkt van de vulpen. Niet zo’n strakke kleurcode van een PMS-kleur, zoals gebruikt wordt in de grafische industrie. Maar de karakteristieke vloeiing van een vulpen, waarbij door drukverschillen op sommige plaatsen meer inkt zit dan elders.
Mijn verzameling vulpennen
Thuisgekomen zocht ik direct mijn vulpennen bij elkaar. Want in de loop van de tijd heb ik er een flink aantal gekregen. En een vulpen doe je niet weg, net zo min als je het mag uitlenen. Her en der lagen ze verspreid, de in onbruik geraakte vulpennen.
Eén voor een probeerde ik ze. De oude, rood gemêleerde Montblanc met het zuignapje achterop waarmee je de inkt uit een potje moest zuigen. En de nieuwere Montblanc, Waterman, Schaeffer, Parker en andere merken, met elk hun eigen inktpatronen. Ok, geen enkele vulpen wilde na al die tijd nog een behoorlijke inktlijn tevoorschijn brengen. Maar toch. Ik voelde een bepaalde gelukzaligheid bij het zien van de verzameling.
Zou het een afwijking zijn in de genen van luxe mannen, dacht ik, vulpennen, horloges en snelle auto’s. Elsevier geeft jaarlijks een stijlgids uit en steevast staan daar vulpennen in. En ook in andere stijlbladen voor mannen komen altijd vulpennen terug.
Meer vulpengebruik
Gisteren dacht ik terug aan mijn vulpennen. Want het was me de afgelopen week opgevallen dat ik weer meer mensen met een vulpen zag schrijven. Ik vroeg me af wie ik de afgelopen drie jaar met een vulpen had zien schrijven en of het er echt meer werden. Drie notarissen, twee advocaten en mijn broer, alle zes alleen bij het ondertekenen van stukken. Rik Felderhof maakt er aantekeningen mee in zijn schriftje. Mijn oud-collega Frans Stalenhoef schrijft zijn brieven met een vulpen.
Bij het geleidelijk terugkomen naar het heden zag ik de voorbeelden groeien, maar er was een duidelijk verschil. Sommigen gebruikten de vulpen alleen voor ondertekening, het persoonlijk maken van een getypt document. Anderen schreven er hun brieven en andere teksten mee.
Hergebruik vulpennen
Ik plaatste een inktpatroon uit het doosje dat ik drie jaar geleden vond bij een vulpen in de Montblanc en begon lijnen te trekken. Na wat inktloze strepen verscheen geleidelijk steeds meer inkt tot er uiteindelijk een mooie lijn stond. Een lijn die, afhankelijk van mijn vingerdruk op de pen, van lichtblauw naar kobalt kleurde.
Maar toen het schrijven. Na jaren te hebben getypt is mijn schrijfmotoriek hevig aangetast. Dat merkte ik al enkele keren bij het invullen van een formulier. Soms kon ik zelfs mijn eigen handschrift later niet meer lezen. De oorzaak daarvan lag volgens mij in de haast. Je kunt heel snel typen, hield ik mezelf voor, maar als je weer wilt schrijven met een vulpen moet je jezelf tot rust manen.
En dus leer ik nu weer schrijven. Want een tekst met een vulpen, het is zó mooi.
Ik schrijf af en toe. En als ik het volhoud, mijn schrijflessen blijf doen, dan doe ik mezelf een vulpen cadeau. Een Montblanc, die ik vanzelfsprekend ga uitzoeken in de zaak met het grootste assortiment: P.W. Akkerman in Den Haag.
Lees ook het bericht ‘Bart Makken of ‘groot aantal, maakt minder bijzonder‘
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Rob, de metselende clownNieuwer: Aangepast logo Gemeente Amsterdam »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.