- René van Maarsseveen - https://renevanmaarsseveen.nl -

Hoedje van papier – de geschiedenis en meer

hoedje van papier

Gisteren zat er een geel vel krantenpapier om het Algemeen Dagblad. Het was bedoeld om een hoedje van papier te vouwen voor de start van de Tour de France. De vouwlijntjes en pictogrammen zijn niet helemaal duidelijk.

Hoe deden we dat vroeger ook al weer, met een krant een hoedje van papier vouwen? Volgens mij ontbreekt het hierboven getoonde plaatje, als eerste instructie, in de AD-uitleg. Leuk idee dus, slecht uitgevoerd.

Hoedje van papier geschiedenis

handleiding hoedje van papier makenHet hoedje van papier is zowel wat het zegt te zijn, een hoedje van papier, als een liedje. Wie kent het niet: Eén, twee, drie, vier, hoedje van, hoedje van, één, twee, drie, vier, hoedje van papier.

De geschiedenis van het hoedje van papier gaat terug naar 1830. Napoleon Bonaparte verloor de slag bij Waterloo. Daarna besloten de geallieerden in 1815 dat de Zuidelijke Nederlanden en de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden moesten worden samengevoegd. Dat werd het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Belgen in opstand

De verschillen bleken echter te groot en in 1830 kwamen de Belgen in opstand, in wat later de Belgische revolutie is gaan heten. Het was de zoveelste keer dat het Nederlandse leger zich gereed moest maken voor oorlog.

Om het leger aan te vullen met manschappen werd een beroep gedaan op de plattelandsschutterij. Deze hadden echter geen uniform. Nederland was bijna failliet en er was nauwelijks geld om de soldaten te kleden.

Besloten werd de plattelandsschutters geen uniform te geven, maar een mouwvest, een jas en een muts.

Utrechtse hoedjes

Die muts was een zogenaamde sjako. Op 27 december 1830 gaf generaal Baron Ralph Tindal opdracht aan de Utrechtse hoedenfabrikant en hofleverancier Leenaerts die sjako’s te vervaardigen. Het nieuwe model moest voordelig zijn, bestand tegen regen en snel geleverd kunnen worden.

Het werd een sjako van karton, overtrokken met gewast linnen en aan de binnenkant verstevigd met ijzerdraad. Er werden duizenden van de wat groot uitgevallen mutsen gemaakt voor de nieuwe dienstplichten. Het gaf hen, de plattelanders, al snel de spottende bijnaam ‘hoedjes van papier’.

Spotlied

De plattelandsschutters waren overdreven vaderlandslievend en trots dat ze hun land mochten dienen. Ook dat patriottisme riep spot op bij anderen. In 1934 ontstond in een studentikoze bui het spotliedje ‘hoedje van papier’ bij een groep studenten uit Leiden. Het was een gezelschap rond de later bekend geworden schrijver Johan Kneppelhout, beter bekend als Klikspaan. Hij was in 1931 in Leiden gaan studeren en had zich daar aangesloten bij een studentengroep met interesse in schrijven.

Kinderrijm

Kinderen, zeker in de steden, vonden het stoer de plattelandssoldaten na te wijzen en van alles naar hen te roepen. De spottende bijnaam ‘hoedje van papier’ roepen lag voor de hand. Het in Leiden gemaakte rijmpje was echter nog geen kinderliedje.

Kneppelhout was bevriend met diverse schrijvers, zoals Conrad Busken Huet en Johan van Vloten. De laatste was een groot verzamelaar van kinderrijmpjes. Hoewel Kneppelhout zelf bevriend was met Van Vloten is het waarschijnlijk Huet geweest die hem het gedicht ‘hoedje van papier’ heeft gegeven. Johan van Vloten neemt het rijmpje in 1871 op in zijn bundel ‘Nederlandsche baker- en kinderrijmen’.

Liedje

Volgens enkele mensen met een militaire achtergrond is het lied gebaseerd op een mars, een tweedelige maatsoort met een duidelijke cadans. De melodie is echter vrijwel zeker spontaan ontstaan bij het oplezen van de tekst. Probeer het maar.

Eén, twee, drie, vier,
hoedje van, hoedje van
één, twee, drie, vier,
hoedje van papier.

En als dat hoedje dan niet past,
zet je het in een glazen kast,
eén, twee, drie, vier,
hoedje van papier.

Één, twee, drie, vier,
hoedje van, hoedje van
één, twee, drie, vier,
hoedje van papier.

Heb je dan geen hoedje meer,
maak er een van bordpapier.
één, twee, drie, vier,
hoedje van papier.

Kinderliedje

Wanneer het voor het eerst als kinderliedje is gezongen is niet bekend. Het is mogelijk dat dit al gebeurde voor Van Vloten het rijmpje kreeg. Dat zou een extra reden voor hem kunnen zijn het op te nemen in zijn boek. Drie jaar later, in de derde druk, nam Van Vloten ook de muzieknotatie op.

Tien jaar na het overlijden van Vloten verscheen in 1894 een gewijzigde herdruk van het boek onder redactie van Marius Adrianus Brandts Buys (1849-1911). Hij plaatst het als kinderliedje in het hoofdstuk ‘Spring- en dansrijmen’.

Populair

Waarschijnlijk wordt het rijmpje pas na die tijd populair. Het rijmpje of liedje verschijnt na 1894 vaker in verzamelwerken. In 1910 neemt Simon Abramsz een couplet van het lied op in zijn boek ‘Rijmpjes en versjes uit de oude doos’. Hij plaatst er een afbeelding van een hoedje van papier zoals wij dat kennen, model gevouwen krant.

Glazenkast

Het couplet met de glazenkast is vanzelfsprekend ook spottend bedoeld. Als het hoedje niet past, doe je dat papieren hoedje niet weg. Je zet het in een glazenkast. Dat was toentertijd een soort vitrinekast met glazen deuren waarachter de drinkglazen werden bewaard. Halverwege de 19e eeuw werden deze glazen steeds vaker door kunstenaars ontworpen en de eigenaren wilden dat laten zien.

Popla

In 1969 verscheen de reclame van Popla, een product van Page, met tekst op muziek van de ‘hoedje van papier’-melodie. Cees van Staal, van reclamebureau Young & Rubicam, schreef de zinnen ‘Koning, keizer, admiraal, Popla kennen ze allemaal. Een, twee, drie, vier, fijn toiletpapier.

Herman Pleij, hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, verklaarde in het boek bij het 45-jarig jubileum van de STER in 2010 het succes van de Popla-commercial. Volgens hem houden wij niet van bazen, zeker niet als zij zich van alles verbeelden. ‘Doe maar gewoon, stel je niet aan, laat niemand denken dat hij meer is dan een ander’. De Popla commercial herinnerde nadrukkelijk aan die principiële gelijkheid: iedereen moet zijn achterste afvegen.

Eigentijdse versie

In 2004 brengt de Belgische muziekgroep Think Of One een eigen versie van het liedje. De band die bestaat uit inuit-keelklankzangeressen, Marokkaanse soefi’s en andere bijzondere muzikanten doet dat voor het Kapitein Winokio-project. Met dat project brengt de Belgische muzikant Winok Seresia eigentijdse versies van populaire kinderliedjes. Het nummer hoedje van papier van Think Of One verscheen op de CD ‘Kapitein Winokio zag 1 beer‘.