Gisteren vond ik een bestand met papegaai moppen dat ik ooit maakte. Het is was in de tijd dat ik enkele campagnes bedacht en maakte voor Holland Diervoeders.

Eén van de campagnes was een moppenboekje met kleurwedstrijd, dat werd geseald en geplakt op de pakken Puik specials. Ik had voor het boekje meerdere moppen omgebouwd naar een variant met konijn, cavia, rat en hamster.

Papegaai moppen

Kort na die succesvolle campagne gaf een vriend een tuinfeest. Ik wist dat hij gek was van zijn papegaai en de twee pauwen die hij in de tuin had lopen. Als extraatje naast een gewoon cadeau maakte ik voor hem een boekje met papegaai moppen. Gelukkig waren er al een flink aantal. Daardoor hoefde ik veel minder algemene moppen, bijvoorbeeld met een hond als onderwerp, om te bouwen naar papegaai moppen.

De langste mop

De langste mop was direct ook een maatschappelijke aanklacht. De boot van Noach, waarin een beetje gekunsteld ook een papegaai was verwerkt.

Noach in onze tijd

En God sprak tot Noach, “Over zes maanden ga ik het zo hard en lang laten regen dat de hele aarde bedekt zal zijn met water en alle slechte mensen zullen verdrinken. Maar ik wil dat enkele brave mensen het overleven en van elk levend wezen op aarde twee van elk geslacht. Ik beveel jou een Ark te bouwen.” En met een bliksemschicht leverde God de bouwtekeningen voor de Ark.

“Ok”, zei Noach, trillend van angst de blauwdrukken verfrommelend.

Zes maanden

“ZES MAANDEN EN HET ZAL GAAN REGENEN”, zei God nog eens luid, ”je begint snel met bouwen of je moet zwemmen voor een hele lange tijd”.

Zes maanden gaan voorbij en het begint te regenen zoals voorspeld. God zag Noach zitten in zijn voortuin, huilend en er was geen Ark te zien. “Noach”, schreeuwde de Heer, “Waar is de Ark?

“Vergeef me alstublieft,” smeekte Noach,”Ik heb echt mijn uiterste best gedaan, maar er waren te veel problemen. Eerst moest ik een bouwvergunning krijgen voor het Ark-project. En uw plannen werden niet goedgekeurd. Ik moest een architect huren en de plannen laten herschrijven. Daarna kwam ik in een discussie over het feit of de Ark een Sprinkler installatie nodig had. Toen begon mijn buurman te klagen dat ik de Ark in mij voortuin wilde maken, wat hem allerlei overlast zou bezorgen.

Toen ik al die problemen had overwonnen kreeg ik problemen met de levering van het hout. Er mochten geen bomen worden gekapt omdat het leven van de Gele Papegaai werd bedreigd. Ik moest de minister ervan overtuigen dat het hout juist nodig was om de papegaai te redden. Maar ik mocht zelfs geen papegaai vangen. Geen papegaaien dus.

Timmerlieden

De timmerlieden vormden een verbond en gingen staken. Ik moest onderhandelen met de FNV voordat iemand een hamer zou oppakken. Toen had ik een aantal timmerlieden, maar ik had nog steeds geen papegaai of ander dier. Dus begon ik dieren te verzamelen. Ik kreeg direct een dagvaarding van de dierenbescherming. Ze waren verbolgen over het feit dat ik slecht twee dieren per soort mee zou nemen, zoals u me had opgedragen. Toen ik de rechtszaak had gewonnen kwam de milieuorganisatie klagen over de gevolgen van de voorspelde wateroverlast. Ze hadden geen boodschap aan mijn tegenwerping dat ze geen recht hadden te beslissen over het handelen van de Allerhoogste.

Toen wilde een organisatie een overzicht van de verwachtte waterstroom. Ik gaf ze een globe. Ik ben nog in onderhandeling met Economische Zaken over het aantal WAO’ers dat meewerkt aan de Ark. De Belastingdienst is mijn bezit aan het berekenen. Ze beweren dat ik probeer de belasting te ontduiken door het land te verlaten. Ik heb net bericht gekregen van de overheid dat ik hen een soort belasting verschuldigd ben voor het gebruik van de Ark. Ik denk dat ik de Ark op zijn vroegst over vijf jaar klaar kan hebben.

De hemel klaarde op, de zon begon te schijnen en er verscheen een regenboog aan de horizon. Noach keek omhoog en vroeg: Wil dat zeggen dat u de aarde niet gaat vernielen?”

“Nee”, zei God, “dat heeft jullie overheid al gedaan.”

 De papegaai moppen

De tekst met ongeveer 25 papegaai moppen heb ik in een pdf-bestand gezet. Ok, nog eentje hier:

De postbode werkt in een nieuwe wijk. Hij komt bij een tuin met een bordje. Verbaast kijkt hij naar het bordje. “Kijk uit voor de papegaai”, staat erop. De postbode kijkt in de tuin en ziet verderop inderdaad een vrolijk gekleurde papegaai zitten. Hij glimlacht inwendig over het bordje en opent het hek. Hij loopt de tuin in tot vlak bij de papegaai. Deze kijkt hem enige tijd aan en roept dan hard, “Rex, aanvallen!”