- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Water drinken mythes

Water mythe

We worden al jaren misleid door onjuiste (om niet te zeggen frauduleuze) wetenschappelijke resultaten. Nog steeds hoor ik mensen dingen beweren over vetten, zout en dergelijke, die al lang zijn achterhaald door talrijk eerlijker onderzoek. Zo ook bij de fabels rondom water drinken.

Laat ik vooruit zeggen, water drinken kan geen kwaad. Ik vind water lekker. Het is neutraal, bevat geen suiker, geen calorieën en heeft zeker een functie in ons lichaam.

Water drinken

Water drinken is goed. De mythe bestaat uit de onzin die over te weinig water wordt verteld. Het risico van uitdroging, dehydratie, is namelijk lang zo groot niet als wordt gesuggereerd. Het is inmiddels bewezen dat uitdroging voor gezonde mensen in normale situaties geen gezondheidsproblemen oplevert.

Wanneer je bovenmatige lichamelijke inspanningen levert, waarbij je veel vocht verliest, ontstaat er pas een probleem. Dat is bij ongeveer 15% vochtverlies. Je kunt om zoveel vocht te verliezen ook twee dagen zonder water drinken in een woestijn gaan zitten.

Er zijn overigens wel verschillen tussen bijvoorbeeld fitte sporters, ouderen, zwangere vrouwen en jonge kinderen. Maar daarbij gaat het vooral om de werking van hun lichaam, niet om het gevaar van vochtverlies. Ik kom daar nog op terug.

Uitdroging

Een tweede mythe is dat uitdroging al lange tijd plaats vindt voordat je het zelf merkt aan een droge mond. Er wordt beweerd dat deze mythe in de wereld is geholpen door fabrikanten van watertjes, sportdranken en ander vocht. Vanzelfsprekend om je aan te moedigen hun producten te kopen.

Een feit die niet de mythe direct weerlegt, maar deze wel ontzenuwt, is dat is aangetoond dat de gemiddelde Nederlander zonder veel moeite 4 liter vocht per dag binnenkrijgt. Hoe deze hoeveelheid is samengesteld hangt samen met de levenswijze. Een deel komt door water drinken in het lichaam, de rest door het drinken van andere dranken, zoals koffie, en via voedsel. Evenals ons lichaam bestaat voedsel voor een belangrijk deel uit water en ander vocht.

Plassen en transpireren

Ons lichaam gebruikt het ingenomen vocht voor diverse functies. Het meeste verlaat ons lichaam al weer snel. Een groot deel via toiletbezoek. Urine is daar de belangrijkste afvoer, maar ook de grote ontlasting bevat vocht. Iedereen moet minimaal een halve liter urine per dag produceren om gezond te blijven. De meeste gezonde mensen zitten daar ruim boven.

Het overige vocht verlaat ons lichaam door transpireren en ademhaling.

Vochtbalans

Bij de 15% vochtverlies hierboven zei ik nog even terug te zullen komen op water drinken en sporters, ouderen, zwangere vrouwen en kinderen. Ik moet het dan hebben over vochtbalans. Dat is de verhouding tussen de hoeveelheid vocht die ons lichaam nodig heeft en wat het afscheidt.

Er is vastgesteld dat onder vrijwel alle omstandigheden de dagelijkse vochtbalans in ons lichaam niet meer dan 0,2% varieert. Water drinken en andere vochtinname en aan de andere kant urineren en transpireren heeft dus nauwelijks invloed op onze vochtbalans.

Verstoorde balans

Alleen bij ouderen, zieken, zwangere vrouwen en kinderen kan dat cijfer van 0,2% anders zijn. Bij ouderen door minder goed functionerende nieren en bij zieken door medicatie en dergelijke. Bij heel jonge kinderen kan de vochtbalans verstoord zijn door bijvoorbeeld groeihormonen. En bij zwangere vrouwen kan het ook, maar dan door heftige processen in het lichaam.

Vanzelfsprekend hebben ook andere extreme omstandigheden invloed op zelfs gezonde mensen. De klusser die tijdens een hittegolf een inspannende bouwklus uitvoert en meer dan anderhalve liter vocht transpireert moet zijn vochtbalans in de gaten houden. Alcohol is dan geen goed idee, omdat het vocht ontneemt aan je lichaam (dehydratie). Water drinken is beter. En dan niet een paar glazen ineens, maar slokken met tussenpozen.

Zie ook: te veel water