- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Ziektebestrijding volgens het poldermodel

Dit is een vervolg op het bericht van gisteren ‘Het dorp Cabteria uitgemoord

Nederlanders zijn bijzonder vertrouwd met het poldermodel. Omliggende landen waren zelfs enige tijd afgunstig om de wijze waarop problemen hier in onderling overleg werden aangepakt. Door samenwerking en met uitwisseling van ideeën, krachten en machten spraken verschillende partijen met elkaar met het oog op het belang van alle betrokkenen.

Bij ziektebestrijding volgens het poldermodel werken goede bacteriën en mensen samen. Niet alleen om acute problemen op te lossen, zoals wanneer een ziekte is geconstateerd, maar ook om vervelende situaties te voorkomen.

Het is al bewezen dat de goede bacteriën willen helpen hun kwaadwillende soortgenootjes te verdrijven. De mensheid mag zelf een werkbare vorm zoeken. Het is in het belang van de mens dat de samenwerking slaagt. Want de toekomst van de mens staat op het spel. Niet die van de bacterie, want die zullen altijd overleven.

In tegenstelling tot de mens kennen bacteriën geen hiërarchie. Ze hebben geen leider. In gezamenlijkheid zijn ze echter wel in staat om de slechteriken in hun kolonie aan te pakken en daarmee ziekte, bederf, vervuiling en dergelijke in de leefomgeving van de mens te bestrijden. Maar dat vergt enige uitleg.

De bacteriële leefgemeenschap

De meerderheid van de bacteriën is van goede wil. Ze helpen de mens bij de spijsvertering, bij het maken van diverse voedingsproducten (kaas, wijn, brood en nog veel meer) en bij het verwijderen van afval (GFT-afval, dode huidcellen etc.). Net als in de mensenwereld krijgt de slechte minderheid de meeste aandacht. De kwaadwillende bacteriën houden zich onder andere bezig met ziekte (verkoudheid, ontstekingen) en andere overlast veroorzakende activiteiten (bijv. voedselbederf). Ze doen dat overigens niet alleen bij de mens, maar ook bij alle andere levende organismen. Bacteriën zijn nu eenmaal overal.

De 3 V’s voor een prettig leven

Evenals mensen hebben bacteriën drie dingen nodig om te kunnen leven: voeding, vloeistof (vocht) en een gevoel van veiligheid. Wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan is het goed toeven in een bacteriële gemeenschap, ook wel biofilm genoemd. In zo’n biofilm leven allerlei bacteriën samen, die evenals mensen verschillend zijn. Waar mensen onderscheid maken in ras, vaardigheid, schoolopleiding, sociale achtergrond en allerlei andere verschillen, zo maakt de bacteriegemeenschap bijvoorbeeld onderscheid naar vorm (staaf-, bol-, spiraalbacterie en andere vormen), voorkeur voor temperatuur, zuurgraad van de omgeving, werkzaamheden en dergelijke.

De huisvesting in zo’n biofilm is goed geregeld. Er wordt altijd voor gezorgd dat er ruimte is voor nieuwe bacteriën. Een gemiddelde biofilm, bacteriegemeenschap, bestaat uit een groot aantal goede bacteriën, een aantal slechte bacteriën en een aantal lege plekken. Doordat de levensduur van een bacterie slechts enkele dagen is, is er sprake van continue vernieuwing in een biofilm.

Reinigen en ontsmetten

Wanneer de mens niets doet is er dus een natuurlijk evenwicht in de bacteriegemeenschap. Maar de mens vond dat ze last heeft van de slechte bacteriën. Er kwamen antibiotica, meer aandacht voor hygiëne en andere dingen om de omgeving te reinigen en te ontsmetten. Bij reinigen werd vuil verwijderd, en daarmee bacteriën, van een oppervlak (tafel, huid of badkamertegels). Ontsmetten was gericht op het doden van alle bacteriën. In beide gevallen werd gebruik gemaakt van chemische stoffen in verschillende samenstelling.

Resistentie

Zoals in het vorige bericht gemeld zijn bacteriën miljarden jaren ouder dan de mens. Ze hebben veel meer ervaring op aarde dan de mens. Ze hebben geleerd zich aan te passen aan een continue veranderende omgeving. Relatief snel, want wat is minder dan honderd jaar op miljoenen jaren, hebben bacteriën een manier gevonden om de werking van chemische reiniging- en ontsmettingsmiddelen te weerstaan. We zeggen dat ze resistent zijn geworden.

Dat wil niet zeggen dat bij ontsmetting geen bacteriën worden gedood. Nog steeds gaan de meesten dood, maar er blijven er ook velen overleven. Deze gaan zich al snel weer vermenigvuldigen. Na de ontsmetting is de omgeving daarvoor ideaal. Er is immers meer ruimte, voedsel (de dode bacteriën), vocht (van de schoonmaak) en veiligheid (tot de volgende wasbeurt).

Vervelend voor de mens is dat het vooral de agressievere, slechte bacteriën zijn die overleven en ook in de bacteriegemeenschap geldt ‘survival of the fittest’. Naarmate de biofilm weer groeit zal deze geleidelijk uit steeds meer bacteriën bestaan die chemische aanvallen overleven. Na enkele schoonmaakbeurten is de verhouding goede en slechte bacteriën in de biofilm veranderd, in het nadeel van de mens.

En dan heb ik het hierboven alleen over schoonmaak. Maar in de titel staat ziektebestrijding. Wat te denken van ontstekingen veroorzaakt door bacteriën? Bij een blaasontsteking, longontsteking, tuberculose, HIV en vele andere ziektes van de mens werken veel antibiotica niet meer of steeds minder. Aan ziektes die we enkele jaren onder controle leken te hebben, sterven nu jaarlijks weer vele mensen. En ook in de dierenwereld, denk aan de veeteelt, nemen de dodelijke gevolgen van resistentie snel toe.

Oplossing

De methode die de goede bacteriën aandragen is eenvoudig. In analogie met het dorp Cabeteria in het bericht van gisteren, gooi geen bommen, maar stuur een paar stevige ME’ers. Met die goede ME-bacteriën worden de slechte bacteriën verdreven of gedood en komt de biofilm weer tot rust. De goede bacteriën kunnen hun goede werk voor de mens vervolgen.

Zo eenvoudig is het. De wetenschap heeft inmiddels ontdekt dat het niet eens van die stevige ME-bacteriën hoeven te zijn. Gewoon een overschot aan goed gezinde bacteriën geeft voldoende ondersteuning de slechteriken te verdrijven.

En nu maar wachten…

De oplossing is dus eenvoudig. De goede bacteriën willen meewerken. Maar nu is het aan de mens zelf. Want de lobby van anti-biotica farmaceuten is groot, er staat voor hen te veel op het spel. De schoonmaakbedrijven zijn te conservatief. En de ziekenhuishygiëniste te bang dat ze wordt nagewezen met de opmerking dat ze al die tijd verkeerd bezig was.

In Amerika en andere landen is de resistentie, met name in ziekenhuizen en de voedselindustrie, al een groot probleem. Hoe lang duurt het voor het probleem van hogerhand wordt opgepakt en in plaats van met antibiotica met probiotica wordt gewerkt.

Nog een interessant voordeel van probiotische producten, ze bevatten geen schadelijke zuren en chemicaliën. Dat is goed voor het milieu. De probiotische schoonmaakmiddelen kun je zelfs drinken zonder dat het gezondheidsproblemen geeft. Die kunnen dus gewoon weer onderin het keukenkastje.

Meer informatie

: