De ondernemer en de oplichter
Amerikanen kunnen het mooi kort zeggen, “do the hustle”. Het betekent zoiets als, maakt niet uit wat je doet, doe alles wat nodig is om geld te verdienen, ook al is het sex, drugs en rock ’n roll.
“Do the hustle”, het is de titel van een column van James Surowiecki, redacteur van de financiële pagina van The New Yorker. Ik lig wat achter met zijn columns. In deze van januari legt hij een verband tussen de ondernemer en de oplichter. Wel aardig en een leuk inkijkje in Amerika. The New Yorker is een tijdschrift met veel verhalen over New York, maar ook veel korte, makkelijk leesbare, artikelen over cultuur, hypes en dergelijke.
De oplichter
De oplichter is een hebberige venter die ons dromen verkoopt die nooit uitkomen. Amerikanen hebben een zwak voor hem. Getuige het huidige succes van ‘The Wolf of Wall Street’ en ‘American Hustle’, films die de kunst van het zwendelen vieren. Levend tussen twee bubbels, waarin investeerders en huiseigenaren zijn gedupeerd door zoete visioenen. Het heeft onze lust niet verminderd te kijken naar Christian Bale, die iedereen belazerd die hij tegenkomt, inclusief FBI agenten, en Leonardo DiCaprio die hypnotiserende wijze waardeloze aandelen verkoopt.
Het is altijd zo geweest. De uitdrukking ‘confidence man‘ (vertrouwendwekkende man) werd in 1849 gepopulariseerd in een artikel in de New York Herald. Daarin werd de arrestatie beschreven van William Thompson, een man die werd omschreven als ‘een deftige verschijning, die maandenlang op de een of andere manier vreemden ervan wist te overtuigen hem te vertrouwen door hun horloges af te geven voor een dag’. Onnodig te zeggen dat ze de horloges nooit terugkregen. Kort na het artikel kwam er een toneelstuk met de titel ‘the Confidence Man’, waarna de nog levende Thompson ging opscheppen dat hij ‘een groot man was in de ogen van de wereld’.
Antiheld
In de jaren die volgden werd de ‘con artist’ een klassieke Amerikaanse antiheld. Het merkwaardig is, schrijft Walter A. McDougall, dat in plaats van het verachten van de oplichter als parasiet of erger, de Amerikaanse popcultuur ze gewoonlijke viert als komische figuren. Denk aan de films van WC Fields en de Marx Brothers, denk aan ‘The Sting’ en ‘Dirty Rotten Scoundrels’. Zelfs sombere voorstellingen, zoals David Mamets, laten ons de behendigheid bewonderen waarmee oplichters mensen hun geld afhandig maken.
Het lijkt erop dat oplichters, ondanks al hun ondeugden, veel deugden vertegenwoordigen waar Amerikanen naar streven. Oplichters zijn onafhankelijk en typisch selfmade. Ze hoeven niet te buigen voor een baas – geen kleinigheid in een land waar mensen er altijd naar verlangen iets voor zichzelf te doen. Ze slagen of falen op basis van hun verstand.
Ze illustreren, kortom, de ingewikkelde aard van het Amerikaanse kapitalisme, dat, zoals McDougall stelt, afhankelijk is van ‘hustlers’ (zie boven) in zowel positieve als negatieve zin. De Amerikaanse economie is niet alleen gebouwd op goede ideeën en hard werken. Het werd ook gebouwd op hoop en hype .
Amerikaanse spoorwegen
Met name in de negentiende eeuw was de grens tussen boef en zakenman wazig. Neem het ontstaan van de Amerikaanse spoorwegen, die zowel industrialisatie stimuleerde als de basis heeft gelegd voor een echt nationale economie.
Toen de Central Pacific Railroad (de westelijke uitloper van de transcontinentale spoorweg) werd gebouwd, zette de vier mannen die het begonnen, waaronder Leland Stanford, een extern bouwbedrijf op waarvan zij de enige aandeelhouders waren. Ze gebruikten dat bedrijf om de Central voor tientallen miljoenen dollars meerkosten in rekening te brengen.
Het bouwen van de Union Pacific Railroad leidde tot dezelfde soort van zelfverrijking waarbij financiers als Jay Gould enorme bedragen verdiende met duistere voorraadoverzichten en dubieuze overnames. Het resultaat waren de grootste verliezen voor beleggers en enorme fortuinen voor de hustlers.
In de twintigste eeuw werd de relatie tussen handel en oplichting artisticiteit subtieler. Vergeet even de extreme uitzonderingen, de rasechte oplichters als Charles Ponzi, Bernard Madoff en de lange geschiedenis van twijfelachtig gedrag op Wall Street.
Ondernemers hebben vaardigheden die erg veel lijken op die van de oplichters . Om geld in te zamelen om een bedrijf te starten of een product op de markt te brengen, hebben zij een ingebeelde toekomst, ze moeten een droom verkopen. Voordat hij kon beginnen met de bouw van een enkele auto moest Henry Ford zijn belangrijke leverancier overtuigen.
De socioloog Alex Preda schrijft: ‘Talent voor overtuiging is de sleutel, immers, het publiek moet worden overtuigd om een deel met hun geld te investeren op basis van de eenvoudige belofte dat een idee winst zal opleveren in de toekomst’.
Voor succesvol ondernemen heb je hucksterisme nodig, verkopen door een beetje agressieve overtuigingskracht. Je moet investeerders en werknemers ervan overtuigen dat ze hun geld, hun tijd en hun werk moeten inzetten om jouw ideeën waar te maken. Net als een oplichter moet de ondernemer daarbij leuren met optimisme.
Zoals Mel Weinberg, die model stond voor Bale in ‘American Hustle’ het zegt in Robert Greene ’s boek ‘The Sting Man’, ‘Het is mijn filosofie om hoop te geven. … Dat is waarom de meeste mensen niet naar de politie gaan. Ze houden de hoop dat ons verhaal echt is, de droom gaat uitkomen’.
Steve Jobs
In een dynamische economie is het essentieel dat mensen geloven in onbekende en vaak onwaarschijnlijke toekomstbeelden. De grootste zakelijke icoon van onze tijd, Steve Jobs, was legendarisch om zijn Reality Distortion Field, zoals Bud_Tribble, vice president van Apple, het noemde. Het was Jobs vaardigheid in een mix van charme, charisma, bravoer, overtuiging en dergelijke zichzelf en anderen te overtuigen dat onwaarschijnlijke uitkomsten niet alleen mogelijk waren, maar zelfs zekerheid.
Jobs repeteerde zijn publieke presentaties eindeloos en hij paste zijn scripts daarbij telkens aan voor een maximaal effect. Het zijn allemaal zaken die rechtstreeks uit het handboek van de con artist komen. Dat geldt ook voor het gevoel van overtuiging dat hij toonde. In de woorden van Weinberg, ‘Voordat je een deal kunt verkopen moet je de deal leven. Je moet er in geloven, want als je er zelf niet in gelooft, kun je niet verkopen’.
Natuurlijk. Het fundamentele verschil tussen ondernemers en oplichters is dat oplichters uiteindelijk weten dat de fantasieën die ze verkopen leugens zijn. Steve Jobs heeft zijn fantasieën vaak genoeg zien uitkomen.
Toch ligt in die niet-kwantificeerbare melange van risico, hoop en hype zowel de formule waarmee de kapitalist de wereld transformeert als de list waarmee de oplichter andermans geld in zijn eigen zakken laat verdwijnen. Misschien is er een reden waarom er wordt gesproken over de Amerikaanse Droom.

Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.