Eenden in de tuin
Mijn moeder heeft eenden in de tuin. Bij eerdere bezoeken aan mijn moeder had ik er al eens enkele gezien. Gisteren zaten er twee eenden in de tuin, een mannetje en vrouwtje.
‘Ze lopen hier door de buurt’, vertelt mijn moeder, ‘soms gaan ze gewoon ergens op het trottoir liggen, maar meestal lopen ze een tuin in’.
Omlopen
‘Om van de straat in uw tuin te komen moeten ze wel een eindje omlopen’, zeg ik.
‘Hoe ze dat doen weet ik ook niet’, antwoordt mijn moeder, ‘ze zullen geen TomTom hebben, maar ze weten inmiddels waarschijnlijk wel dat ik brood strooi voor de vogels en er staat een waterbak’.
‘Het zal dus wel instinct zijn en als ze eenmaal zijn geweest hebben ze waarschijnlijk een ingebouwde TomTom’.
‘Er zitten ook wel andere eenden in de tuin. Die lopen hier ook door de buurt’, merkt mijn moeder op.
‘Ik heb eerder inderdaad wel eens een witte gezien’.
‘Klopt, die witte zal wel een vrouwtje zijn. Die is er altijd met twee mannetjes’, bevestigt mijn moeder, ‘deze twee zijn altijd samen’.
Gedomesticeerd
Ik doe de keukendeur open om een foto te maken van de eenden in de tuin. Ze kijken ongeïnteresseerd op. Ik maak me klein en sluip in hurkstand naar ze toe. Op enige afstand maak ik de eerste foto.
Ze blijven rustig zitten. Ik sluip dichterbij. Het mannetje staat op en loopt weg van de waterbak waar ze zojuist allebei nog lagen.
Met een omtrekkende beweging sluip ik dichterbij. Het mannetje blijft in mijn richting kijken, terwijl het vrouwtje rustig blijft liggen. Dan loopt het mannetje terug richting waterbak. Hij drinkt demonstratief uit de bak voordat hij weer gaat liggen.
Ik ben minder dan drie meter van ze verwijderd en ik maak nog een foto.
‘Ze zijn tam’, zeg ik als ik terug ben in de keuken, waar mijn moeder het tafereel heeft gadegeslagen.
‘Ja, die beesten zitten de hele dag in de omgeving van mensen. Die zijn, hoe heet dat, gedomesticeerd’.
‘Ze zijn banger voor hun soortgenoten dan van ons’, zeg ik, denkend aan de ‘huwelijkstrouw’ van een eendenkoppel. Ik heb weleens gehoord dat een stel elkaar voor de eeuwigheid kiest. Gaat er één dood, dan blijft de ander alleen. Soms sluit het zich aan bij een ander stel, als huisvriend of –vriendin.
Verkeersprobleem
‘Van verkeer moeten ze ook niets hebben. Naar links en rechts kijken is ze niet geleerd. Als je ze soms ziet oversteken houd je je hart vast’.
‘Ik heb eens laat op een donkere avond een botsing gehad met twee eenden. Het was in een bocht en ik zag ze pas toen ze niet meer te ontwijken waren. Bonk, bonk hoorde ik en ik dacht dat ik ze allebei had geraakt. Tien meter verderop kon ik mijn auto parkeren. Ik liep terug in de verwachting twee dode eenden aan te treffen. Maar er was niets meer te zien. Die beesten hebben waarschijnlijk ook een harde kop’.
‘Ik kan me herinneren dat je me dat vertelde’, reageert mijn moeder, ‘het is alweer een tijd geleden. Was dat niet in Lunetten toen je van een verjaardag kwam?’.
‘Ja inderdaad. Dat u dat nog weet. Met uw geheugen is niets mis’, antwoord ik, ‘het is inderdaad al een jaar of tien geleden’.
Vliegen
Mijn moeder kijkt door het keukenraam naar de twee eenden in de tuin. ‘Die beesten hebben het goed in de buurt. Wist je dat ze ook af en toe op de schuur van de buurman zitten. Dat gelooft niemand als ik het vertel, maar ze zitten er heus’.
‘Waarom zou iemand dat niet geloven. Eenden kunnen immers vliegen. Ze zullen er wel naartoe vliegen, twee meter springen zal ze niet lukken’.
‘Het zijn niet deze’, zegt ze terwijl ze nog eens naar de eenden kijkt. Dan draait ze zich om. ‘die beesten hebben het goed hier’.
Ik knik.
‘Tijd voor een kopje soep?’ vraagt mijn moeder.
Ik knik nogmaals en loop naar de woonkamer.
Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.