Bevrijdingsdag
Het einde van de Tweede Wereldoorlog was ooit de oorsprong van Bevrijdingsdag, maar het ligt ver achter ons. Er zijn inmiddels zoveel meer mensen die WO II niet hebben meegemaakt. Daarom kijken we op Bevrijdingsdag tegenwoordig naar vrijheid, democratie en mensenrechten.
Toch blijken juist jongeren en anderen die de Wereldoorlog niet meemaakten geïnteresseerd in die bizarre vijf jaar in onze geschiedenis. Die vijf jaar dat we waren bezet door onze oosterburen.
Mijn ouders
Mijn ouders waren allebei tien toen de oorlog begon. Af en toe vertelden ze ons over die tijd als het te pas kwam in een gesprek of als we er naar vroegen.
Hun beleving van de oorlog was verschillend, maar ook weer niet zo heel veel verschillend.
Griekse hulp
Mijn vader had het als zoon van een slager niet slecht. Honger heeft hij nooit gekend. Natuurlijk waren er wel eens spannende momenten. Zoals die keer dat zijn vader werd opgepakt. Met meerdere andere mannen uit de buurt werd hij naar de kazerne gebracht die was ingericht aan de Wittevrouwenkade.
Mijn grootouders hadden de Griek Charilaos Chiotakis geholpen toen deze zich in 1935 in Utrecht had gevestigd. Regelmatig at Chiotakis mee en gaf mijn opa hem informatie over hoe je dingen in Nederland moest regelen.
Chiotakis had al enkele keren mensen kunnen helpen door bont als ruilmiddel te gebruiken. Nadat mijn grootvader was meegenomen ging hij naar de Duitse commandant. Kort daarna mocht mijn opa naar huis. Wat Chiotakis had gezegd of gedaan hield hij voor zichzelf.
Gezellig bij kaarslicht
Wat op mijn vader waarschijnlijk ook indruk had gemaakt, het was een terugkomend onderwerp, was de gezelligheid. ’s Avonds als de lichten uitmoesten klommen mijn vader en andere jongens en mannen over het dak naar de buren. Daar speelden ze kaart.
Meestal was het licht gewoon aan achter de met houten platen verduisterde ramen. Soms viel de elektriciteit uit, dan speelden ze bij kaarslicht. Dat gaf volgens mijn vader een bijzondere spanning aan de avonden.
Achterhuis
In het vreemd gebouwde huis gebruikten mijn broers en ik ruim na de oorlog nog enkele gevolgen van de oorlogsmaatregelen. Op twee plaatsen in huis waren kamers met muren verkleind. Daardoor konden vanaf een zolder, door een paar planken te verwijderen, spullen in een onzichtbare ruimte 4 bij 1 meter worden geplaatst.
In de oorlog stonden er fietsen en andere spullen die anders afgegeven moesten worden. Na de oorlog was het een ideale verstopplaats. Tot mijn broertje, die er zijn slaapkamer had, ouder werd en mijn vader tijdens een verbouwing van het achterhuis de muur liet verwijderen. Mijn broertje kreeg er 4 m3 slaapkamer bij.
Mijn moeder
Mijn moeder was de middelste van negen kinderen. Kort voor de oorlog was het gezin vanuit Bilthoven naar Utrecht verhuisd. Mijn opa vond het huis dat hij had gekocht aan de Parkstraat echter veel te groot. Ze verhuisden al na een paar maanden naar de nabijgelegen Kerkstraat. De kinderen waren nog aan het wennen aan hun nieuwe omgeving toen de oorlog uitbrak.
Poppetjes
‘Ik was tien toen de oorlog begon’, zegt mijn moeder als ik naar haar oorlogsbeleving vraag, ‘dan beleef je zoiets anders. Het was sowieso anders dan je bij tegenwoordige oorlogen ziet. De eerste Duitsers die ik zag in mijn leven kwamen de straat in gemarcheerd. Ze hadden poppetjes bij zich en gaven die aan mij, mijn zusters en andere kinderen in de straat’.
Naar school
Mijn moeder ging gewoon naar school tot 1944. Dan liep ze met enkele zusters van de Kerkstraat naar de Mulo op de Mariaplaats. Af en toe werden lessen, voornamelijk later in de oorlog, onderbroken. Dan werden bombardementen aangekondigd en moesten de leerlingen naar de schuilkelders.
Honger
Aan het eind van de oorlog werd de situatie bij mijn moeder vervelender, want er was weinig te eten thuis. Haar jongere broer was weliswaar een brutaal kereltje dat regelmatig brood jatte van Duitsers. Het was te weinig om een gezin te eten te geven. Met enkele van haar zusters werd mijn moeder naar het platteland gestuurd. Daar verbleven ze enkele weken bij verschillende gezinnen om aan te sterken.
Angst
In het begin van de oorlog was er even een angstig moment in het gezin. De vader van mijn moeder werd opgepakt omdat de Duitsers dachten dat hij een Jood was. Na een paar uur was hij echter weer thuis.
Zitten
We zijn er nooit voor gaan zitten. Hun belevenissen uit de oorlog werden door mijn ouders terloops verteld. Het waren flarden van gebeurtenissen. Verhalen van anderen stimuleerden hen soms eigen ervaringen te vertellen.
De verhaaltjes die ik ken zijn mijn herinneringen aan hun herinneringen. Meer zit er op een Bevrijdingsdag, zeventig jaar na de oorlog, niet in.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Varkevissers – wat voor vissers?Nieuwer: Afscheid van mijn WordPress thema »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.
ik reageer op je verhaal omdat ik me realiseer dat jouw moeder mijn moeder misschien wel gekend heeft.
Ook mijn moeder was 10 jaar oud toen de oorlog begon, ook zij heeft tijdens de oorlog op dezelfde Mulo aan de mariaplaats gezeten. Ze hebben elkaar misschien gekend omdat ze samen in dezelfde klas zaten. Mijn moeder kon de Mulo niet direct afmaken omdat er in het laatste oorlogsjaar geen treinen meer van Vleuten naar Utrecht reden vanwege de bombardementen. Ze heeft dit met vertraging na de oorlog afgemaakt. De leerlingen in Utrecht gingen wel naar school vertelde ze altijd .