Waardebepaling van aandelen en antiek
Vorige week sprak ik met Rob, een vriend, over aandelen en opties. We hadden een discussie over de waardebepaling van een aandeel. Ik zal niemand hier vermoeien met ons twistgesprek over de relevantie van koers-/winstverhouding. Dat is de verhouding tussen de prijs van een aandeel en de winst van een bedrijf die vaak wordt gebruikt bij de waardebepaling. En dan vooral bij de verdediging daarvan.
De discussie deed me denken aan een voorval uit mijn jeugd. En die is wel leuk om hier te delen.
De jeugdherinnering over waardebepaling
Zoals ik vertel in mijn biografie was mijn ouderlijk huis een middeleeuwse woning binnen de singels van Utrecht. Mijn ouders waren continu aan het renoveren en verbouwen. Als ze klaar waren in het achterhuis dan begonnen aannemers in het voorhuis alweer met de volgende aanpassingen.
Tijdens een verbouwing aan de voorkant in het benedenhuis plaatsvond, werden op een gegeven moment een aantal gipsplaten verwijderd in een gang. Daarachter kwamen ouderwetse tegeltjes tevoorschijn, van die Delfts blauwe met vier identieke klavertjes in de hoeken en bij enkele tegeltjes met een afbeelding.
Zichtbaar voor antiquairs
Door een raam kon je de tegelwand, vanuit een zekere hoek, vanaf de straat zien. Een aantal keren belden antiquairs aan met de vraag of ze de tegels van dichtbij mochten bekijken. Ze gaven allerlei informatie. Zo vertelden ze hoe de tegels het best konden worden verwijderd zonder ze te beschadigen, dat je aan het glazuur kon zien dat ze echt heel oud waren en wat ze ongeveer waard waren. De laagst genoemde waarde was zeven gulden.
Mijn vader hoorde het aan, begeleidde elke antiquair vriendelijk terug naar de deur en haalde zijn schouders op. Maar ik had telkens mijn berekening al gemaakt. De gang was twaalf meter en het waren ruim 700 tegeltjes. Toen ik mijn vader erover aansprak zei hij “ga je gaan maar, die tegeltjes moeten er toch af. De opbrengst mag je houden. Maar verwacht er niet te veel van”.
Antieke tegeltjes verwijderen
Met een papje van karnemelk haalde ik de tegeltjes voorzichtig van de muur en stapelde ze op. Na drie dagen zwoegen ging ik, als jochie van tien, naar één van de antiquairs. “Ik heb verteld wat ze waard zijn”, zei deze,”niet dat ik het er voor wilde betalen of dat ik ze überhaupt wilde kopen”.
De volgende bood een dubbeltje per tegel, waarschijnlijk voornamelijk uit medelijden. Teleurgesteld sloeg ik een paar dagen na mijn arbeidsintensieve klus de tegeltjes stuk.
Toch een positief einde
Daarbij hielde ik vijftig tegeltjes achter voor een neef. De rest bracht ik naar de container die een aannemer voor een volgende verbouwing had neergezet.
De neef metselde een aantal van de tegeltjes op een plateau dat hij onder een antieke kachel plaatste. Ernaast stond een stoel van Gerrit Rietveld. In de eerste tijd dacht ik telkens als ik bij die neef was, kijkend naar dat fraaie antieke hoekje, aan de antiquairs en de relativiteit van waardebepaling.
Zie ook het bericht ‘waarde van een e-book en waardebesef‘ of ‘waardecreatie door verandering van mentaliteit‘
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Help, een CyberaanvalNieuwer: Digitale advertenties geven verwarring »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.