In mijn ‘dagboek’ staan diverse aantekeningen van voorvallen met Henk. Hij was een buurtgenoot bij mijn ouderlijk huis. Mijn broertjes en ik maakten regelmatig situaties met Henk mee waarbij we ons verwonderden over de logica van Henk. Hieronder enkele voorbeelden, waarbij ook het typische taalgebruik van Henk is meegenomen.

De grote, zware doos

Henk is altijd bezig met zijn auto. Als er maar iets mee is, je moet er niet aan denken. Hij zegt altijd, ‘Als er gvd iemand aan mijn auto zit, dan vermoord ik hem’. Maar laatst kwam ik terug van de bakker. Omdat het nogal veel was, hadden ze de bestelling in een doos gedaan. Ik zie Henk bij zijn auto staan en loop naar hem toe. Hij is een spiegeltje aan het monteren. Ik zet de grote, zware doos op de motorkap van zijn auto om mezelf even te ontlasten. Maar daardoor had hij van binnenuit geen zicht op die spiegel, dus vraagt hij ‘zou je misschien die doos wat kunnen opschuiven’.

Het regenwonder

‘Zie je die regendruppeltjes op mijn auto?’, vraagt Henk als ik voorbij loop, ‘als die opdrogen wordt het allemaal zand’.
‘Dat vind ik knap’, reageer ik.
‘Ja, je gelooft het niet. Die regen wordt zand en als je dan gaat wrijven krijg je allemaal krassen’.
‘Nou, dan mag je die regen er wel gauw afspoelen’.

Een dubbele carburateur

‘Er zitten twee carburateurs in’, zegt Henk.
‘Een dubbele’
‘Ja, dat ding rijdt hard joh, en hij zuipt. Als ik nou 120 rijd, dan rijd ik gratis. En als ik nou 140 rijd, dan gaat die andere carborateur ook werken’.

Een ruime Datsun

‘Hij is wel ruimer dan die Datsun’, zeg ik als ik de nieuwe auto van Henk bekijk.
‘Nee, die Datsun was veel langer’.
‘Hij was wel langer, maar deze is ruimer’.
‘Ja, maar het is wel wennen’.

Het gaat niet regenen

‘Het gaat vannacht niet regenen’, zegt Henk me.
‘Hoe weet je dat?’, vraag ik.
‘Nou, dat zie ik aan de lucht, dan zitten er allemaal sterretjes in’.
‘Die sterren zijn er altijd’.
‘Ja, maar nou zitten er allemaal sterretjes in, en weet je wat dat bedoelt?’.
‘Nou?’
‘Dat we vannacht droog blijft’.

Nieuwe auto

‘Hé Henk, die wagen die staat hier nou al een tijdje’, zeg ik half vragend.
‘Ja, die heb ik geleend van een vriend’.
‘En wat is er dan met je eigen auto’.
‘Die heb ik verkocht en toen heb ik deze gekocht’.

Bumperkosten

Henk’s voorbumper is beschadigd. Hij heeft hem geplamuurd en hoeft hem alleen nog te schilderen. ‘Een nieuwe kost toch gauw 500 tot 600 gulden’, vertelt hij me, ‘en nu schilder ik hem als het mooi weer is voor 100 gulden, steek ik mooi 600 gulden in mijn zak’.