Klassieke computerspelletjes
In het vliegtuig terug uit New York vind ik een tijdschrift met klassieke computerspelletjes. ‘Retro Gamer’ heet het. Er staat geen datum van uitgifte op, alleen issue 141. Maar bij klassieke computerspelletjes maakt het niet uit, tenzij er toch actualiteiten zijn. Al na het doorbladeren van de eerste tien pagina’s ben ik terug in mijn jeugd.
Klassieke computerspelletjes
Ik was een jaar of zeventien. Een schoolvriend had een Commodore 64 met spelletjes. Het kan ook nog voor de Commodoretijd zijn geweest, maar veel van de spelletjes waren volgens mij nog op ASCII gebaseerd. Gekke mannetjes, opgebouwd uit plusjes, minnetjes, trema’s en groter/kleiner dan pijltjes, schoven over het scherm. Muren waren gemaakt van een rijtje =-tekens. Maar die klassieke computerspelletjes waren toen supermodern.
Eindeloos speelden we de spelletjes en we werden steeds vaardiger. Geleidelijk werden ook de spelletjes beter en kregen de personen en voorwerpen meer vorm. Met de komst van een Commodore 128 kocht de vriend een kleurenscherm.
Vergeten spelletje
Er was één spelletje waaraan we verslaafd waren. Tot diep in de nacht probeerden we onze score omhoog te krijgen of op zijn minst elkaar te verslaan. De details van dat spel kan ik me niet meer herinneren en dat maakt het moeilijk te achterhalen hoe het ook al weer heette.
Bij dat spelletje moest je snel vierkanten maken. Of je daarmee een vijand moest insluiten of dat het om snelheid en vaardigheid ging, weet ik niet meer. Wel dat we de pijltoetsen moesten gebruiken voor het voortbewegen van de te trekken lijn.
Plezier
Van andere spelletjes herinner ik me ook niet veel meer. Wel kijk ik terug naar het plezier dat we hadden en soms naar het schuldgevoel over de hoeveelheid tijd die we hadden gespeeld. Dat laatste voornamelijk als ik me ook tegenwoordig weer even in een verslavend spelletje verlies.
Oric
Wanneer ik afgelopen vrijdag bij vrienden het tijdschrift met klassieke computerspelletjes ter sprake breng ontstaat een gesprek over ons computerverleden. Jack vertelt dat hij ooit begonnen is met een Oric. Daarop kon je programmeren, vertelt hij en dat ging nog in machinetaal met eentjes en nulletjes. Hij was kort daarvoor gaan werken en hij overtuigde zijn werkgever te gaan automatiseren, in ieder geval in vergelijking met tegenwoordig een beetje.
Apple bouwpakket
Eric heeft ooit op het punt gestaan een zelfbouw Apple te kopen. Hij studeerde nog en het apparaat moest 2000 gulden kosten. Met weemoed denk hij er aan terug. ‘Als ik die toen had gekocht, was ik wellicht al veel eerder een Apple-fan geworden’, vertelt Eric, die anderhalf jaar geleden van Windows overstapte naar een Apple computer. ‘er waren er maar 200 van. Als ik hem daarna had bewaard had ik nu 150.000 euro kunnen ophalen. Voor dat bedrag is er een paar jaar geleden een verkocht’.
Sinclair
De grote man achter de naar hem genoemde computer was Clive Sinclair. In 1986 ontmoette ik hem tijdens een lunch die Mark, een Engelse vriend, had georganiseerd. We zaten met zijn vieren, er was ook een Londense vriend van Mark, aan een tafel in een drukke uitspanning even buiten Foxton. Ik herinner me vooral de mierzoete en felgekleurde gebakjes die er als lunch werden geserveerd. Over computers wilde Sinclair niet praten, hij was bezig met de uitvinding van een fiets.
Atari
Tom had een Atari. Hij wist nog diverse typenummers te noemen, maar het meeste plezier gehad hij van de 1040. Die heeft hij ook het langst gehad. Hij deed er spelletjes op, maar gebruikte hem ook voor zijn werk. ‘Het had in plaats van een amber of groen monochroom scherm, een grijs beeld. Dat was rustig. Ik zie nog het spreadsheet programma en de tekstverwerker voor me’, vertelt hij, ‘hebben we daar niet de tekst van het DAF filmpje op geschreven, René’. Inderdaad herinner ik me dat.
Philips 3105
Zelf gebruikte ik een Philips P2000, die mijn broer niet meer wilde. Mijn eerste PC was een Philips 3105, die ik kocht via een studenten PC-project van de Universiteit. Het ding kostte 4500 gulden en was daarmee de duurste computer die ik ooit had. Er zijn er vele gevolgd, maar het is de enige die ik heb bewaard.
Het had een 20MB harde schijf, een groen CGA/Hercules 14 inch diskette monochroom scherm en een dubbele floppydisk voor 3,5 inch en 5,25 diskettes. Het draaide met MSDOS 3.0 en 720KB intern geheugen, waarvan een deel werd gebruikt door het Operating System.
Allerlei merken
Zo vliegen de oude computernamen en fabrikanten over de tafel. Tandy, Radioshack, Amstrad, BBC. ‘Kennen we de Headstart nog van V&D’, vraagt Eric, ‘het blundertje van Maurice de Hond’. We knikken, dat verhaal kennen we nog wel. ‘Later heeft hij zich ook nog aan software en websites vergaloppeerd’.
Thuisgekomen blader ik nog wat door het tijdschrift en realiseer me dat onze herinnering niet helemaal klopt. Onze herinnering blijkt zich in verschillende perioden af te spelen. De één vertelde van een ervaring eind jaren zeventig, de ander had het over een computer die pas tien jaar later op de markt was. Wellicht toch een teken dat de actualiteit met iPads, snelle laptops, kortom onze huidige computeromgeving, ons het meest waardevol is en dat het computerverleden, de tijd van de klassieke computerspelletjes en dergelijke, voor ons niet meer is dan een moment van nostalgisch ingekleurde herinnering.
Vorige en volgende berichten
« Ouder: Adellijk blauw bloedNieuwer: Lampie en het Trajectum College »Een willekeurig bericht
Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.