Rare vragen en halve antwoorden

Rare vragenEen paar weken geleden startte Bert den Hartog een discussie op Linkedin die ik voor dit bericht maar even schaar onder rare vragen. Zijn discussie luidde, ‘waarom stellen we bepaalde vragen in de verleden tijd?’.

Op zijn blog schrijft hij ‘iedereen herkent dit denk ik wel: die vragen die worden gesteld in de verleden tijd, maar gaan over wat nu is. Wat was uw naam? Wat deed je ook al weer? Hoe oud was je? Wie wilde u spreken zei u?’. De lijst kan eenvoudig worden aangevuld met andere voorbeelden.

Rare vragen

Het lijken op zichzelf rare vragen, wat mede komt omdat ze uit hun context zijn gehaald. Bij zijn eerste voorbeeld zie ik al snel een telefoongesprek voor me. Het eerste wat ik de telefoniste vertelde was mijn naam, ‘met René van Maarsseveen, ik zou graag spreken met Eric Bakker’.

De receptioniste gaat op zoek, nadat ze me zei een moment te wachten. Ondertussen wordt er door anderen gebeld. Dan blijkt Eric in gesprek te zitten en vraagt zijn secretaresse aan de receptioniste wie ze aan de lijn heeft. De receptioniste komt terug bij mij met de vraag, ‘wat was uw naam?’, eventueel gevolgd door ‘ook al weer’.

Natuurlijk vind ik dat de receptioniste mijn naam had moeten onthouden of opschrijven. Maar ik kan situaties bedenken waarbij of waardoor dat niet mogelijk is.

Spel

Als het kan maak ik een spel van de antwoorden op rare vragen. Dan herhaal ik de vraag in de tegenwoordige tijd. Met een intonatie waaruit blijkt dat het grappig is bedoeld. ‘Ik heet nog steeds…’, zeg ik dan, of ‘ik wil Eric Bakker nog steeds spreken hoor…’.

De meeste receptionistes reageren aangenaam verrast op mijn reactie, die ze vast vaker krijgen.

Humor

Op de gesprekswending, zoals hierboven, waarbij anders op de vraag wordt gereageerd of zogenaamd de vraag verkeerd wordt begrepen is veel humor gebaseerd. Vooral bij moppen wordt dit verrassingseffect gebruikt, als aan het eind van het verhaaltje een onverwachte zinswending tot humor leidt. Of het verhaaltje in een andere context wordt gezet. De zinswending of de andere context is dan de clou. Een vriendin vertelde me:

Ik zag in de stad een vent lopen met een fiets. ‘Hé, dat lijkt de mijne wel’. Ik rende snel naar huis. Maar gelukkig, de mijne was in mijn tuin de haag aan het bijknippen. 

Andere rare vragen

Het gaat bij rare vragen niet alleen om vragen in de verleden tijd. Op een receptie stond ik met iemand te praten die me vroeg ‘waar zit je?’. Ik begreep dat hij mijn kantoorlocatie bedoelde, maar ik antwoordde ‘zit?, is sta hier naast je’. Het gaat vanzelfsprekend ook hier om de intonatie. Een grap kan een ijsbreker zijn wanneer een gesprek te voorspelbaar, serieus of onaangenaam wordt.

Koffie?

Een illustratief voorbeeld dat ik me herinner van de colleges Taalbeheersing van professor Willem Drop is die over koffie. Als ik met een collega in één ruimte zit, zegt hij ineens ‘Koffie?’. Ik begrijp dan dat hij het niet met mij over de termijnmarkt wil hebben of de arbeidsomstandigheden van Colombiaanse koffieboeren.

Met zijn ene woord zegt hij in de context van ons samenzijn ‘ik loop even naar de keuken en ga koffie halen, zal ik er voor jou ook een meenemen’. Hij verwacht een ‘ja’ of ‘nee’. Het wordt weer leuk als ik antwoord, ‘Goed dat je er over begint, ik wilde het nog even met je over de Braziliaans koffiemarkt hebben.’

In het college van Professor Drop ging het om de verkortingen die we kunnen gebruiken in de communicatie, als we weten dat de ander, vanuit de context, de niet uitgesproken woorden kan invullen.

Mogen betalen

Rare vragen vind ik ook de kunnen en mogen varianten die je nogal eens hoort in kroeg of restaurant Ik bedoel de man die vraagt aan de kelner, ‘kan ik betalen?’. Alsof die kelner weet of je genoeg geld bij je hebt… of je kunt betalen.

Of de vrouw die de bediende vraagt ‘mag ik betalen?’. Hoe groot denk je dat, nadat ze de consumpties heeft gebruikt, de kans is dat de bediende zegt ‘nee, mevrouw dat mag u niet?’.

Je kunt gewoon zeggen ‘ik wil afrekenen’. Het is een taalhanteringsvoorbeeld zoals hierboven, want de bediende begrijpt binnen de context van het restaurant dat hij het aantal consumpties moet optellen, noteren op een bonnetje, het bonnetje bij je moet brengen etc.

Laatste plek

Door een opmerking van een nichtje gisteren dacht ik weer aan de discussie van Bert den Hartog. Ze vertelde me dat iemand haar had gezegd ‘stom hè, op de laatste plek vond ik het’, toen iemand had gezocht naar een verloren voorwerp. ‘Dat is toch logisch’, zei mijn nichtje, ‘als je het hebt gevonden hoe je niet verder te zoeken en is de plek waar je het vond de laatste plek waar je zocht’.

Ander nichtje

Jaren geleden was er een ander nichtje, toen zes jaar, dat op de vraag van mijn opa ‘hoe oud ben je?’ antwoordde ‘ik ben niet oud, ik ben jong’.

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 8 maart 2015 door in de categorie 2015, Algemeen

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *